Hoofdstuk 8: Doorbraak

834 97 26
                                    

Omg, tijd voor een nieuw hoofdstuk! 😱
~~~~
Terwijl haar reisgenoten de kans kregen om van het mooie weer te genieten lag Kayla op bed. De hele dag lang. Maar erg vond ze het niet, de visioenen waren niet teruggekeerd en ook voor de duisternis hoefde ze niet bang te zijn. Ze had af en toe wel rare dromen, nachtmerrie-achtige, maar die vergat ze weer zodra ze wakker werd.
Om beter te worden moest Kayla drie dagen op bed blijven. En ze vond het best, ze sliep veel en sterkte langzaam maar zeker weer aan.
In het hotel bleef het onrustig, de politie vond het beter dat iedereen zoveel mogelijk op hun kamer bleef, alleen overdag was het nog veilig. 's avonds werden er nieuwe aanvallen gepleegd en gebeurde er meer geheimzinnige dingen. Maar de politie liet weinig los en het enige wat Kayla wist was dat het avond eten werd gehaald, en dat daarna de deur op slot ging.
Als ze niet gedwongen op bed lag zou ze gek worden, de ervaring zou haar te veel aan de cel in het labo van Trans doen denken.
Anneke, of eigenlijk Tristan, belde elke dag, soms wel twee keer. Steeds wilde Kayla hem niet spreken.
'Ik ben klaar met hem,' zei ze.
'Hij is zo bezorgd om je Kayla,' zuchtte Sofie nadat ze voor de zoveelste keer Kayla's afwijzing had doorgegeven en de hoorn weer op de haak legde, 'hij wil alleen je stem even horen.'
'Het enige wat ik hem nu heb te vertellen is dat ik hem niet meer wil spreken, en dat weet hij. Voor de rest kan hij een paar scheldwoorden naar zijn hoofd krijgen,' snauwde Kayla, ze zat rechtop in bed met rode wangen.
'Kayla, toe nou...'
Met op elkaar geperste lippen schudde Kayla haar hoofd.
'Sofie? Waar zijn de sleutels van onze kamerdeur?' vroeg Tiana vanuit het halletje.
Sofie fronste haar voorhoofd. Kayla zuchtte en wees op haar nachtkastje.
'Eh, ik heb ze, Tiana,' riep Sofie verward terug. 'Hoe komen die hier?'
Kayla haalde haar schouders op en viel weer terug in haar kussens. 'Ik wil naar buiten,' mompelde ze.
'Dokter Brennick wil dat je nog een dagje rust neemt, dan mag je morgen mee naar het strand, goed?' na enig aarzelen voegde ze er snel aan toe: 'Of ergens anders heen, net waar je zin in hebt.'
Kayla lachte een zwak lachje en hoestte daarna. 'Goeddan.'
Sofie kneep even in haar schouder en ging toen de sleutels brengen.
'Ik ga even een douche nemen!' riep Kayla haar na.
'Ga je gang, hulp nodig?'
'Nee, ik red me wel.'
Bemoedigd door het idee dat ze niet meer bang hoefde te zijn voor visioenen omdat die sinds haar bad niet terug waren gekomen, gooide Kayla de dekens weg en zette ze haar voeten op de vloer.
Haar benen waren vrolijk versierd met allemaal kleine rode streepjes, de sneeën waren nog niet helemaal genezen. Op de een of andere manier wist Kayla het voor elkaar te krijgen iedere nacht al de pleisters die ze droeg te verliezen in bed. Ze was nooit een rustige slaper geweest.
Na het douchen maar weer pleisters plakken dan, dacht ze bij zichzelf. Met een zucht kwam ze overeind.
Het stilliggen zorgde ervoor dat ze wat onstabiel was maar het lukte haar evengoed met behulp van muren en meubels naar de badkamer te komen. In bad zou ze voorlopig niet meer gaan, maar voor een douche was ze niet zo bang.
'Lukt het allemaal Kayla?' riep Tiana vanuit de kamer.
'Ja hoor,' reageerde ze terwijl ze haar kleren uittrok en de douche aanzette.
Zodra het warme water haar omringde verliet de spanning haar lijf. Ze spoelde de klitten uit haar haren, waste de slaap uit haar ogen. Even stond ze daar zo, met ogen dicht. Het tegengehouden licht was stil, vormeloos, geen schim of angstbeeld te bekennen.
Op een gegeven moment boog Kayla haar hoofd en opende haar ogen. Onder haar voeten, waarvan de teennagels vies waren, stroomde grijs-bruin water het afvoerputje in. Kayla fronste en tilde een voet op. Haar zolen waren zwart van aarde of modder die langzaam vervaagde en wegspoelde. Ze wreef met haar duim over de bal van haar voet en merkte dat ook haar handen en vingernagels ontzettend smerig waren, ze probeerde de aarde onder haar nagels vandaan te halen maar haar nagels waren te lang om er bij te kunnen. Wanneer was de laatste keer dat ze haar nagels had geknipt en haar voeten had gewassen? Na haar bloedbad moest ze toch helemaal schoon zijn geweest, en er stond haar iets van bij dat Sofie haar nagels had geknipt uit voorzorg dat de sneetjes niet openkrabde in haar slaap.
Dan waren haar nagels wel heel snel gegroeid. En wat was een verklaring voor al die modder? Had ze in haar slaap in een bloempot staan wroeten of zo?
Toen alle groezeligheid was schoongespoeld stapte Kayla uit de douchecabine. Nog altijd een beetje in de war.
Ze droogde zich af en zocht daarna een nagelschaar om haar nagels te fatsoeneren. Uiteindelijk stapte ze helemaal schoon en droog en opnieuw aangekleed de badkamer uit.
'Alles goed gegaan?' vroeg Tiana.
Kayla rolde met haar ogen. 'Ja mam,' zei ze plagerig.
Tiana glimlachte zonder vreugde en wreef even over Kayla's rug. 'Ik ben gewoon heel bezorgd, dat is alles. Ga maar weer vlug je bed in Kayla, je ziet een beetje witjes.'
Kayla liet haar schouders hangen, ze had gehoopt nog even van het mooie weer te mogen genieten maar ze moest zich van Tiana blijkbaar aan de dokters regels houden.
Schoorvoetend kroop ze weer in bed.
In de kamer naast de hare hoorde ze Cal en Tiana praten.
'Wat ik nou toch hoorde,' begon Cal ontzet. Kayla zag door de openstaande deur dat Tiana op de bank ging zitten met haar benen over elkaar en naar Cal toe leunde. 'Hmm?'
'Ik probeer een beetje op de hoogte te blijven van alles wat er in dit hotel speelt, sinds, je weet wel, Amelia...'
Tiana begreep dat dit een serieus gesprek ging worden en rechtte haar rug. 'Ja, Amelia. Dat gevallen meisje.'
'Vermoorde meisje,' verbeterde Cal haar, 'het is nu wel overduidelijk dat ze door een of ander monster van haar balkon is gegooid of geduwd.'
'Als we die gekke dame moeten geloven,' lachte Tiana luchtig. Cal boog zich naar haar toe en verlaagde zijn stem tot een gefluister. 'Ik ben bang dat we haar wel moeten geloven, Tiaar, de politie heeft ook bekend dat het om een beest of monster gaat. Het is gesignaleerd.'
Tiana trok geschrokken aan haar eigen vlecht. 'Weten ze het zeker? Gaat het niet om een hond of zoiets?'
'Dan is het wel een dolle hond, hij heeft inmiddels al zes mensen verwond.'
'Hebben die niets gezien dan?'
Cal schudde zijn hoofd. 'Het beest is zo snel. Hij verdwijnt telkens weer.'
Tiana sloeg haar armen om zich heen en rilde. 'We kunnen beter een ander hotel zoeken of een huisje huren,' zei ze.
Cal kwam naast haar zitten. 'Zouden we dat wel doen? We kunnen ook teruggaan.'
'Terug?' Tiana hief met een ruk haar hoofd op, 'terug waarheen? Terug naar Herter? Terug naar Eatherschild?'
'Voor Kayla zou het beter zijn om...'
'Ze heeft ruzie met Tristan, Cal, ik zie die twee niet meer in één huis samenwonen. Ze blijf bij ons, en wij blijven hier. Ik wilde morgen ons nieuwe huis gaan bezichtigen.'
Cal vocht met zijn woorden. 'Maar Tiana, hoe lang wilde je hier blijven?'
'Volgende week kunnen we erin, als alles betaald en geregeld is. We hoeven niet langer dan een week in dit hotel te blijven.'
Cal keek haar verschrikt en kwaad aan. 'Als we hier nog langer dan twee dagen blijven zijn we straks allemaal dood!'
'Wat een onzin Caleb! Amelia heeft gewoon zelfmoord gepleegd of is door haar man naar beneden geduwd en -'
'Heb je niet gezien hoe die man daar stond te huilen dan? Hij was in shock!'
' - en de rest van de gasten heeft iets verkeerds gegeten waardoor ze hallucineren en enge dingen zien.'
Er viel een lange stilte na Tiana's uitval.
Cal wreef met zijn hand in zijn nek en Tiana staarde met gekruiste armen naar de andere kant van de kamer.
Kayla luisterde gespannen.
Plots begon Cal weer. 'Er is een persoon vermist geraakt, vannacht. Waarschijnlijk dezelfde dader. En vanochtend... Hebben ze hem weer gevonden. In de tuin van het hotel. Mensen ontdekte allemaal omgespitte aarde en tekenen van een gevecht. Toen de politie het nader onderzocht vonden ze een zijn lijk, begraven onder een dunne laag aarde.'
Tiana slikte. 'Wat vreselijk,' jammerde ze met overslaande stem. Ze viel Cal in de armen.
In de kamer ernaast lag Kayla met wijdopen ogen naar het plafon te staren, haar handen tot vuisten gebald en haar kaken op elkaar geklemd. Aarde.
Beelden van het zand onder haar voeten en de zwarte viezigheid onder haar nagels dreven aan haar netvlies voorbij. De sleutel op haar nachtkastje, de verdwenen pleisters. Langzaam kwam ze overeind totdat ze rechtop zat. Ze keek naar haar eigen handen. Kleefde daar bloed aan? Was zij de dader?
Plots kwam iets haar geest binnen, als een donderslag sloeg het besef op haar in.
Ze slaakte een kreet van afschuw.
'Wat is er, Kayla?' riep Tiana verschrikt. Cal kwam binnenstormen met Tiana op zijn hielen. Ze zagen Kayla op bed zitten, starend naar haar handen. Een betraand gezicht keek naar hen op.
Het is begonnen, dacht ze. Maar toen verbeterde ze zichzelf hardop: 'Het is al lang bezig.'
'Wat is allang bezig, Kayla wat bedoel je?'
'Jullie moeten,' rilde ze, 'jullie moeten...'
Haar hele lichaam begon te trillen, Cal was met drie passen bij haar.
'Waar heb je het over Kayla? En wat heb je met je nagels gedaan?'
Nu pas zag Kayla dat ze ze tot bloedens toe had kortgeknipt. Ze deed dingen zonder dat ze het in de gaten had, ze deed dingen om ze daarna weer straal te vergeten. 'Ik ben ziek,' fluisterde ze, terwijl ze langzaam terugzonk in de kussens.
Tiana was aan haar andere zijde verschenen en hield haar hand vast. 'Kunnen we iets voor je doen? Heb je pijn?'
Kayla's oogleden flapperde wild en haar ogen darten de kamer rond zonder iets te zien, haar lichaam schudde nog steeds zonder enige verklaring.
'Kayla!' riep Cal, om maar tot haar door te dringen.
'Het lijkt wel een epilepsie-aanval,' fluisterde Tiana hees, 'moet ik een ambulance bellen?' Ze wilde Kayla's hand al loslaten om naar de telefoon te grijpen maar plots verstrakte Kayla haar greep op Tiana's pols. Ze tilde haar hoofd een stukje op, het kostte haar de grootste moeite om haar ogen open te houden. 'Niet, de ambulance,' zuchtte ze bijna onhoorbaar.
'Wat moet ik dan?' riep Tiana in paniek.
'Sst!' siste Cal kwaad.
Kayla werd langzaam weer rustig. Ze legde haar hoofd neer. 'Ik ben ziek, het is begonnen,' mompelde ze.
'Kayla, wat is begonnen? Heb je pijn?'
Haar hand verslapte en haar ogen vielen dicht.
'Ze is dood,' huilde Tiana.
'Niet waar! Ze probeert iets te zeggen, hou toch even je kop dicht Tiaar!'
Geschrokken sloot Tiana haar mond.
Kayla's lippen prevelde een paar woorden. Cal boog zich over haar heen om te verstaan wat ze zei.
'Wat zegt ze?' fluisterde Tiana met betraande ogen.
Cal fronste zijn voorhoofd van inspanning.
Op een gegeven moment stopte Kayla helemaal met bewegen en leek ze het bewustzijn te verliezen.
Cal kwam weer overeind.
'Heb je gehoord wat ze zei?' drong Tiana aan.
'Ja,' zei Cal, hij wreef over zijn voorhoofd en staarde naar zijn zusje die er nu doodstil bij lag, haar gezicht zo bleek als sneeuw en haar lippen blauw en gebarsten.
'Ze zei tegen me... Ze zei... Ik begrijp er niets van!'
'Zeg het gewoon!' gilde Tiana het zowat uit, 'wat waren haar laatste woorden?'
'Ze leeft nog Tiaar.'
'Wat zei ze?!'
Cal beet op zijn lip. 'Pak de telefoon maar vast. Ze vraagt om Raël.'
~~~
OMG IS DIT NIET SUPER LEUK?! Of zielig? Of allebei? Of heb je een andere mening over dit hoofdstuk?
Laat een vote achter, dat zegt voor mij al genoeg! <3
SPxx

Experiment F III: Tegengif (voltooid)Where stories live. Discover now