10 dagen voor kerstmis - 15 december

102 9 10
                                    

"Het was heel erg gezellig," zeg ik tegen de jongen tegenover mij. Met een wrange glimlach betaal ik de rekening die de ober net aan ons heeft gegeven en daarna sta ik zuchtend op. "Misschien zie ik je nog wel een keer, Dave."

"Wie weet," zegt Dave, duidelijk ongeïnteresseerd. Ook hij staat op en trekt het spijkerjasje wat om zijn stoel hang weer aan. Zonder me verder nog te begroeten, loopt hij weg van de tafel en maakt hij zijn weg naar buiten. Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik hem sprakeloos na, maar herpak mezelf al snel weer. Ik trek mijn lange, zwarte vrouwen jas aan en knoop een sjaal rondom mijn nek. Totaal anders gekleed dan Dave, mijn date, loop ook ik het restaurant uit.

Het is niet de eerste en waarschijnlijk ook lang niet de laatste keer dat ik dit restaurant uitloop. Het is namelijk begin december, een maand waar veel van afhangt voor en van mij. De koude winterbries slaat tegen mijn wangen aan wanneer ik de weg van de warmte van het restaurant naar mijn fiets afleg. Ik druk de lampen van mijn enige eigen vervoersmiddel aan en spring erop. Over de natte wegen van mijn stad fiets ik terug naar huis.

Daar aangekomen parkeer ik mijn oude barrel in de garage, waar hij droog staat, en loop daarna verder het huis in. Mijn moeder zit op de bank televisie te kijken en mijn broer staat in de keuken een snelle maaltijd te maken, aangezien hij net terug is van zijn werk als horecamedewerker.

"Ik ben thuis," groet ik ze. Zonder op een begroeting terug te wachten, loop ik de gang op om daar mijn schoenen te verwisselen voor zachte sloffen en mijn jas aan de kapstok te hangen. Ik bekijk mezelf in de spiegel die aan de muur hangt en wrijf even met mijn koude handen over mijn nog koudere, rode wangen. Vervolgens tik ik even op het puntje van mijn al net zo rode neus, zoals mijn moeder dat vroeger altijd bij me deed wanneer ik het huis binnen kwam van het buitenspelen, en loop daarna weer de woonkamer in, waar mijn moeder met smart op me zit te wachten.

"En?" vraagt ze gretig. "Was hij een beetje leuk?"

"We hebben de hele avond over tennis gepraat en ik moest de date betalen," som ik even kort op. De verdere details bespaar ik mijn moeder maar, want ik weet dat ze al wel teleurgesteld genoeg is nu ze weet dat ik het etentje heb moeten betalen. Mijn bankrekening staat inmiddels al bijna in het rood. 

"Was het weer een flop, Ollie?" vraagt mijn broer, Lucas, wanneer hij met een bord vol met opgewarmde lasagne binnen komt lopen.

"Moet je het nog vragen?" reageer ik geïrriteerd. Lucas knipoogt uitdagend, waardoor ik nog chagrijniger word. De afgelopen weken heb ik niets anders gedaan dan daten met mensen die ik online ontmoet heb. De een na de andere date is een grote catastrofe, elk op zijn eigen manier.

Er was er eentje, hij heet Max, met wie ik nog wel klikte, maar kort na onze date bleek zijn ex zwanger te zijn – voor mij nog niet zo'n hele grote deal breaker, maar Max besloot dat hij het best terug naar zijn ex kon gaan om haar te steunen. Tot zover ging het Max hoofdstuk.

Verder zwemmen er niet zoveel goede vissen in mijn zee; elke jongen met wie ik tot nu toe een gesprek gevoerd heb, heeft me op de een of andere manier wel genoeg afgeschrikt om me terug te laten krabbelen. Eigenlijk wil ik het opgeven, maar volgens iedereen in mijn familie is dat geen optie.

"Heb je het wel geprobeerd?" vraagt mijn moeder sceptisch. Ze is altijd bang dat ik dit niet écht wil. Iedere keer wanneer ik thuis kom van een date, vraagt ze het nog een keer, gewoon om het zeker te weten. Elke keer geef ik haar hetzelfde antwoord.

"Ja, mam. Anders was ik ook niet heen gegaan."

"Ik vraag het gewoon," verdedigt mijn moeder haarzelf. Ze schuift een pluk blonde haren achter haar oren. Die kleur heb ik niet geërfd. Net zoals mijn vader is mijn haar gitzwart, wat goed staat bij onze groene ogen, al zijn die van mijn vader iets helderder dan die van mij; mijn moeders grijze ondertoon komt erdoorheen. "Met jou weet je het maar nooit. Je bent nooit zo'n jongensgek geweest."

"Misschien omdat ik nog helemaal niet toe ben aan jongens," zeg ik zuchtend. "Ik ben ook nog maar 17 – ik zou nog druk moeten zijn met feesten en dronken worden, in plaats van opzoek te zijn naar een date voor kerstavond."

"Dronken worden staat niet op de lijst van dingen die kinderen onder de 18 horen te doen hoor, jongedame," zegt mijn moeder streng. "En je weet dat je deze date wel moet zien te regelen."

"Ja," zeg ik op een zeurderige toon. "'Ik moet een laatste eer aan oma bewijzen.' Ik weet het, ik weet het. Je hoeft het niet blijven te herhalen."

"Blijkbaar moet ik dat wel, want jij ziet blijkbaar niet in hoe belangrijk het is om een date te vinden," zegt mijn moeder. "Over 10 dagen is het kerstmis en dan moet jij met een nieuwe gast aan de kersttafel komen te zitten. Zo gaat het al zo lang als ik me kan deugen en ik ga het niet toestaan dat een kind van mij deze traditie in de soep gooit."

"Laten we mij hier niet bij gaan betrekken, dankjewel," protesteert mijn broer. Tot nu toe zat hij stilletjes op de bank mee te genieten van ons gekibbel terwijl hij happen van zijn lasagne eet. Beide mijn moeder en ik schieten hem een dodelijke blik toe voor deze onderbreking en dan focussen we ons weer op elkaar.

"Ik weet ook wel wat mij te doen staat, hoor," zeg ik boos. "Ik vind wel een oplossing – maak je niet druk." Na die woorden loop ik stampvoetend de kamer uit en ren ik naar boven, mijn kamer in.

Ik weet dat het kinderachtig van me is om zo weg te lopen tijdens een ruzie, maar de laatste tijd kan ik me niet inhouden nadat ik weer thuiskom van een van mijn vele dates. Mijn moeder kan altijd het bloed onder mijn nagels vandaan halen en dan reageer ik op deze manier – of ik het nou wil of niet.

Ik laat mezelf languit op mijn bed vallen en staar naar het plafond van mijn slaapkamer, waar al kerstlampjes aan hangen. In mijn familie is kerstmis een groot ding – we halen er alles voor uit de kast. De boom staat het liefst al maanden voor december in onze huiskamer en kerstmuziek draaien we zo vroeg en zo hard mogelijk. Daarbij hebben we ook een aantal gestoorde tradities die we in hart en nieren opvolgen.

Elk jaar hebben we een kerstdiner. Dat klinkt wel leuk, toch? Ja, het gedeelte met eten en gezelligheid is leuk, daar kan ik niet over klagen, maar de familie Anderson zou de familie Anderson niet zijn als we er geen vleugje van onszelf aan toe zouden voegen.

Al jaren is het de traditie in onze familie dat er ieder jaar een nieuw persoon bij ons aan de kersttafel moet zitten die er nog nooit eerder bij heeft gezeten. Of dit nou een buurman, vriend, vriendin, docent of de Kerstman zelf is maakt niet uit, zolang het maar de eerste keer is dat dat gezicht aan onze tafel zit. Mijn oma heeft dit tijden geleden bedacht, met als gedachte dat kerst de tijd van het jaar is waar je je ware liefde kan vinden.

Tot voorheen hebben mijn oudere neven en nichten deze taak op zich genomen. Alleen, langzaam maar zeker, kreeg iedereen een relatie met de personen die ze meenamen naar het kerstdiner. Een regel die bij deze traditie hoort is dat, zodra iemand een vaste vriend of vriendin heeft, deze persoon geen nieuw lid mee naar de tafel hoeft te nemen. Nu al mijn oudere neven en nichten in een relatie zitten en zelfs mijn een jaar jongere neefje een vriendin heeft, ligt de druk op mijn schouders. En laat me je vertellen dat deze druk groot is. Hoe mijn moeder net tegen me praatte over dit onderwerp is nog niks vergeleken met hoe mijn oma deze traditie bij het hart neemt.

Al sinds vorig jaar, 26 december, heeft ze het alweer over het kerstdiner van dit jaar. Voorheen boeide me dat niet zoveel, omdat ik wist dat mijn neven en nichten die wél een grote sociale kring hebben iemand mee zouden nemen, maar nu dat niet meer het geval is, sinds mijn neef nu iets heeft met het meisje dat hij vorig jaar mee naar de kersttafel nam, raak ik helemaal gestrest bij het horen van haar motiverende woorden om een knul voor me te vinden met wie ik de rest van mijn leven kan spenderen – haar woorden, niet de mijne.

Ikzelf krijg er de rillingen van om te realiseren dat mijn oma wil dat ik met een jongen die ik nu – op 17-jarige leeftijd – ontmoet, de rest van mijn leven ga doorbrengen. Ik ben nog helemaal niet klaar voor liefde, laat staan een partner voor het leven.

Met een diepe zucht sta ik weer op van mijn bed en besluit ik een chill outfit aan te doen, waarin ik op mijn bed kan liggen om een film te kijken. Na mijn laptop erbij te hebben gepakt en een lekker plekje in mijn bed te hebben gecreëerd, kies ik voor een oude vertrouwde kerstfilm. De film heb ik al vaak genoeg gezien, maar kerstfilms blijven leuk. Om eerlijk te zijn vind ik de films het allerleukste van kerst, omdat daar niet een hele heisa over wordt gemaakt door mijn familie. Kerstfilms zijn míjn kersttraditie. 

10 dagen voor kerstmisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu