Hoofdstuk 9

44 6 10
                                    

De donder en bliksem stopte maar niet. Buiten was het helemaal donker, ookal was het nog geen nacht. De wolken blokkeerdde al het zonlicht. Hagelsnor schuilde in het krijgershol, net als veel andere krijgers. Hij had sinds de dood van Stompstaart nog niet met Slangenoog gepraat. Hagelsnor gaapte. Is het al avond?

"Hagelsnor en Schroeiklauw, jullie gaan met Druppelblad op jacht" miauwde Waterloper terwijl hij het krijgershol binnen kwam. Hij was net terug van een patrouille die Stompstaarts moordenaar probeerde te vinden.
"Zachtstaart, wij gaan nog even rond het territorium kijken voor aanwijzingen. We zullen niet ver gaan" vervolgde Waterloper.

"Is dat niet gevaarlijk?" Vroeg Schroeiklauw. De jonge krijger zat in een hoekje van het krijgershol in elkaar gedoken.
"De regen is gestopt" mauwde Waterloper.
"Maar de bliksem is gevaarlijk, niet de regen!" Riep Schroeiklauw uit.
"Al het prooi is op. Hoe gaan we anders de clan voeden?" Waterloper keek met een strenge blik naar de krijger. Die hees zich omhoog een liep met tegenzin naar de uitgang van het hol. Hagelsnor zuchtte en volgde hem.

Buiten stond Druppelblad al te wachten. De regen was inderdaad bijna helemaal gestopt, maar het bliksemde nog altijd.
"Slangenoog gaat mee" vertelde Druppelblad. De medicijnkat kwam net naar de groep toe lopen.
"Ik moet wat kruiden halen" verklaarde Slangenoog. Druppelblad knikte naar hem.
"Kan je dat niet later doen? Het lijkt me niet veilig. We hebben maar één medicijnkat en die mogen we niet verliezen" miauwde Schroeiklauw.
"Ik moet dringend klitwortel zoeken. Zilvervoet is gebeten door er rat en dat kan snel onsteken" legde Slangenoog uit. Schroeiklauw knikte, maar hij leek niet erg overtuigd. Zonder verder nog iets te zeggen verlieten Druppelblad en de rest van de groep het kamp.
—————
"Al iets gevonden?" Hagelsnor schrok op van de stem. Hij was net voorovergebogen naar een pootafdruk aan het kijken. Hagelsnor draaide zich om. De stem kwam van Slangenoog.

"Ja, deze pootafdruk, maar volgensmij is die van Waterloper" miauwde Hagelsnor. Slangenoog liep naar de pootafdruk toe en snuffelde eraan.
"Ja", mauwde de medicijnkat, "hij ruikt naar Waterloper. Waarschijnlijk is hij hier net met Zachtstaart langs gekomen." Hagelsnor knikte instemmend.
"Heb jij al je krui-" Hagelsnor kon zijn zin niet afmaken. Er klonk een enorme donderslag.
"Vuur!" Schreeuwde Slangenoog. Beefend keek de medicijnkat in de verte omhoog. Hagelsnor volgde zijn blik en zag dat er een boom in brand stond.
"Kom, we moeten terug naar het kamp om de rest te waarschuwen!" Riep Hagelsnor. Slangenoog knikte, in zijn ogen kon Hagelsnor angst zien. De Donderclankrijger sprintte voorop naar het kamp en hoorde de pootstappen van Slangenoog achter hem aanrennen.

"Slangenoog?" Hagelsnor draaide zich om. Hij was net bij de ingang van het kamp aangekomen. Inmiddels hingen er grote rookpluimen in de lucht, ookal was dat bijna niet te zien omdat het zo donker was.
"Slangenoog?" Maar Slangenoog kon Hagelsnor's stem niet horen. Hij was verdwenen.

Warrior Cats VermoordWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu