Hoofdstuk 10

299 20 12
                                    

Ik klam me vast aan de vochtige boomstam en voel het benauwd worden. Mijn broer? Waarom zit hij bij de beroeps? Waarom wil hij me toch dood hebben? De gedachten schieten door mijn hoofd, ze maken me het moeilijk om op de tak te blijven zittten. Ik probeer me zachtjes te bewegen zodat ik wat stabieler zit. Ik duw mijn voeten tegen de stam af, waardoor er een loshangend stukje schors er bijna afvalt. Ik schrik en blijf zo stil zitten dat de beroeps alleen even wat moeite doen om een blik naar de boomtoppen te werpen, verder niets. Ik hou mijn adem in en luister naar wat de beroeps nog te vertellen hebben, of ze nog geheimen met me willen delen. Mijn ene oor luisterd ik naar de beroeps en het andere wordt platgedrukt tegen de stam. 'Stil,' sist Dayo ineens en bukt naar de grond, de andere volgen. Ze blijven stil wachten, op wat weet ik niet precies. Tot ik geritsel hoor, Dayo heeft duidelijk heel goed gehoor als hij dat al hoorde aankomen. Je hoort aan hun zware ademhaling, die ze over de bruine, bedorve bladeren op de grond uitblazen, dat ze niet meer zo fit zijn als eerst. Het geritsel komt dichterbij, ik zie haar als eerst. Met haar zwart witte jas valt ze niet op, alleen haar haar zit tegen. Zo blond als het haar van Rapunzel, het is ongeveer evenlang als dat van mij. Er is iets raars met haar, de nek is opgezwollen en ze houdt haar mond open om nog een beetje lucht binnen te krijgen. Wat zal er met haar gebeurt zijn? Ze ziet de beroeps niet en loopt dus gewoon door, ik wil haar nog een sein geven dat de beroeps in haar buurt zijn. Maar als mijn oog op haar pijl en boog valt, stop ik. Ze kan me terplekken neerschieten, dan heb ik liever dat ze Dayo neerschiet in haar laatste adem, dan dat ik dat ben. Ik zie hoe haar voeten steeds dichterbij de Beroeps komen, hoe ze bij iedere stap die ze zet zal haar dichter bij haar dood brengen. Als ze door het hoge gras gekomen is en de Beroeps ziet zitten, pakt ze een pijl en spant die op haar boog. Ze kijkt boos, verdrietig en bang in één. Ik kijk hoe haar pijl de boog verlaat en in het hart van de jongen van District 1 komt. Snel spant ze nog een pijl en gaat klaar staan voor de aanval. Dayo ziet hoe de jongen op de grond voor zich uit kijkt. Dan gaat het kanon af, het gezicht van Dayo veranderd in een seconde. Hij stormt op het meisje af, maar het meisje schiet een pijl richting hem. Ik knijp mijn ogen dicht en hoor dat een gil, nee een harde, kille jongensschreeuw. Geen doods schreeuw, maar een schreeuw van pijn. Als ik eindelijk weer durf te kijken, zie ik dat de pijl door de arm van Dayo zit. Je ziet waar hij erin is gegaan en je ziet hem aan de andere kant weer eruit komen. Phox loopt naar het meisje toe, terwijl de andere pijl richting het meisje van 1 vliegt, hij kan er maar net van ontkomen. Phox pakt het meisje bij beide armen vast en duwt haar op de grond. Het meisje verliest haar boog en weet nu dat ze verloren is. Mijn aandacht wordt weer naar Dayo getrokken als ik weer een luide schreeuw hoor. Hij heeft zijn pijl uit zijn, nu bloedende arm getrokken. Hij pakt zijn zwaard die bij het meisje van 1 ligt en loopt naar het Rapunzel-meisje, die nog steeds aan het spartelen is. Dayo duwt Phox snel opzij, het meisje kan nu opstaan en wegrennen, wat ze ook wil doen, maar Dayo zet zijn schoen met een klap op haar borstkas. Hij duwt zo hard dat ik denk dat de ribben haar longen al bereikt hebben. Een harde, hoge gil ontsnapt uit haar mond. Dayo tilt zijn zwaard op en richt het op zijn doelwit, nu steekt hij het zwaard in het hoofd. Het meisje stribbelt nog tegen maar het is te laat. Het zwaard doorboord haar hoofd, de laatste adem wordt uitgeademd. Dayo haalt het zwaard weer uit haar hoofd en het kanon gaat af. Hij vindt het blijkbaar nog niet genoeg, want hij steekt het zwaard nog eens diep door haar hart en zegt dan tegen de andere dat ze maar beter kunnen gaan. Phox staat op, veegt zijn handen aan zijn broek af en loopt daarna achter Dayo, de jongen uit 1 en het meisje uit 2 aan. Ik moet nog even bijkomen van wat ik net gezien heb, ik was in alle nachtmerries precies zó door Dayo vermoord. “Is dit een teken?” Na een paar minuutjes besluit ik naar Alice en Taylon te gaan. Ik klim naar beneden, hoe ik net ook naar boven was gegaan en loop zo vermogelijk van de Beroeps vandaan, naar Alice en Taylon.

Als ik weer op het kamp aan kom is het verlaten, er is niemand. Ik besluit weer een vuurtje te maken - nu de beroeps ver zijn, hoef ik me geen zorgen meer te maken over die kleine rookwolkjes die nog door de bladeren heen dwarrelen - Ik warm de konijnen alvast op en ik leg de bessen per soort op de bladeren neer. Dit doet me denken aan de picknick die ik ooit georganiseerd had toen mijn ouders twaalf en een half jaar getrouwd waren. Ik had een stukje land van boer Stenley gevraagd, een open grasveldje. Ik wilde eerst in het bos, maar toen moest ik denken hoe moeilijk het voor mijn moeder zal zijn als we daar gingen picknicken. Ze zou dan de hele tijd aan het moment dat mijn neef en zijn vrienden het bos ingingen, iets te ver. Waar het verboden is om te komen, District 9 heeft slechts een klein stukje bos gekregen. Ik wist alle bomen te vinden, hoe stevig en oud ze waren. Maar mijn moeder durfde er niet eens in te kijken. Dus kregen we van boer Stenley een stukje grasveld. Ik heb op een heuveltje een rood met wit geruit kleed neergelegd. Met daarop borden met verschillende soorten bessen, brood en dieren. Ik zie hun gezichten nog steeds voor me, ik was negen en stond daar in mijn blauwe jurkje, donker blauwe schoentjes met hoge witte sokken. Mijn haar had mijn moeder ingevlochten. Hun gezichten, zo vredig en blij. We aten daar met z’n vijven: papa, mama, Autumn, Phox en ik. We zaten te smullen van het eten waarop Autumn en Phox gejaagd hadden, dat weer werd opgediend door een wit met rood geruit kleed, met porseleinen borden, die van onze oma geweest was. Na dat eten heeft Autumn me leren jagen, ik wilde graag voor hun twaalfjarig jubileum een haas op tafel krijgen. Ik had wel een haas gevangen, maar we vierden het niet. Ze waren twaalf jaar getrouwd, één dag nadat de spelen waren afgelopen en de winnaar van District 6 bekend werd gemaakt. We waren maanden na Autumns dood, allemaal depressief. We zeiden niets tegen elkaar en ik ging de eerste twee weken niet naar school. Ik kon mijn rust alleen nog maar in het bos vinden, ik jaagde op dieren die mijn moeder dan zou klaarmaken als avond eten.

Let the 24th Hunger Games begin [ herschrijven ]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu