Hoofdstuk 6

136 9 1
                                    

"Het is lang geleden dat ik een echt goede Hiberniaanse maaltijd heb gehad." Lyam had Maeve Lynn naar bed gestuurd. Eerst had ze tegengestribbeld, maar al snel gaf ze het op. Hoewel ze het niet wilde toegeven, had het etentje toch een hoop energie gekost. Net voordat ze om de hoek liep keek ze Halt aan. "Zie ik je morgen nog?" Halt had zijn schouders opgehaald. "Dat durf ik niet te zeggen. Crowley en ik hebben al veel dingen gedaan, maar morgen moeten we nog een flinke stapel papierwerk doorwerken." Hij was niet blij met dat vooruitzicht. Hij had een hekel aan administratie, maar ook dat hoorde nu eenmaal bij zijn baan als Grijze Jager. Maeve Lynn knikte dat ze het begreep en ging toen naar bed. Lyam en Halt zaten samen voor de haard, met hun voeten op de salontafel. Ze hadden net de laatste borden afgewassen en zaten nu uit te buiken. "Je moet Maeve Lynn bedanken, die wilde koste wat het kost dat ik iets Hibernisch ging koken. Eerst begreep ik niet waarom, maar toen je mij antwoordde begreep ik het meteen." Lyam keek Halt aan, nadat hij zijn ogen had geopend. "Waar kom je precies vandaan? Je komt uit Hibernia, dat heb ik aan je accent gemerkt. Daarbij heb ik het gevoel dat ik je ergens van ken, maar ik kan me niet herinneren waarvan..." Hij wendde zijn ogen af en wreef nadenkend over zijn kin, diep in gedachten verzonken. Hij wist zeker dat hij de man eerder had gezien. Maar dan een aantal jaren geleden. Halt beet op zijn onderlip. Hij praatte liever niet over zijn verleden en al helemaal niet dat hij de kroonprins van Clonmel was. Toen hij samen met Crowley aan de rapporten werkte, had hij wat vragen gesteld over Lyam en hoe hij in Araluen was beland. Crowley had hem alles verteld. Dat wil zeggen, alles wat hij wist. Lyam vertelde niet veel over zijn verleden, alleen als het echt noodzakelijk was. Halts gedachten dwaalden af naar het gesprek.

>>>---------->

"Dus, alles kort samengevat: hij komt uit Dun Kilty, heeft zijn vrouw verloren en is daarna met zijn dochter naar hier gekomen. En dat alles is uit vrije wil?" "Om eerlijk te zijn geloof ik niet dat ze uit vrije wil zijn gekomen." Crowley keek zijn vriend bedenkelijk aan. "Ik heb eens wat rond zitten neuzen en ben toen op een paar interessante dingen gestuit." Hij kwam achter zijn bureau vandaan en liep naar een boekenkast. Daar lagen een hoop rollen perkament opgestapeld en hij pakte er een van. "Hierin," zei hij, zwaaiend met de rol, "staat alles over Lyam en Maeve Lynn. Toen ik hen de eerste keer ontmoette, vertelden ze me niet hun achternaam. Na flink aandringen bij Duncan heb ik toch de achternaam kunnen achterhalen." "En die luidt...?" Halt had gespannen geluisterd. "Blijkbaar is hun achternaam O'Carey." Halts ogen werden groot van verbazing. "O'Carey?! Weet je dat zeker?" Crowley had hem met opgetrokken wenkbrauwen aangekeken. Hij wist wat Halts band met Dun Kilty was en ook dat hij de kroonprins was, maar hij had gezworen dat geheim te houden. "Je gaat me toch niet zeggen dat je hen kent?" Halt plofte in de stoel waarin hij eerder had gezeten en liet zijn hoofd in zijn handen rusten. "De O'Carey's zijn een zeer gewaardeerde familie in Dun Kilty. Al drie generaties lang zorgen zij voor de veiligheid van de koning en zijn gezin als paleiswachten. Ieder van ons kreeg een persoonlijke wacht aangewezen. Ik kreeg Richard aangewezen. Hij had een gezin en zijn oudste zoon zou in zijn plaats komen als Richard te oud zou worden om paleiswacht te zijn. Op een dag, ik was zeven, nam hij zijn zoon mee om hem kennis te laten maken met de taken van een paleiswacht. Wij konden het al snel goed met elkaar vinden en haalden vaak kattenkwaad uit." Halt pauzeerde even en dacht terug aan die tijd, nu al negentien jaar geleden. Crowley zei al die tijd niks. "We werden goede vrienden en hij vervulde zijn taken heel erg goed. Eigenlijk mochten we niet zo hecht zijn, maar daar trokken ons niks van aan." Er verscheen een grijns om zijn mond. Maar die verdween snel toen hij zijn verhaal vervolgde. "Op een gegeven moment waren we aan het boogschieten toen zijn vader langskwam. Omdat hij de commandant van de paleiswacht was, had hij ook belangrijke vergaderingen. Op die momenten moest zijn zoon op mij letten. Hij wist van onze vriendschap. Hij had het eerst afgekeurd, maar was later van mening veranderd. "Mocht het zover komen, dan weet prins Halt dat hij jou volledig kan vertrouwen," had hij gezegd. Aan zijn gezicht te zien kwam hij niet toevallig even langs. Zijn zoon was achttien en dat betekende dat hij ook moest gaan helpen met administratie. Eerst namen we het luchtig op, maar al snel werd duidelijk wat het voor onze vriendschap betekende." Halt zuchtte diep en slikte een paar keer. Het was de eerste keer dat hij erover vertelde. Crowley had intussen nieuwe koffie voor hen laten komen en hij drukte er een in Halts handen. Die nam dankbaar een paar slokken en beëindigde toen zijn verhaal. "Hij had zijn taken en ik moest me ook meer bezig gaan houden met de taken van een kroonprins. We zagen elkaar steeds minder en op een gegeven moment kreeg ik zelfs een andere wacht. Ik hoorde later dat mijn vriend tot commandant zou worden opgeleid en dat hij vanaf dat moment alleen maar daar mee bezig was. Vrije tijd had hij nauwelijks, en ik ook niet. Af en toe hoorde ik wel wat van hem en hoe het hem verging, maar ik heb hem nooit meer gezien. Vier jaar later vluchtte ik naar Araluen, toen mijn vader ernstig ziek was en Ferris me probeerde te verdrinken. De rest van het verhaal ken je." "Dus, als ik het goed begrijp," zei Crowley langzaam, alle informatie verwerkend, "is die zoon Lyam?" "Je slaat de spijker op zijn kop," zei Halt zachtjes. "Zal het een probleem op leveren? Ik bedoel, als hij jou ook herkent, dan kunnen we nog wel eens voor een aantal lastige zaken komen te staan." Maar Halt schudde zijn hoofd. "Hij heeft gezworen om nooit te laten blijken dat ik de kroonprins ben." Crowley was niet overtuigd en Halt keek hem strak aan met zijn donkere ogen. "Hij is een man van zijn woord, hij zal nooit bekend maken dat ik de kroonprins ben. Geloof me."

De Grijze Jager: Een nieuw begin (GAAT HERSCHREVEN WORDEN)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu