Hoofdstuk 9: Redder

865 99 21
                                    

Enjoy stunners :)
Xx
~~~~~
'Ik ben zo snel mogelijk hierheen gekomen.'
'Goddank Raël, weg bij die deur, kom snel binnen.'
'De broer?' nam Raël koel aan.
'Caleb, - zeg maar Cal -, schiet op.'
Raël stapte over de drempel. 'Ik hoop niet dat je het erg vind dat ik Hester heb meegenomen, ze is op mijn trein gestapt zonder dat ik er iets aan kon doen.'
Hester stapte vastberaden achter Raël aan en keek Cal argwanend aan. 'O wee als je me terugstuurt Caleb, Kayla is mijn vriendin.'
Cal zuchtte en kneep in zijn neusbrug. 'Al goed,' zei hij, 'je bent er nu toch.'
'Oh god Hester!' riep Lisbeth uit toen ze haar zag, 'Anneke weet toch wel dat je hier bent?'
'Rustig maar, ze zal niet ongerust zijn,' reageerde Hester gepikeerd. Lisbeth was onovertuigd, nog geen seconde later ging de telefoon.
'Dat zal Anneke zijn,' zei Sofie met een oogrol, 'je had allang weer thuis moeten zijn Hester, het is midden in de nacht.'
Hester kreunde, 'ik had gezegd dat ik ging logeren, Tristan zal me wel weer verraden hebben...'
'Waarom is Tristan niet hier?' wilde Raël weten, 'en waarom vroeg Kayla naar mij?'
'We leggen alles zometeen uit, wil je alsjeblieft eerst naar haar gaan kijken?' smeekte Tiana.
Cal nam de jongen bij zijn arm en bracht hem naar de slaapkamer. Iedereen ging erachteraan, behalve Sofie die een ongeruste Anneke te woord moest staan.
Het was halfduister in de kamer, buiten schemerde de zomernacht.
Kayla lag op het bed met haar armen boven de deken en haar hoofd opzij. Ze ademde rustig, leek te slapen.
'Nadat ze naar je vroeg kregen we haar niet meer wakker,' fluisterde Tiana, 'ik geloof dat ze slaapt, maar...'
'Arme Kayla,' piepte Hester.
'Mag ik?' vroeg Raël aarzelend.
'Ga je gang, ze zal wel een reden hebben gehad om naar jou te vragen... Misschien kun jij haar wakker krijgen.'
'Al is het met een kus of zo,' voegde Lisbeth er aan toe in een poging de sfeer wat op te peppen.
Als antwoord kreeg ze een stomp van haar broer. 'Het is geen tijd voor grapjes nu Beth.'
'Au...' jammerde Lisbeth, 'ik ben ook op van de zenuwen hoor, maar ik ben gewoon positief...'
Raël luisterde niet meer, hij ritste zijn jasje open en rolde de mouwen op. 'Warm hier,' pufte hij. 'Eerst maar eens wat open zetten.'
Raël liep met langzame stappen naar het venster, een schuine blik op Kayla gericht. Iedereen keek toe, volgde elke beweging die hij maakte. Waarom onderzocht hij Kayla niet meteen?
Raëls hand opvatte de klink, er parelde zweet op zijn voorhoofd. Zonder zijn blik van het bed af te wenden opende hij het raam.
Een koele windvlaag kwam hen te gemoed. Buiten hoorde je stadsgeluiden. Op de tast zocht Raël het haakje zodat het raam open bleef. Kayla lag met haar gezicht naar hem toe, haar ogen vredig gesloten.
Raëls worstelde met het raam, uiteindelijk moest hij wel kijken. Het haakje ging door het oog.
Achter hem werd scherp ingeademd.
'Raël?'
Hij keek opzij.
Kayla zat rechtop in bed, bleke wangen, felle ogen en warrig haar. 'Wat doe jij hier?' vroeg ze met opmerkzaam kalme stem. De verbazing was gespeeld, dat hoorde hij. Zo sprak zijn moeder vroeger ook tegen hem als hij met blauwe plekken beneden kwam. 'Waar heb je die vandaan?' En dat terwijl ze beide zijn vader boven hoorden tieren.
Raël kwam behoedzaam naar haar toe, haar groene ogen flikkerde in het licht van buiten.
'Jij hebt om me gevraagd, Kayla, ik ben hier om je te helpen.' Hij stak zijn hand naar haar uit, als iemand die een wild dier benaderd.
Ze ging nog rechter op zitten, blikte even vlug naar de toeschouwers. 'Mij helpen?' schamperde ze, 'ik heb geen hulp nodig, ik voel me prima.'
Raël aarzelde en likte zijn lippen. Ze klonk gemaakt opgewekt, de spanning in haar stem was te horen.
'Kayla, je bent jezelf niet.'
'Ik heb niet om je gevraagd en wil dat je weggaat.'
Raël deed nog een stap. 'Nee.'
Kayla kwam overeind, ze stond nu op vaste benen op haar bed. 'Weg, Raël.' Haar gezicht kreeg iets vijandelijks.
Raël wilde koppig nog een stap zetten, maar ze was hem voor: 'Nog één stap, en ik scheur je kop eraf jongen, je bent gewaarschuwd.'
Raël koos voor een andere strategie, hij liet zijn handen zakken en opende zijn handpalmen naar haar toe, hij lachte lief. 'Komaan, Kayla, ik ben je vriend.' Hij keek even naar de rest, iedereen stond er geschrokken bij.
'We zijn je vrienden, Kayla,' voegde Hester er onverwachts aan toe.
Kayla draaide met een ruk haar hoofd opzij. 'Niet waar,' siste ze.
Meteen zag Raël deze afleiding als een kans, hij nam vlug nog twee stappen in Kayla's richting. Onmiddellijk waren haar ogen weer op hem gefocust, ogen die snel van kleur veranderde, van mosgroen gingen ze naar dieprood. 'Weg,' zei ze met een vreemde, rauwe stem. Ze maakte klauwen van haar handen en nam een aanvalspositie aan. Raël deinsde achteruit.
Voor ieders ogen begon Kayla te veranderen, haar ruggenwervel als eerst. Die bolde uit, scheurde haar pyjama. Binnen enkele seconden was ze overal bedekt met gitzwart haar, de hele pyjama ging aan flarden. Nagels groeide uit tot klauwen, haar oren verdwenen en groeide opnieuw uit haar hoofd, groot en spits.
Ze leek op een wolf, maar ze had iets slanks en lenigs, als een zwarte schim. En ze was groot, veel groter dan een wolf zou kunnen zijn...
Lisbeth slaakte een kreet.
Raël ademde zwaar toen Kayla in transformatie voor hem stond.
'Ze heeft de eigenschappen van een wolf,' zei hij. Kayla brieste en krulde haar lippen op tot haar messcherpe tanden zichtbaar werden, tanden die in staat waren botten te kraken. Ze grauwde nijdig. 'Maar ze is een hybride. Denk maar aan een Reuzenwolf.'
'Een Reuzenwolf? Maar die zijn uitgestorven!' gilde Tiana helemaal overstuur.
'Met wetenschap kun je veel bereiken, ze is gemuteerd!' reageerde Raël snauwerig van spanning.
Op dat moment kwam Sofie de kamer in rennen en deed ze iedereen schrikken. Inclusief Kayla. Die sprong van het bed en lande op vier lange poten, ze brulde naar Sofie die geschrokken achteruit deinsde.
'Kom niet dichterbij!' riep Raël. Kayla draaide haar kop naar hem om, woest, ze trok rimpels in haar neus.
De jongen deinsde langzaam achteruit, hij zag haar ogen naar het raam schieten; ze wilde ontsnappen.
'Je gaat nergens heen Kayla,' fluisterde hij, hij waagde een stap in haar richting. Meteen kreeg hij een sneer, de wolf hapte naar zijn benen.
Hij sprong weer achteruit. 'Goeddan,' hijgde hij, 'als je het zo wilt spelen.'
Raël schudde zijn jasje van zijn schouders en trok ook het t-shirt dat hij daaronder had over zijn hoofd.
'Raël, pas op!' waarschuwde Hester, de wolf had in de gaten dat hij even verblind was door zijn shirt en deed weer een aanval. Maar Raël was sneller, voordat iemand met zijn ogen kon knipperen was hij geen jongen meer, maar een Hyena, gele ogen boorden zich in die van Kayla. Ze week even terug, maar hoewel Kayla te groot was voor een normale wolf en ook hoog op haar zwarte poten stond, kon je haar nauwelijks groter noemen dan Raël, die een flinke borstkas had en ook veel sterker was.
Dat zag ze blijkbaar in, want na hem nog een keer afgeblaft te hebben, sprong ze uit het raam en verdween.
Meteen snelden de toeschouwers erheen.
'Raël, ze is ontsnapt!' beschuldigde Hester hem.
'Maak je geen zorgen, ze is misschien snel, maar ik doe alles om haar te pakken te krijgen,' hoorden ze grommend vanuit de schaduw. 'Opzij.'
Iedereen week uit en het tweede beest verdween ook door het raam.
'Ik raak in shock, denk ik,' zei Lisbeth hees. Tiana was helemaal buiten adem, 'ik ook,' piepte ze. Toen viel ze flauw in Cals armen.
Lisbeth keek naar Tiana's weggedraaide ogen. 'Hm,' deed ze, 'ik red het toch wel denk ik.'
Cal legde Tiana op het bed. 'Ik heb nog nooit zoiets gezien,' zei hij, eerder onder de indruk dan doodsbang.
'Ik wel, zo vaak,' zei Hester stoer, terwijl ze weer een blik door het raam wierp. En toch rilde ze even. Haar vriendin zo te zien was toch iets anders...
'Zullen ze nog terugkomen denk je?' Sofie keek angstig naar haar zus.
'Wat is er met ons zusje?'
'Alleen Raël weet dat,' zei Hester, 'laten we hopen dat hij ook weet hoe we haar weer normaal krijgen...'
~~~
Onder het licht van de maan was het een zwoele zomernacht. De zee was kalm, de wind zachtaardig koel.
De zenuwen die door Raëls lijf gingen, des te razender. Hij was niet in conditie -wanneer was de laatste keer dat hij getransformeerd was?- en bovendien doodop, maar het voelde fantastisch om weer te leven.
Kayla was hem zojuist weer ontglipt, maar haar geur was nog dichtbij. Raël speurde de hoteltuin af, zijn gele ogen vingen elke beweging op. Soms zag hij Kayla wegschieten. Ze speelde een spel met hem.
Hoewel hij ervaring had, kreeg hij te maken met een nieuwe, onbekende kracht. Kayla was snel, soepel, sterk én haar zintuigen leken tot het uiterst ontwikkeld te zijn.
Ze is een wetenschappelijke creatie, bleef Raël in zichzelf herhalen, hoewel hij diep vanbinnen wist dat hij dat ook was. Het enige dat Kayla tot een ander soort maakte, was haar kwaadaardigheid. Ze was monsterlijk, gemaakt om te doden, altijd hongerig naar bloed en vlees.
En dat was misschien ook wel een nadeel, want ze dacht niet helder na, als ze überhaupt al nadacht.
Ze werd nog weleens afgeleid door het geluid van gelach, de geur van mensenvlees.
Raël had al gehoord dat er ergens in de buurt twee mensen gebruik maakte van het buitenzwembad, lachend en dartelend om elkaar draaiend, een stel misschien, jong nog.
Op snelheid kon Raël het nooit van Kayla winnen, dus achtervolgen was geen optie. Misschien moest hij haar natuurlijke instinct het werk laten doen.
Met zijn gezonde verstand, dat hij toevallig wel nog beheerste in zijn Hyena-gedaante, zocht hij een verstop plaats dicht bij het zwembad.
Het koppel zwom daar maar, zo gelukkig, zich van geen kwaad bewust. Het deed hem denken aan Delora, zijn gedachten dwaalde af.
Hij moest daar minstens een half uur gezeten hebben, de twee in het water begonnen moe te worden en zwommen naar de rand om zich ergens aan vast te kunnen houden. Eindelijk liet Kayla zich zien. Haar rode ogen waren tussen de struiken door op de twee jonge mensen gericht. Er viel moord te lezen in haar ogen.
Een seconde lang vroeg Raël zich af of het haar om het moorden ging, of om het eten van mensenvlees.
Kayla kroop uit de struiken, het stel was zo met elkaar bezig dat ze haar niet zagen, en zij was zo met het stel bezig dat ze Raël vergeten was. Hij sloop om en nam achter haar zijn plaats in. Ze was helemaal gefocust op haar prooi, haar kop laag, de oren plat. Haar zwarte staart strak naar beneden gericht.
Raël wachtte niet langer en viel aan. Meteen slaakte Kayla een wolfachtige kreet. De mensen draaiden zich geschrokken om en wisten niet hoe snel ze uit het water moesten geraken. 'Het monster,' hoorde Raël het meisje gillen.
Daarna was hij meteen weer bij de les omdat hij in zijn zij gebeten werd door de agressieve wolvin.
Flikkerende, rode ogen schoten voorbij. Raël was even versuft, maar hij wist wat hem te doen stond. Sorry Kayla, ik doe dit alleen omdat ik van je hou, dacht hij. Daarna sloeg hij Kayla's kop tegen de stenen. Dat ging gemakkelijk, want Kayla was blind van woede, en hij gebruikte zijn volle gewicht.
~~~
Raël is back!!
Aaahh! 0.0
Sp

Experiment F III: Tegengif (voltooid)Where stories live. Discover now