Proloog

271 12 0
                                    

"In naam van de koning, kom naar buiten!" Een harde,barse mannenstem klonk door de stille en koele nacht. Een man keek angstig achterom en vervolgens naar twee paar kinderogen. "Wat gebeurt er papa? Waarom schreeuwt die man zo?" Een klein jongetje kruipt angstig tegen zijn vader aan. Met zijn ene hand leidt hij zijn zoon naar de schuur en met de andere wenkt hij zijn dochter. Hij probeert ze gerust te stellen, maar zijn stem verraadt dat hij ook bang is. "Het komt goed, echt waar. Doe gewoon zoals ik heb gezegd en dan komt het allemaal goed." Buiten klonk het hoefgetrappel van zenuwachtige paarden. Lyam pakte de laatste tas op en bond het vast aan het zadel. "Nu moeten we heel snel zijn en zo min mogelijk geluid maken, begrepen?" Zijn kinderen knikten en ze maakten zich klaar om te gaan, toen ze ineens een knisperend geluid hoorden. "Brandt dat hele huis plat!" schreeuwde dezelfde man. Op verschillende plekken werd het huis in brand gestoken en binnen een paar seconden vatte het hele huis vlam. De kinderen schreeuwden uit angst en hun vader trok hen mee naar buiten. Hij was net op zijn paard geklommen toen hij soldaten hoorde aankomen. Hij tilde zijn dochter op en reikte met zijn hand naar zijn zoon, maar kon hem niet vinden. Verschrikt keek hij op en zag tot zijn afschuw een paar groene ogen vanuit de vlammenzee. "Papa!" schreeuwde het jongetje. "We moeten terug! We moeten Sylvan redden!" Tranen rolden over de wangen van zijn dochter, terwijl ze aan zijn mouwen trok. Lyam keek naar haar en maakte de moeilijkste beslissing van zijn leven. "Sylvan, weet dat ik zielsveel van je houd en dat je een dappere O'Carey bent!" De groene ogen in het vuur keken hem aan en verdwenen daarna uit het zicht. Lyam draaide zijn paard en moest zijn dochter tegenhouden om te voorkomen dat ze er vanaf sprong."Nee, nee! Sylvan!" Ze vocht tegen haar vaders sterke armen, maar het mocht niet baten. Ze reden in galop weg en het brandende huis werd steeds kleiner. Ze keek met tranen in haar ogen naar het huis. Boven het boze geschreeuw uithoorde ze ook een gekrijs wat door merg en been ging. Het was het gekrijs van haar broertje die verbrandde en om zijn vader en zus schreeuwde. Het gekrijs bleef in haar oren en ging niet meer weg.

De Grijze Jager: Een nieuw begin (GAAT HERSCHREVEN WORDEN)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu