Hoofdstuk 22: Ontgifting

460 51 10
                                    

2000 woorden over de sci-fi avonturen van Kayla en haar vrienden!
Hahaha veel leesplezier !!
XxSp
~~~
Het jeukte verschrikkelijk. Zonder zijn ogen te openen bracht Raël een hand naar zijn zij. Hij voelde.
Er zat verband omheen.
Hij opende zijn ogen nu. Waar was hij? Opnieuw in het bed. In het hotel. Waar was de rest?
Hij kwam overeind en trok het verband los. Daaronder was het rood en paars, het litteken wit. Maar de wond was in ieder geval dicht. Hij krabde voorzichtig. Wat een opluchting.
Dit keer voelde hij zich een stuk fitter toen hij uit bed stapte. Zijn hoofd was nog wat wazig, maar zijn kracht kwam langzaam terug.
Er heerste nog wel een licht verdriet, dat voelde hij in zijn hart, maar hij zette zich eroverheen. Hij hield van Kayla, en dat deed hij nog steeds, maar hij was niet verliefd. Het deed hem gewoon pijn dat die demon, in de vorm van Kayla hem had verraden.
Ook daar probeerde hij niet meer aan te denken. Die valserik was Kayla niet. En die kon hem dus ook niets maken.
Sofie kwam de kamer in. 'Raël,' zei ze, met een mengeling van verrassing en opluchting. 'Hoe gaat het met je?' Ze kwam naar hem toe met uitgestoken hand, alsof hij hulp nodig had om te blijven staan. Raël duwde haar handen weg en zette een paar stappen. Het stond redelijk stabiel. 'Waar is de rest?' vroeg hij, haar vraag negerend.
'Lisbeth is eten halen en Tiana heeft even een rustmomentje genomen, hoezo?'
Raël schudde zijn hoofd, een vervelend vermoeden begon hem te dagen. Wat was er gebeurd voordat hij het bewustzijn verloor? Tristan was neergestoken door Kayla, Hester had met een wapen gestaan, had hem nog die angstige blik bezorgt. Het wapen had Kayla afgepakt, en toen? Wat gebeurde er dan nadat hij flauwviel?
Hij zag dat Sofie ongemakkelijk glimlachte toen hij zich omdraaide. En het was waarschijnlijk zijn blik die ineens die glimlach van haar gezicht wiste. Alsof die er nooit geweest was. Ze slikte.
'En de rest?' het klonk kalm, maar Raëls hart bonsde. Hij kreeg plots een verlaten gevoel. Buitengesloten bijna.
'Naar Zarbeck,' fluisterde Sofie.
Raël knikte, hij liep naar de slaapkamer van Cal en Tiana, Sofie kwam hem achterna. 'Ze moesten zo snel mogelijk weg, Tristan is ernstig gewond en Kayla blijft niet heel lang onder zeil en...' Raël negeerde haar. Hij deed ook niet de moeite om zachtjes te zijn voor Tiana, die lag te slapen.
Hij griste een wit T-shirt van Cal weg en trok de zijne uit. Die was bebloed en bovendien kapot. Hij trok die van Cal over zijn hoofd, daarna liep hij terug, langs Sofie heen zonder haar aan te kijken.
'Wat ga je nu doen?' riep ze hem na.
Raël pakte zijn jasje, zijn andere spullen, het koffertje van Zarbeck voor de zekerheid. Lisbeth kwam binnen met twee warme, lekker ruikende, papieren tassen. 'Raël? Gaat het?'
Raël kwam naar haar toe, pakte een tas van haar aan en keek erin. De geur die uit de tas kwam wekte plots een reusachtige honger bij hem op. Hij koos een pakketje en stopte die in zijn jaszak.
'Raël?' drong Lisbeth aan. Ze pakte de tas weer van hem aan. Hij negeerde haar nog steeds, checkte zijn mobieltje en toen zijn portemonnee. Lisbeth keek Sofie aan, die haar schouders ophaalde.
Eindelijk keek Raël op, hij draaide zich om naar de tweeling. Tiana was er ook bij gaan staan.
'Ik ga erachteraan,' zei hij tegen de meiden.
Lisbeth zette de tassen neer. 'Hoe wil je dat gaan doen?'
'Je hebt je rijbewijs niet,' zei Tiana.
'We hebben niet eens een auto,' voegde Sofie er aan toe.
'Het maakt me niet uit,' zei Raël, iets te snel. Hij wilde hier niet blijven. Niet nu, terwijl Kayla waarschijnlijk op een operatietafel lag met allerlei slangetjes in haar lichaam. En Tristan ernaast, op het randje van de dood. Misschien was het al te laat. Of ze hadden al gedaan wat hij vermoedde dat ze zouden doen. Dan lag hij daar nu te muteren.
Hij moest er gewoon bij zijn, hij wist meer van mutanten dan Hester, meer dan Cal, meer dan Hart. Misschien wel meer dan Zarbeck, hij was er immers zelf een.
'Desnoods ren ik erheen,' zei hij zacht. Daarna viel de deur achter hem dicht.

Ze hadden Kayla voor de zekerheid nog een verdoving gegeven. En de riemen die haar op de bank hielden hadden ze ook uit voorzorg omgedaan.
En pas toen Kayla geen gevaar meer vormde, richtte Zarbeck zich op Tristan. Die hadden ze ook op een bank gelegd. Hij ademde piepend, zachtjes, nauwelijks merkbaar. Zijn pols was zwak, maar hij had het wel gehaald, hier naar toe.
'We moeten hem wel DNA toedienen, Zarbeck,' riep Hester uit, wanhopig.
De man had het zweet op zijn grote voorhoofd staan. Hij keek met schichtige ogen naar het ontblootte bovenlichaam van de jongen. De snee was zwart, zijn huid was grijs, er was geen kleur te zien. 'Het is te gevaarlijk, een mutatie kost heel veel energie, waarschijnlijk meer dan Tristan in zich heeft. Het gif heeft hem al uitgeput.'
Hester gilde het uit. 'Het is niet te laat!' riep ze, 'dat kan niet, dat mag niet.' Ze keek Zarbeck smeekend aan. 'Alstublieft, dit is het enige wat hem kan redden!'
'Ik kan niet beloven dat dit hem gaat redden!'
Hester was razend nu. 'Ik beveel het je doctor, Tristan moet leven!'
Zarbeck slaakte een zucht, hij kneep gefrustreerd in zijn neusbrug. 'En dit heeft hem de eerste keer ook gered?'
'Ja! Zonder bijwerkingen. Althans, geen vervelende bijwerkingen...'
'Ik kan niet garanderen dat we nu weer zoveel geluk hebben...'
Hesters ogen spogen vuur. 'Ik doe het zelf als u niet nú dat DNA injecteert.'
Zarbeck gaf het op. 'Goed dan, ik heb nog wat staan.' Hij snelde naar zijn kantoortje, rommelde daar wat en was binnen een minuut terug. Hij desinfecteerde de naald, zette hem tegen Tristans arm en... Keek Hester nog één maal aan. 'Er bestaat een kans dat hij het niet overleeft,' zei hij.
Hester slikte en knikte. 'Doe het,' zei ze. Het maakte haar niet eens uit welk DNA hij gekozen had, als het maar sterk genoeg was.
'Ik heb niet de middelen om hem van voedsel en vocht te voorzien, wat hem meer kans zou geven...'
'Doe het nu!'
Van schrik zette Zarbeck de naald er in en kneep de inhoud leeg.
Hester zeeg neer naast Tristan en bleef stil zitten. Nu kon ze slechts wachten. Cal gaf haar een schouderklopje. 'Het komt goed,' fluisterde hij. Hart had ook zijn ogen vol medelijden.
Zarbeck keerde zich naar Kayla. 'Ik ga het drainen beginnen,' zei hij, een beetje in de war over wat hij zojuist had gedaan. Hij liep naar de tafel om dingen aan haar armen te bevestigen, slangetjes, meters en nog meer apparatuur die vaag was voor de andere.
Hester was met haar aandacht bij Tristan. Ze bleef zijn hand vasthouden, keek naar zijn gezicht, probeerde verschil op te merken. De rest liet haar met rust.
'Je kan het lieve, grote broer,' fluisterde ze. 'Ik weet dat je het kan.' Ze sloot haar ogen. 'Ik weet dat je pijn hebt,' snifte ze, 'heel veel pijn zelfs. Ik weet dat je veel hebt meegemaakt. Dat je alles had, een familie, een vriendin, een leven, een toekomst. En dat Trans het je weer heeft afgenomen. Hij heeft alles uit je gehaald, niet alleen het DNA. Want daarvoor was je ook gelukkig. Maar dat heeft hij ook gestolen, hij heeft al het leven uit je gehaald. Hij maakte je depressief. En ik vergeef het je, je gedrag, je harteloosheid. Kayla vergeeft het je ook, Tris, we begrijpen het. Het spijt me dat het nu op deze manier moet. Maar je krijgt je mutatie terug, of je wilt of niet, want je zal je beter voelen als je straks wakker wordt, geloof me.'
Ze wist niet hoe lang ze daar gezeten had, fluisterend, in angst, in spanning, hem moed inpratend. Toen ze plots voelde dat Tristans hand bewoog. Een heel klein kneepje voelde ze. Heel even maar. Daarna niets meer. Ze voelde zijn pols. Was die er nog?
Haar ogen gleden over de wond, was er verschil te zien? Ze kon zich slecht concentreren, de huid leek iets egaler van kleur te zijn, minder vlekkerig. Of was dat al zo? En zijn gezicht was nog altijd stil.
Ze voelde nog een keer, aan zijn pols, zijn hals. Ze kon die hartslag maar niet vinden. Paniek greep haar bij de keel, de andere waren met Kayla bezig, hadden niet door hoe ze in de stress schoot.
Als laatst legde ze haar hoofd op Tristans borst. Ze moest eerst haar eigen knallende hartslag omlaag zien te krijgen, voordat ze pas goed kon luisteren.
Het was stil.
Maar het was een stilte voor de storm, want ineens hoorde ze een stevige, zeer duidelijke slag. Ze voelde hem zelfs tegen haar oor. En nog een keer, en nog een keer, en nog een keer. Regelmatig, krachtig.
Gelijk begon ook Tristans huid weer wat kleur te krijgen. Ze slaakte een diepe zucht. Tranen van opluchting welde op in haar ooghoeken. Het ging de goeie kant op. 
Bij Kayla niet.
Zarbeck was intussen ook lichtelijk in paniek geraakt. Nu Hester gerustgesteld was door Tristans terugkerende kracht, kon ze hem eventjes alleen laten. Ze kwam bij Kayla kijken.
Dat meisje zag zo wit als sneeuw. Ze lag daar zo iel en mager op de bank dat het bijna leek alsof ze aan het verschrompelen was. Alsof ze echt leeggezogen werd.
'Wat gebeurt er?' vroeg ze. 
Zarbeck wees iets aan op een scherm, Hester begreep er weinig van. Alleen een lijn die haar hartslag moest voorstellen, scherpe, snelle pieken.
'Ik drain energie en gif uit haar lichaam,' zei Zarbeck. 'Maar het gif heeft zich zo in haar botten genesteld dat ik bijna alles eruit moet halen, wil ik de laatste beetjes meekrijgen. Uiteindelijk ook bloed.'
Cal fronste zijn voorhoofd. 'Wat moeten we doen?' vroeg hij gespannen.
'Ze heeft schone energie nodig, als plaatsvervanging van het gif, anders blijf er niets meer in haar zitten en dan gaat ze dood...'
'Ik snap hier echt heel weinig van,' mompelde Maurice. 'Wat ís energie überhaupt?'
'De mutatie heeft haar gestel begiftigd, en dat gif zuigt haar energie weg.'
Hart zag er nog steeds verward uit, Zarbecks uitleg maakte het er niet beter op. 'Nog steeds gaat er geen belletje rinkelen. Maakt niet uit,' zei hij, 'wat doen we nu?'
'Kunnen we haar geen ander DNA geven?' vroeg Hester.
Zarbeck schudde zijn hoofd. 'Ik ben bang dat het gif dan daar op overslaat en ze weer muteert. Ik heb geen controle over de DNA substantie.'
Plots begon Kayla te hoesten, haar lichaam schokte, iedereen deinsde achteruit. Haar hartslag ging nog sneller, evenals haar ademhaling. 'Het drainen gaat te snel,' riep Zarbeck in paniek, 'ik kan het niet stoppen!'
'Trek de stekkers eruit dan!' piepte Cal, die zag hoe het leven in volle vaart uit zijn zusje werd weggezogen.
'Dat kan ernstige gevolgen hebben, dat overleeft ze misschien niet. Of erger, de mutant kan de overhand krijgen en dan gaan we er allemaal aan!' Zarbeck begon van alles in te tikken maar de apparatuur leek wel op hol geslagen.
Hester probeerde kalm te blijven maar het ging moeilijk. Was Raël maar hier. Nu, op dit moment. Ze greep naar haar telefoon. Hij zou er nooit op tijd zijn, maar misschien had hij een oplossing. Ze wilde zijn stem horen, ze wilde dat hij haar moed inpraatte. Ze was wanhopig.
'Raël?' zei ze zodra ze iets hoorde aan de andere kant van de lijn.
'Hester?'
'Kayla is in gevaar, we verliezen de controle!'
'Ik ben er bijna,' zei hij alleen. En dat was genoeg om Hester te kalmeren.
'We hebben een mutant nodig,' zei Zarbeck mijn zij handen in zijn haar. 'Het gif is er bijna uit en dan zal het proces stoppen, maar dan heeft Kayla niets meer om van te leven.'
'Raël is er bijna,' zei Hester.
Er klonk een zucht van opluchting.
~~~~~

Ik hoop dat jullie het leuk vonden lieverds!
Opmerkingen? Aanmerkingen? Tips? Fouten mogen ook gemeld worden!
Ik hou van jullie allerliefste fans, jullie zijn de beste!
Xx SP

Experiment F III: Tegengif (voltooid)Where stories live. Discover now