Hoofdstuk 7

10 2 0
                                    

~Mace~

Nog steeds is het zwart. Ik ben eindelijk weer bij bewust zijn. Ik knipper met mijn ogen. Het licht brandt fel in mijn ogen. Langzaam verandert het beeld van vage vlagen naar echte beelden. Bomen. Bijna overal waar ik kijk.

Er lijkt niemand me in de gaten te houden. Ik ga rechtop zitten. Iets te snel, want voor mijn ogen wordt het een paar seconde zwart.

"Dorian..", kreun ik. Ik voel me een beetje draaierig. Ik grijp naar mijn hoofd. Het gaat helemaal tekeer. Ik herinner me vaag wat er was gebeurd. Ik was in ieder geval met Dorian. Dat weet ik nog wel. Hij pakte me vast en.. we stonden in het water. Met naast ons Layley en Hidde. Nu wordt alles opeens helder.

Zouden ze bezorgd zijn? Zouden ze überhaupt wel doorhebben dat ik weg ben?

~Layley~

Hidde gooit een enorme plens water over me heen. Ik wil net wat roepen, als ik een seconde later nog een plens over me heen krijg van Dorian. "Hey! Guys!", gil ik. Ik spetter ze nat.
Natuurlijk krijg ik van beide een volle laag terug.

"Ik mis Mace. Waar blijft ze?", zegt Dorian opeens. "Ach, vrouwen. Je weet hoe ze zijn." Er verschijnt een grijns op Hiddes gezicht. "Nu je het zegt, ze is inderdaad wel lang weg.", antwoord ik. "Vreemd." Dorian krijgt een lastige frons op zijn voorhoofd. "Ik ga wel even bij haar kijken.", stel ik voor. "Ja, goed idee."

Ik loop een beetje bezorgd maar het toilet. "Mace?" Er is maar één hokje bezet. Ik klop op de deur. "Mace?" Geen antwoord. Plots gaat de deur met een zwaai open. Een vrouw komt eruit gelopen. Ze kijkt me nors aan. "Sorry", verontschuldig ik me.

Ik wil weer terug gaan naar Dorian en Hidde, als ik opeens de spullen van Mace zie liggen. Op de grond ligt haar tas. "Guys!", roep ik. De jongens joggen het water uit. "Wat?", vraagt Dorian ernstig. Ik wijs naar haar tas. "Ze is weg."

~Mace~

"W-waar ben ik?" Ik weet dat ik tegen mezelf praat. Ik voel me raar. "Is daar iemand? Ik.." Ik heb het gevoel alsof ik moet overgeven. "Help.." Mijn keel wordt dicht gedrukt. Lucht stopt met door mijn longen stromen. Ik hoor rare geluiden om me heen. Wordt ik nu gek? Het is beangstigend.

Ik weet niet wat alles is, maar toch komt het me bekend voor. Nee. Dat kan niet. "Word ik gek?", zeg ik. "Ach, welnee.", hoor ik plots een kalme stem achter me zeggen. Ik draai me vliegensvlug om. Niets..

"Wie is daar? Waar ben je?" "Ik sta recht voor je, lieverd.", zegt de stem. "Ik- ik zie je niet!", stotter ik. "Wordt ik gek?" "Kind, je ziet me wel. Volgens mij heb je niet door tegen wie je praat. Of wel soms?" "Wat?" "Ik ben Zerade, de.." plots stopt de stem. Van opzij zie ik iemand uit de bosjes komen. Een jongen.

"Zo. Je bent al wakker zie ik.", zegt hij met een scheve glimlach. Ik kijk hem dreigend aan. "Breng me nu terug!" Schreeuw ik naar hem, terwijl ik op hem af ren. "Ho, ho! Wil je nu al weg? Je weet niet eens waar je bent!" "Het kan me niet schelen ook! Wat heb je met de rest gedaan? Waar zijn ze?" "De rest? Alleen jij, ik en alle bomen zijn op dit moment hier." "Dat is niet waar.", zeg ik vast besloten.

Ik sta dicht voor hem met mijn armen over elkaar. "Zeg me nu waar Dorian, Layley en Hidde zijn!", commandeer ik hem. "Of wat anders?", hij lijkt er plezier in te hebben.

"Dan vermoord ik je." Ik steek mijn kin uitdagend omhoog. "Kom maar op.", lacht de jongen. Ik ren met volle vaart op hem af. "Stop!" Klinkt een zware stem achter me. Een gespierde jongen staat achter me. Ik doe onbewust wat hij zegt. Ik sta stokstijf stil. Mijn voeten komen niet meer van de grond. Ik vertrouw hem op een of andere manier wel. Ook al ken ik hem nog maar één seconde.

"Gyroles..", zegt de jongen met een rollende R en een sissende S. "Jace. Wat doe je hier?" "Hetzelfde als jij.", zegt Jace met een vermakelijke glimlach. De gespierde jongen zucht diep. "Dat dacht ik dus even niet. Je krijgt tien seconde om hier weg te komen.", zegt de gespierde jongen. "Tien.. negen.." begint hij. Jace blijft stokstijf staan en kijkt hem alleen maar uitdagend aan. "Niet verandert na al die tijd? Spelletjes zijn dus nog steeds jouw ding." Ze kennen elkaar dus al langer. Ik heb geen idee wat ik moet doen. Ik doe niks behalve toekijken.

"Acht.. zeven.. zes..", gaat de jongen, die blijkbaar Gyroles heet, verder. "Verstoppertje was altijd al mijn favoriete spel." Jace kijkt mij in de ogen aan. Het kijkt alsof hij dwars door mij heen kijkt. "Drie.. twee.. één.. nul.." Jace zucht. Voordat ik nog met mijn ogen kan knipperen, is hij plots verdwenen.

"Waar is hij?", zeg ik bewondert van schrik. Hij geeft geen antwoord. "Wacht hier." Beveelt hij me. "Ja baas." Hij kijkt me dreigend aan. "Ik meen het." Ik knik. Hij sjeest mee voor bij. Ik zie alleen wat vlagen en hij is al bij Jace.

Ik kan door de bomen ze niet meer zien. Ik zie allerlei lichtstralen omhoog schieten. Blauwe en gele. Nu weet ik waar ze zijn. Ik ren naar het geluid toe. Allerlei gevechtskreten komen dichterbij. Ik sluip zachtjes naar voren. Mijn mond valt open als ik zie wat er gebeurt..

⭐️

~Lien

Alles door de schimWhere stories live. Discover now