Hoofdstuk 8

13 1 0
                                    

~Mace~

Het gevecht. De twee jongens vechten met licht. Blauwe en gele lichtstralen schieten de lucht in. Ze verlichten de hoogste toppen van de bomen. Ik voel me raar. Misselijk. Ik ken het niet. Ik heb angst voor het onbekende. Wat zijn die stralen toch?

Gele flitsen komen uit Gyro's hand en blauwe uit die van Jace. Ik sta verbijsterd te kijken. Ik voel verwarring, bewondering en angst door elkaar heen gaan. Ze houden binnen in me een gevecht, waardoor de emoties per seconde veranderen.

Ik hoor een brullende stem naast mij. "Mace, ga weg!" Ik schrik op uit mijn rusteloze gedachte. Gyro staat opeens naast me. Hoe kon hij binnen een seconde aan deze kant zijn?, vraag ik mezelf vol verwarring.

Jace staat ook opeens achter me. Hij legt zijn hand op mijn onderrug. Ik voel me er ongemakkelijk bij. "Van mij mag ze wel blijven hoor." Ik kijk hem aan. Ik krijg vervelende kriebels in mijn buik. Weer die donkere, diepe blik. Hij grijnst. Ik draai mijn hoofd weg. Die blik is beangstigend onbekend.

De hand op mijn rug wordt weggetrokken. Jace staat opeens aan de andere kant van Gyro. Eng.  Hij kijkt me betekenisvol aan. "Wow, hoe doe je dat zo snel?!" Is het enige wat ik tegen hem zeg. Dan staat hij opeens weer heel dicht achter me. Zijn lippen raken mijn oor. Het kietelt. "Dat zou je wel willen weten, niet?", fluistert hij. Ik ril. Ik duw hem van me weg. Weer die verdomde kriebels in mijn buik.

"Mace, luister nu naar me. GA WEG!", zegt Gyro nu dreigender, maar kalm. Ik ren zo hard als ik kan weg. Het bloed giert door mijn aderen. Ik zijn stem klonk net gevaar. Mijn hart bonkt als een malle. Ik ga vliegensvlug en probeer alle bomen te ontwijken. Ik hoor allerlei stemmen me na roepen. "Go girl!" "Harder!" "Hup! Je kan dit!" "Hij ziet je al niet meer hoor." Ik krijg er rillingen van. Er is niemand. Ik vraag me af of dat stemmen in mijn hoofd zijn. Ik schrik. Ben ik nu gek aan het worden? Ik ben bang, omdat ik niet weet wat gaande is. Om me heen, maar ook in me.

Ik kijk achterom om te kijken hoe ver hun al zijn. "Shit." Jace is op een paar meter afstand. Gyro kan ik niet zien. Mijn hart begint nog harder te bonken. Ik heb het gevoel alsof hij zo uit mijn borstkas schiet, zo snel gaat het.

Ik zie opeens een flits langs me schieten. "Kijk voor je." Het is Gyro. Ik doe wat hij zegt en bots met volle vaart tegen een boom aan. Hij trekt me net op tijd weg. "Niet letten op Jace, kijk voor je en gewoon rennen." Nu pas valt het me op dat hij nauwelijks buitenadem is en nog steeds volop kan rennen. Of lijkt het maar zo? Te veel vragen. Geen antwoorden.

Ik zie een flits in mijn rechterooghoek. "Jij kan wel hard rennen hoor, moppie." Het is alweer Jace. Onze blikken kruisen elkaar. "Flikker.. op.." zeg ik buitenadem. Geen idee wat hij nu gaat reageren, maar hij moet bij me weg. Ik geef hem een harde duw opzij. Hij maakt alleen maar een bochtje en gaat dan weer verder met rennen. Het bloed voel ik in mijn polsen kloppen.

"Dat had dus niet zo veel zin, he?", zegt hij met een grijns van oor tot oor. Ik zie een flits voorbij schieten die Jace de licht in gooit. "Maar dit wel.", zegt Gyro emotieloos. Hij rent naar hem toe met zijn vuist omhoog. Ik krijg plots medelijden met Jace. Ik weet dat hij nu al een klootzak is, maar mijn gevoelens blokkeren mijn denken. "Niet doen!", gil ik vol hoop.

Gyro twijfelt even, waardoor Jace kan ontsnappen. Hij rent heel hard weg. Ik voel zijn woede nu al. Ik heb spijt. Gyro wil achter hem aan rennen, maar hij verdwijnt.

Ik zie dat Gyro me boos aan kijkt. Hij gaat met zijn handen door zijn haren. "Sorry.." zeg ik. "Als jij niet.. je had gewoon..." hij kreunt. "Het spijt me. Ik kon niet toekijken." "Draai dan weg! Nu heb je hem laten ontsnappen." Ik kijk hem aan. Zijn blik spuwt vuur."Ben je boos?" Domme vraag. Natuurkijk is hij boos.

"Nee, teleurgesteld.", zegt hij tot mijn grote verbazing. Is teleurgesteld niet veel erger dan boos, Hij gunt me geen blik. Hij bijt op zijn nagels. "Jij kan er ook niets aan doen. Je bent hier pas net." "Ik was ook niet van plan lang te blijven.", zeg ik droog. Ik loop weg. Ik wil hier weg. Ik wil naar huis. Naar mijn familie en vrienden. Naar Hidde, Layley en Dorian. Ik wil dat Dorian me vasthoud. Ik ben bang. Weg moet ik hier. Zo snel mogelijk.

"Je weet niet eens welke kant je op moet." Dat klopt, maar ik wil hier weg. Ik ben bang. Maar ik wil niet zwak klinken, dus zeg ik het niet tegen hem.

"Nee, je gaat me daarom ook nu vertellen waar ik heen moet." Hij grijnst. "Had je gewild." Ik rol met mijn ogen. Kinderachtig.

"Ik wil naar huis. Als dat niet kan, wil ik op zijn minst antwoorden." Hij knikt. "Begin maar."
"Waarom ben ik hier?" "Omdat je thuis niet veilig bent.", antwoord Gyro. Ik schrik. "Niet veilig? Hoezo?" "Er is daar buiten gevaar, die jij niet kent." "Hoe lang moet ik hier blijven dan?", vraag ik bezorgd. "Tot je het gevaar wel kent en kan bestrijden." "Wat?", gil ik. "Je moet hier blijven." "Voor altijd?", vraag ik gebroken. "Zou kunnen." Ik zak op de grond. Tranen rollen over mijn ogen. Misschien zal ik ze nooit meer zien...

Gyro zucht diep. "Ik heb hier geen zin in." "Geen zin in? Hallo! Ik moet hier misschien wel mijn hele leven zitten en JIJ hebt er geen zin in?!", schreeuw ik hysterisch. "Ja, dat klopt.", zegt hij droog. Hij draait zijn hoofd weg. Ik sta kwaad op en smijt hem op de grond. "WoW, rustig!!", gilt hij. Hij ligt op de grond en bloedt stroomt over de grond. Ik heb gelijk al spijt.

⭐️

~Lien

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: May 30, 2019 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Alles door de schimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu