Hoofdstuk 18 - Lust

16 5 0
                                    

Alweer die sleutel. Het is volledig gehuld in blauwe vlammen, het speciale vuur van de Talonclan. Waarvoor besta ik toch, wat is mijn doel? Ik zie... Wacht, is dat een vrouw? Is dat mijn moeder? Ze lijkt zo droevig. De woorden komen in mij binnen. We hadden nooit geboren moeten worden. Wie zijn we, en waarom mochten we niet geboren zijn? 

Hé, twee jongens met dezelfde groene haarkleur. Zijn dat Lou en Rey? Ja, ik ken ze, echter weet ik niet waarvan. Er staat ook een jongen naast met blond haar. Waarom wordt hij vergezeld van een gigantische vogel? Is dat Falco? O, opa Aria Alsem is er ook. Ik hou zoveel van hem. Hij zal het best zwaar hebben met het regelen van de hele academie. Ik voel de druk op zijn schouders. Arme ouwe man. Een meisje? Heavenleigh? Ze kijkt me verlegen aan, die blik ben ik niet gewoon van haar. 

Ja, heel mijn klasgroep staat voor mij. De Twaalf Valken samen met opa Aria. En zijn dat Samuel, Ingrid en professor Hyberion? Zelfs professor Weiss en Sinistra zijn van de partij. Maar mijn ogen vallen terug op die vrouw, die met haar scharlakenrode lokken mij doet vermoeden dat zij werkelijk mijn moeder is. Zij die mij in de steek heeft gelaten, toch? 

Wacht! Waarom staan jullie allemaal rond die sleutel omwikkeld in mijn blauwe vlammen? Ik snap het niet, waarom lijken jullie zo bang? Wat is die sleutel? Waarom zie ik dit? Wie ben ik... Waarom ben ik... Hé, dat ben ik! Waarom zie ik mijzelf? Mijn exacte kopie lijkt ook zijn hand uit te reiken naar de sleutel, maar waarvoor? Ik wil antwoorden, maar ik heb het gevoel dat ik die niet zal krijgen.

'Callisto!' schreeuwde Ewan zichzelf wakker. Zijn hele laken voelde vochtig aan, alsook zijn hele lichaam. Hij zweette en had een hele droge mond. De komende seconden schoten er vreselijke pijnscheuten door zijn hoofd. Het voelde hels aan.

'Ewan?' vroeg Lou, die wakker was geworden door zijn schreeuw. Hij rechtte zijn rug en liet zijn ogen aanpassen aan het donker. Vervolgens zag hij Ewan rechtop zitten en de jongen hield zijn hand tegen zijn hoofd.

'Ik heb vreselijke hoofdpijn,' fluisterde Ewan.

'Kom,' zei Lou en rolde zijn bed uit. Nadat ze allebei een bovenkledingstuk hadden aangetrokken verlieten ze de slaapkamer in de hoop dat ze Rey en Falco niet zouden wakker maken. Het was muisstil op de gangen, in het hele kasteel, en normaal gezien mochten de jongens niet eens zo laat hun kamer verlaten. Toch leidde Lou de weg naar de ziekenboeg, waar bij het aankomen hij in een kast grabbelde naar een medicijn dat hoofdpijn verhielp.

'Mogen we dit wel doen?' vroeg Ewan aarzelend.

'Hier,' zei Lou die een glas met water had gevuld en het medicijn er in wierp dat meteen begon te bruisen. Ewan dronk het in één keer op en glimlachte daarna.

'Best grappig dat ondanks mijn Talonvlammen helende eigenschappen hebben, ik toch zo belabberd word van een beetje hoofdpijn,' zei hij.

'Hey,' zei Lou, 'dat kan iedereen overkomen.' Hij klopte zacht op Ewans schouder en gebaarde dat het beter ging gaan. Ewan knikte, waste het glas af en samen keerden ze terug naar hun slaapkamer, alsof ze die nooit hadden verlaten.

'Bedankt,' fluisterde Ewan toen hij zijn bed inkroop.

'We zijn tenslotte vrienden,' zei Lou vervolgens en het duurde niet lang eer ze allebei hun ogen sloten. De nacht kwam snel weer tot een einde en vandaag was het de eerste van de twee vrije dagen na de lesweek. De ochtend brak aan en ondanks dat het nog steeds winter was, hoorden ze de vogels al fluiten.

'Wat een mooi woongedeelte,' zei de tweeënvijftigjarige vrouw met als codenaam Sacraal. Ze kreeg een persoonlijke rondleiding van assistente Ingrid Inuka in haar voorlopige logeerruimte. Het bevond zich in de vertrekken van de professors en het was een hele speciale suite met de beste uitrusting.

De Twaalf Valken (Deel I van de Magnakronieken)Where stories live. Discover now