Hoofdstuk 4

13 4 1
                                    

~Mace~

Ik hoor dat Alice huilt. Ik kijk naar beneden. Jones heeft zijn hand om haar gezicht. "Ik beloof je, ik kom terug." "Weet ik. Maar voor hoelang?" "Tot ik mijn missie heb volbracht." "Waarom wil je me niet vertellen wat voor missie het is?" "Dat kan niet schat. Dat weet je." "Zeg tenminste waar het is!", zegt ze overstuur.

Missie? Weet mijn moeder hiervan? Ik raak door de war.

"Ik moet nu gaan." Ik zie dat Alice probeert om hem nog een laatste zoen te geven, maar inplaats daarvan geeft hij haar een kus op haar wang. "Vaarwel." Hij gunt haar geen laatste blik. Hij kijkt om zich heen en rent vervolgens weg. Alice huilt nog steeds.

Een paar minuten later is ze al opgehouden met huilen. Er komt een vreemde man aan. "En hoe deed ik het?", vraagt ze. Ze pinkt haar tranen weg en zet nonchalant haar hand in haar zij. "Top! Jij hebt echt goede acteerskills." Zijn stem klinkt een beetje schor en vooral erg laag.

"Ik vind zelf dat ik het best overtuigend deed. Denk je dat hij het geloofde?" "Ja, dat zou kunnen." Hij stapt dichterbij haar. Een hand verdwijnt onder haar shirt. Vervolgens hoor ik erge zoen geluiden. "Gatver." Ik duik naar beneden. Dat hoef ik niet te zien. Gaat Alice gewoon vreemd? Dat is niet eerlijk tegenover mijn moeder en Jones.

Pas na tien minuten stopt het vreselijke geluid. Ik hoor Alice. "Schat. We moeten stoppen." Snel kijk ik weer. Ze heeft een hand op zijn mond gelegd. "Nog heel even.", smeekt de man. "Nee, je moet hem nu achterna." De man kijkt chagrijnig. Hij geeft haar een paar kusjes in haar nek. Alice giegelt. "Stop, stop. Jase. Je moet echt gaan. Nu." Hij stopt en kijkt haar aan." "Oke dan babe. Wat jij wilt." Jase? Ik heb die naam nooit eerder gehoord. 

Ik zie Jase wegrennen en hij verdwijnt achter een muur. Alice ziet hem al niet meer. Maar ik wel. Ik zie dat hij dezelfde richting in loopt als Jones. Plots zie ik een gedaante. Vliegensvlug. De schim? Ik hoor geschreeuw. Van een man. Ik kijk naar Alice. Die kijkt geschokt. Ik zie dat een schim achter de muur vandaan komt en een gedaante meesleept. Ik zie plots wat er is gebeurd. En Alice ook. Ze schreeuwt het uit. Ik sla mijn hand voor mijn mond.

Er is een dolk dwars door Jase zijn borstkas gestoken. De schim doet zijn capuchon af. Het is Jones. Hij lacht. "NEE! WAT HEB JE GEDAAN! JACE! MIJN JACE." "Het is je eigen schuld." "Neeheheee." Jammert ze.

Tranen stromen over haar wangen, alsof een kraan open staat. Het is hartverscheurend. Ik krijg een brok in mijn keel. Zelfs ik moet huilen.

Alice rent naar Jase toe. Ze legt zijn hoofd op haar schoot. "NEE.. JACE... jace.. jace.." Ik hoor aan haar dat ze op zoek is naar lucht. "Alice stel je niet zo aan." zegt Jones nonchalant. "Je.. je hebt hem gewoon.. gewoon.." De woorden komen maar niet uit haar mond. Ze huilt weer.

"Vermoord? Bedoel je dat Alice? Ja. Ik hem vermoord." "Wa.. waarom?" Snikt Alice. "Jij liet me geen keus, schat. Dan had je hem niet achter me aan moeten sturen." Alice schreeuwt het uit.

Ik kijk droevig naar hen. Ik kan niks voor haar doen. Jones is gewoon een moordenaar! Ik wil wegrennen. Ik moet mijn moeder waarschuwen. Maar ik doe het niet. Ik moet blijven kijken.

"Alice, dit is niet alleen de straf voor jou. Ik vertrouwde je. Je hebt me al voor meer dan tien jaar voor de gek gehouden." "Wat ga je.. je me aan doe.. doen?" Tussen haar zinnen door hapt ze naar adem. "Dat kom je snel genoeg te weten." zegt hij met een grijns.

Hij heft zijn hand op. Alice schreeuwt. Jones steekt de dolk tussen haar ribben. "Dit is je straf mijn lief." Alice kijkt naar haar ribben. "De baby.." Haar handen zitten onder het bloed. Ze kijkt Jones aan. Haar blik verstijft. Ze is dood.

Jones haalt een diepe zucht. "Dit was niet mijn keus. Had je me maar niet bedrogen. Ach, het was toch niet mijn baby. Ik had je heus wel door hoor." Hij laat haar liggen en kijkt om zich heen. Hij wil dan weglopen, maar ziet mij. "Mace.." zegt hij dan.

Ik duik snel onder mijn raam. Wat moet ik nu doen? Ik kijk weer naar buiten. Hij is al bij de voordeur.

Ik ren snel naar beneden. Ik verstop me, zodat Jones langs me gaat. Ik ren naar buiten. Ik hoor hem schreeuwen. Een deur klapt open. Ik verbaas me eigenlijk dat niemand al dit kabaal hoort.

Snel ren ik. Ik ga vliegensvlug. Kijkend achter me ga ik verder. Jones is al dichtbij, op drie meter afstand. Ik was even vergeten dat hij heel snel is. Ik kijk weer vooruit. Ik voel dat ik ergens tegenaan klap. Het wordt zwart voor mijn ogen...

⭐️

Dit was het voor dit hoofdstuk. Wat vinden jullie ervan? Zijn er nog tipsss?😁 Pls stem als je het leuk vond!😊❤️

Doei!
~Liens💕

Alles door de schimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu