Hoofdstuk 3

537 27 7
                                    

Als de deur dicht soeft en uit het zicht van Stacey en de anderen ben ren ik naar mijn coupé spring mijn bed in en huil al het water uit mijn lichaam. Wat haat ik haar, ik heb nog nooit iemand gehaat, maar nu... Hoe kan iemand zo onuitstaanbaar zijn? Dan gaan mijn gedachten naar de families die nu aan het feesten zijn omdat hun zoon of dochter niet getrokken is, ik zou boos op ze moeten zijn, maar het enige wat ik voel is jaloezie.

Mijn deur soeft weer open en het meisje van daarnet stapt binnen. Ik ga gelijk rechtop zitten en droog mijn tranen. 'Oh sorry, ik wist niet dat je...' 'Het geeft niet, als je Stacey was had ik nu waarschijnlijk een kussen naar je toe gegooit,' zeg ik. We lachen, allebei geforceerd, maar het voelt fijn om weer even te lachen. 'Maar wat kom je doen,' vraag ik. 'Ik wilde zeggen dat we beschikken over een bad en een douche, we hebben ook kleding voor je als je dat wilt.' Ik glimlach, het enige dat ik leuk vind aan het Capitol zijn de spullen die ze hebben. Ik sta op en knik. 'Loop maar mee.' Ze stapt de deur uit en we lopen 3 wagons door voor we bij de kamer komen. Onderweg komen we een paar avoxen tegen en ze buigen allemaal als ze het meisje zien, het meisje glimlacht alleen en loopt verder.

Eindelijk aangekomen in de kamer kan ik mijn ogen niet geloven. De hele achterwand is van glas, je ziet de ondergaande zon die het berglandschap een oranje gloed geeft. We rijden echt heel snel. Voor het raam staat een groot bad en in de hoek van de kamer staat een grote douche met zwarte weerspiegelende tegels. De douchekop is heel groot en in de muur zit een kleine tv.

'Wat wil je?' zegt het meisje als ze me aandachtig ziet rondneuzen. 'Oh, ik kan niet kiezen, ik vind het allemaal zo mooi!' Het meisje lacht en zegt dat ik dit ook in het hotel kan verwachten. Ik kies het bad, omdat het gewoon te verleidelijk is. 'Ga jij maar kleding uitzoeken daar,' ze wijst naar een deur aan de zijkant van de coupé. 'Dan laat ik het bad vollopen.'

Ik loop naar de deur en zie drie kasten vol kleding, de eerste kast heeft ondergoed en broeken, de tweede kast heeft shirts en truien en de laatste heeft jurkjes, jasjes en vesten. Ik hou niet zo van optutten dus ik pak een mooi zwart hemdje en een grijze joggingbroek en lange sokken, ook pak ik een onderbroek een bh en een lichtblauw vestje. ik leg het op een mooi stapeltje en loop de kamer weer uit.

'Het bad is bijna klaar, Juffrouw.' zegt het meisje die strak naast de deur staat. Ik glimlach en leg de kleding op een kastje naast het bad. Ik ga op de rand van het bad zitten en bekijk haar aandachtig. 'Is er wat, Juffrouw?' 'Wat ben jij?' Ik bedenk me ineens dat dat best wel hard aan kan komen dus ik zeg er snel wat achteraan. 'Ik bedoel... Je lijkt op een avox, maar je praat. Het lijkt alsof de andere avoxen je aanbidden. Wat is dat?' Het meisje staat stokstijf en lijkt haar adem in te houden. Ze kijkt door het raampje van de deur en gaat dan weer terug in haar positie staan. Ik kijk haar vragend aan, maar dan begint ze zachtjes te praten. 'Ik woonde vroeger in District 12, daar is het er heel slecht aan toe, weet u, nog slechter dan in District 9, misschien wel tien keer zo erg.' Ik slik. 'Er is nauwelijks eten, dat is een van de redenen waarom er zoveel mensen sterven. Ik kon mijn familie niet laten sterven, dus ik ging jagen in het bos, op konijnen, vossen, vogels en soms, heel soms een hert.' Ik denk aan toen Phox en ik een konijn gevangen hadden voor het feestmaal, ik schrik bij de gedachten dat dat vanochtend was. 'Maar bij ons is het bos verboden terrein, er staat een omheining onder stroom, om dieren tegen te houden, zeggen ze. In werkelijkheid is het om mensen binnen te houden.' De manier hoe ze de nadruk op mensen legt doet me huiveren. 'Maar ik en mijn zusje hadden een gat in de grond gevonden waar je prima onder het hek heen kon kruipen, vast gemaakt door onze voorouders. Na drie jaar zonder gepakt te worden kunnen jagen ging het toch een keertje mis. Een busje van het Capitol reed door het bos heen, ik wist nooit waar ze dat pad voor gebruikten,' ze praat alsof ze het zich nu pas realiseert. 'Ik duwde mijn zusje de bosjes in en vertelde haar te rennen, ver weg te rennen. Eerst protesteerde ze, maar toen ik zei dat ze het voor mij moest doen rende ze weg. Zo nieuwsgierig als ik was ging ik achter een stel bosjes zitten en zag hoe het busje langsreed, ik was zo blij dat ik zo iets van dichtbij had gezien, ik wilde het mijn familie gelijk vertellen. Maar ik was te vroeg blij want toen ik aanstalten maakte om weg te rennen hoorde ik van verweg iemand roepen dat ik moest blijven staan, of hij zou me doodschieten.' Ze kijkt nu wazig langs me heen en tranen beginnen op te borrelen, je hoort de brok in haar stem. 'Ik wilde verder rennen, ik deed het bijna, maar toen hoorde ik een andere man zeggen dat ze me zusje zagen rennen, ik schreeuwde dat ze me mochten hebben als ze me zusje lieten gaan, eerst wilden ze er niet mee akkoord gaan, maar ik bleef schreeuwen en schreeuwen, uiteindelijk hebben ze mij meegenomen en ik heb mijn zusje verlaten,' een traan loopt over haar wang.

Let the 24th Hunger Games begin [ herschrijven ]Where stories live. Discover now