Hoofdstuk 20 - Perkamentus

3.1K 79 7
                                    

 'Woah, voorzichtig' vloekt Harry als een stapel boeken uit zijn handen op de grond valt.
'Harry,' zeg ik zonder me te verontschuldigen, 'Harry ik heb je hulp nodig.'
Hermelien komt naast Harry staan en kijkt me op haar bekende, bazige manier aan.
'Alsjeblieft' voeg ik eraan toe.
'Jemig, wat is er met jou gebeurd?' vraagt Ron die er ook bij is komen staan, 'je ziet lijkbleek enzo.'
'Ik... ik... ik kan het niet uitleggen' zeg ik met trillende stem. Nerveus kijk ik achterom.
'Je komt bij Omber vandaan he? Als ik haar ermee kan dwarszitten, doe ik het' glimlacht hij.
'Zou je me naar het kantoor van Perkamentus willen brengen?' vraag ik hem.
'Kom,' zegt Harry zonder verder vragen te stellen, 'het komt wel goed Elektra.'
Dankbaar loop ik achter hem aan de lange gangen door, een paar trappen op tot we stoppen voor een stenen beeld van een waterspuwer staan. Harry kijkt een beetje beschaamd achterom. 'Zou je... vind je het erg om wat naar achteren te gaan? Ik weet niet of jij het wachtwoord wel mag weten.'
'Geen probleem,' antwoord ik terwijl ik me omdraai. Ik hoor Harry iets fluisteren en vervolgens hoor ik het geluid van steen over steen. Als ik me weer omdraai, zie ik dat het standbeeld verdwenen is en er is een wenteltrap verschenen. Achter Harry aan klim ik naar boven. Harry klopt en doet de deur open. Perkamentus zit hij achter zijn bureau. Zijn ogen twinkelen.
'Ah, juffrouw De Winter, ik had u al verwacht' zegt hij vriendelijk. 'Kom binnen. Harry, kom ook zitten, ik moet jou ook nog spreken.'
Aarzelend ga ik in de stoel achter het bureau zitten terwijl ik vol verbazing de kamer rondkijk. Overal ratelen, puffen en draaien apparaatjes. Schilderijen met oude schoolhoofden murmelen zacht met elkaar, ogenschijnlijk ongeïnteresseerd in mijn komst, al zie ik er een paar stiekem uit hun ooghoeken naar me loeren. Ik kan het niet met zekerheid zeggen, maar het lijkt erop dat Zalazer Zwadderich mij een snelle knipoog geeft. Ik kan niet geloven dat Draco hier ooit ongezien heeft ingebroken. Zou dat zijn nadat ik hem mijn onzichtbaarheidsmantel heb gegeven?
'Wat kan ik voor u betekenen, juffrouw De Winter?' vraagt Perkamentus. Ik schrik op. Ik vertel eerst aarzelend, maar dan met groeiende woede en verontwaardiging mijn verhaal. Perkamentus heeft zijn handen onder zijn kin gevouwen en luistert aandachtig. Af en toe stelt hij een vraag ter verduidelijking, maar verder laat hij mij helemaal uitspreken. Ik vertel hem alles, behalve het dat Sneep mijn vader is.
'Het spijt me oprecht voor u, juffrouw De Winter' zegt Perkamentus welgemeend.
'Is er iets wat u...' begin ik.
'Nee.' Perkamentus stem klinkt zacht, maar beslist. Als ik de vervloeking ongedaan maak, zullen jullie contact met elkaar opnemen en Omber zal daar achter komen. Jullie moeten even je tijd afwachten, hoe moeilijk het ook is.'
De tranen springen in mijn ogen als mijn laatste hoop vervliegt. Uit alle macht knipper ik ze weg.
'Is het dan mogelijk om van afdeling te wisselen?' vraag ik zonder hoop.
Top mijn verbazing knikt Perkamentus. 'Dat moet lukken. Ik moet professor Sneep gelijk geven dat Griffoendor een provocatie zou zijn richting professor Omber, maar Huffelpuf of Ravenklauw moet geen probleem zijn.
'Mag ik dan bij Ravenklauw?' vraag ik aan Perkamentus.
Met een zwaai van zijn toverstaf haalt Perkamentus de roosters voor zich en bekijkt die aandachtig. 'Je zal het veiligst zijn in Huffelpuf' antwoordt Perkamentus uiteindelijk.
De moed zinkt me in de schoenen. 'Maar professor' werp ik tegen. 'Nee mevrouw De Winter, hierover is geen discussie mogelijk. We moeten ons richten op uw veiligheid. Niet op het feit dat geel uw kleur niet is.'
Ik kijk met een ruk op naar zijn gezicht en zie zijn ogen plagerig twinkelen.
Met een knikje geef ik toe. 'Huffelpuf it is' zeg ik berustend.
'Je hebt toverdranken en de verzorging van fabeldieren samen met Zwadderich. Professor Sneep en professor Hagrid kunnen je dan beschermen tegen je klasgenoten. De overige lessen heb je allemaal met Griffoendor en Ravenklauw.'
Met een zwiepje van zijn toverstok past Perkamentus al mijn gewaden aan in de kleuren van Huffelpuf. 'Ik heb me vergist,' zegt hij vriendelijk, 'geel staat u wel!'
'Dank u professor' zeg ik voorzichtig, 'en verder? Wat moet ik doen?'
Perkamentus glimlacht. 'Ik moet me al heel erg vergissen als professor Omber niet op weg is... ah, daar is ze al. Mijn waarde professor, komt u binnen.'
Briesend komt Omber binnen. 'WAT doe jij hier?' snauwt ze, 'wat ben je aan het bekokstoven?'
'Professor, professor, kalm maar. Ik heb juffrouw De Winter gevraagd te komen' valt Perkamentus haar in de rede. 'Ik hoorde namelijk gisteren over uw twijfel over de rechtmatigheid waarop juffrouw De Winter in Zwadderich terecht is gekomen en ik heb besloten de sorteerhoed nog eens te raadplegen. En raad eens: de hoed heeft een vergissing gemaakt. Onze juffrouw De Winter blijkt verkeerd te zijn ingedeeld, ze is een raszuivere Huffelpuf.'
Ondanks alle ellende moet ik even glimlachen om het woordje raszuiver. Ik verdenk Perkamentus ervan dat hij het heerlijk vindt om met Omber te spotten.
'Maar... maar...' sputtert Omber tegen, 'de hoed heeft nooit ongelijk.'
'Vindt u dat werkelijk?' vraagt Perkamentus verbaasd, 'ik twijfel wel vaker hoor. Neem nu uzelf: u heeft voldoende intelligentie om een Ravenklauwer te zijn, voldoende moet voor Griffoendor en u bent VRIENDELIJK genoeg voor Huffelpuff, en toch heeft de hoed u in Zwadderich ingedeeld.'
Ik zie dat Omber begint te koken. 'Als ik hier...' begint ze, maar dan houdt ze haar mond.
'Dat moment is er nog niet Dorothea, nog niet' geeft Perkamentus tot antwoord, 'en tot die tijd zorg ik voor mijn leerlingen. Juffrouw De Winter, uw eerste les bij professor Banning is al een kwartier geleden begonnen. Hup, vooruit met de geit, naar uw lessen.'
Als ik wegloop, hoor ik hem scherp tegen Omber zeggen: 'en vanwege uw angst voor haar huisdier, heb ik de vrijheid genomen de leraar Fabeldieren te vragen zo lang op haar huisdier te passen.'
Een golf van blijdschap gaat door me heen. Nymeria is veilig. De enige vraag is hoe Perkamentus dat zo snel weet. Als ik even later voor de laatste keer door het portret naar de leerlingenkamer van Zwadderich naar binnenklim, heb ik mijn antwoord. Dankbaar druk ik een kus op de wang van Zalazar Zwadderich.
'Hee joh, ik ben zeker duizend jaar ouder dan jij bent' gromt hij.
'Dankuwel, ik zal dit nooit vergeten' zeg ik ernstig.
'Het is al goed' zegt Zwadderich bruuks, 'ga maar naar je andere afdeling toe. Bah, geel!'
Ik glimlach en loop via een ondergrondse gang naar de zonnige leerlingenkamers van Huffelpuf.     

Bijles van DracoWhere stories live. Discover now