Hoofdstuk 9 - Waar het hart naar verlangt

15 5 1
                                    

Als klein meisje groeide ze op in een groot huis en kreeg ze eveneens alles wat ze wilde, alles wat ze nodig had. Maar toch was er iets dat ze miste: de warmte van een nest en de liefde van twee ouders, ondanks dat ze die in tegenstelling tot veel kinderen in Magna wel had. Het hielp haar niet dat ze het enige kind was, waardoor ze niet met leeftijdsgenoten kon spelen.

'Heavenleigh, je lessen beginnen,' zei haar vader die naar zijn werk vertrok. Het meisje was nog maar zes jaar en moest zich al achter zware boeken zetten met de hulp van een docent die aan huis kwam. Ze werd namelijk thuisgeschoold. 

Het was niet dat Heavenleigh niemand zag op een dag, want het eten werd gemaakt door een kok, het huis werd gepoetst door schoonmakers en de huistaken werden uitgevoerd door huismeiden. Dit was nu eenmaal het lot van een kind die de naam droeg van een eeuwenrijke familie, althans dat geloofde Heavenleigh. 

Op een dag toen ze acht jaar was, liep ze 's ochtends de slaapkamer van haar moeder binnen.

'Hey, mama!' riep het jonge meisje gelukkig. Ze was zo blij dat het vandaag haar achtste verjaardag was en hoopte op felicitaties van haar moeder. Het enige wat ze kreeg, was echter een misnoegde blik.

'Wat moet je?' vroeg haar moeder. Heavenleigh deinsde terug en zag dat haar moeder een fles vasthield waar ze soms een slok van nam. Dit was de eerste keer in haar leven dat Heavenleigh zich realiseerde hoe eenzaam ze werkelijk was. Haar moeder vergat haar verjaardag en haar vader was zo vroeg weg dat ze nog niet eens wakker was. 

De dagen gingen traag voorbij en het enige wat Heavenleigh kon doen was studeren. Dit wekte een grote afkeer op voor boeken. Ze mocht enkel het huis verlaten op zondag om naar de kerk te gaan. Maar ook dat werd haar opgelegd. De jaren gingen zo voorbij en Heavenleigh had het gevoel dat ze heel veel miste. Dat de essentie van het leven haar werd ontnomen.

'Heavenleigh, leer je deze cursus ook eens?' vroeg haar vader die een reusachtig boek op de lange tafel wierp voor haar neus. Hij vertrok naar zijn werk, zoals elke dag opnieuw. Heavenleigh knikte en sloeg het boek open. Ze was ondertussen tien jaar oud en er ging geen dag voorbij waarop ze dit leven beu was. Ze haatte haar ouders en ze benijdde de kinderen die ze soms door het raam op straat zag lopen en spelen. 

Tijdens een ingeplande pauze besloot het meisje om een kopje thee te zetten in de grote keuken. Haar moeder stond toevallig ook in de keuken met alweer een fles wijn in haar handen. Heavenleigh kon het niet meer aanzien en maakte voor de eerste keer de beslissing om er iets over te zeggen.

'Mama, wil je niet liever een thee?'

'Wat zeg je daar?' zei haar moeder die duidelijk al te veel op had. Ze ging voor haar dochter staan en sloeg met haar handpalm raak op haar slaap. Heavenleigh viel naar achteren en barstte in tranen uit. Zonder een kopje thee keerde ze terug voor haar boeken. 

Dit was de dag waarop alles veranderde, wanneer ze besloot om ook van haar hart een steen te maken. Ze hoefde hun liefde niet meer en ze ging zich bewijzen aan iedereen. De volgende jaren leerde ze zowat alles vanbuiten en kon niemand haar meer iets bijleren.

'Heaven, volgende maand stuur ik je naar de academie voor toverkunsten,' zei haar vader aan tafel.

'Prima,' antwoordde Heavenleigh emotieloos, maar diep vanbinnen was ze opgelucht. Dat was de perfecte ontsnapping van deze ongezonde levenssituatie. Toen ze op haar kamer aan haar raam naar buiten keek, beloofde ze zichzelf iets. Dat eens ze haar diploma van de academie zou hebben, ze haar eigen weg ging inslaan. 

Ze wilde al de banden met haar ouders breken, ze hoefde de naam Rozeria zelfs niet meer te dragen. Het enige wat ze wenste, was dat ze haar leven in eigen handen zou hebben. Echter was ze een gebroken, ijskoude ziel. Nooit had ze echt aangevoeld hoe ze moest omgaan met anderen, vandaar haar gedrag.

De Twaalf Valken (Deel I van de Magnakronieken)Where stories live. Discover now