Hoofdstuk 3 - De twaalf

19 5 3
                                    

Achttien jaar geleden bewandelde een heel ongelukkige vrouw het pad naar het domein van de academie voor toverkunsten. Met een kap over haar scharlakenrode lokken, probeerde ze zich niet druk te maken over de harde regenval. Helemaal doorweekt, schonk ze kort een blik naar beneden, naar wat ze in haar linkerhand hield om precies te zijn. Het was een rieten mand met daarin een levend wezen, namelijk haar eigen pasgeboren baby. 

Helemaal uitgeput en een gebrek aan energie hield haar niet tegen om haar eindbestemming te bereiken. De vrouw was vastberaden en had zich bij haar keuze neergelegd, dat ze deze baby niet wenste te behouden. 

Eens ze voor de grote poort stond, stonden er geen wachters tot haar verbazing. Nog een keer keek ze naar de baby in de mand. Het piepkleine mannetje was al de hele tijd aan het huilen en er was niets dat haar motiveerde om daar iets aan te doen. Het enige wat ze wilde was deze nachtmerrie zo snel mogelijk vergeten. Vervolgens zette ze de mand neer op de grond en trok ze het deken volledig over de baby zodat die niet te nat zou worden. Haar tranen smolten samen met de regendruppels.

'Het...,' stamelde ze, 'h-... het spijt me.' En dit waren haar laatste woorden aan haar nakomeling. Ze keerde haar rug toe naar de mand en slenterde weg van deze plaats. De baby begon harder te krijsen en gelukkig voor hem had een welbepaald iemand dat net op tijd gehoord. 

Een paar tellen later had diezelfde iemand zich voorover de mand gebukt. Hij realiseerde zich dat het een kerngezonde baby was. De man keek rondom zich en zag niemand in de buurt, ook voelde hij geen andere magische kracht aan. Plots ontdekte hij een naamplaatje in de rieten mand waar Ewan Talon in stond gegraveerd. Zijn oogpupillen vergrootten bij het lezen daarvan.

'Het komt goed,' zei de man die de naam Aria Alsem droeg en hij pakte de kleine Ewan uit het mandje. Vervolgens zocht hij de droogte op in het kasteel, waar hij beloofde aan zichzelf om voor deze arme vondeling te zorgen, voor eeuwig en altijd. Dit was het moment waarop hij zichzelf voor de eerste keer als een ouder begon te zien. 

Later ontdekte Aria Alsem dat de jongen een nakomeling was van de Talonclan, een eeuwenoude familie die veel invloed had over het koninkrijk, zelfs alvorens de verdwijning van de halfgod Callisto. Nadien werd de familie een belangrijke clan in het grondvesten van de magische wereld, waarbij het hoofd van de familie zich ook één van de tien stichters mocht noemen. Hoe de oude man dat precies ontdekte, was te danken aan de magie die Ewan bezat en de eerder gevonden naamplaat. Als er iemand in het koninkrijk was die alles afwist van de vele verschillende vormen van magie, dan was het hij wel.

'Dus jij bent van de Talonclan?' vroeg Lou en ondertussen waren de drie jongens al in de juiste gang afgeslagen. Ze hadden bijna het afgesproken lokaal bereikt.

'Hun bloed stroomt door mijn aderen,' antwoordde Ewan kil en koudbloedig. 'Meer niet. Toen ik een baby was, ben ik achtergelaten in een mandje voor de grote poort. Volgens opa regende het zelfs pijpenstelen.'

'Wat erg,' zei Lou en het kwam in hem op dat zoals hij en Rey, ook Ewan nooit zijn ouders had gekend.

'De enige die ik familie kan noemen is opa Aria,' zei Ewan. De toon waarop hij sprak was helemaal veranderd, alsof het enthousiasme opeens uit hem werd leeggezogen. Rey begreep de plotse stemmingswisseling van Ewan, want ook hij kampte er soms mee als mensen vroegen naar zijn ouders. Intussen stopten de jongens met lopen wanneer ze voor het juiste lokaal stonden.

'Ik denk dat de anderen al binnen zijn,' veronderstelde Rey en zonder te twijfelen opende hij de deur en liep erdoor. Ewan wilde volgen, maar voelde een onverwachte hand op zijn schouder. Het kon de hand van maar één iemand zijn: Lou.

'Je hoeft je niet meer eenzaam te voelen,' zei Lou. Ewans ogen vergrootten toen de jongen die hij nog niet zo goed kende dat zei. 'Rey en ik snappen je volledig, want ook wij zijn wezen. Wie je familie is, kies jezelf. Daar heeft bloed niets over te zeggen.' Ewan knikte en apprecieerde Lou's oprechte wijze woorden.

De Twaalf Valken (Deel I van de Magnakronieken)Where stories live. Discover now