TWELF

83 5 0
                                    

Pov. Cloride Louise

Ik heb eindelijk heel de nacht door geslapen, zonder nare gevoelens. Droomloos. Werd eens tijd man.

Als ik bezig ben met mijn haren wordt er op de deur geklopt. 'Binnen' roep ik. Natasja komt naar binnen en legt een zwarte jurk en hakken op bed. Ik kijk haar vragen  aan. 'De duivel komt vandaag naar het kasteel. Blijf op je kamer tot je geroepen wordt. Als hij vragen stelt antwoord je gewoon wat je weet. En vergeet niet te buigen.' Ik laat even de informatie bezinken. 'Sorry wie?' Vraag ik. 'De Duivel. Kom op Chloé. Je weet wel, de heer die de hel bezit. Degene waarvan je zijn naam niet mag uitspreken. De mensen die hun ziel verkopen aan hem.' Ze kijkt me hopeloos aan. 'Ehm juist, en wat doet hij hier?' Vraag ik. Ze zucht. 'Een keer in de zoveel tijd komt hij kijken. Sinds vampiers delen hebben overgenomen beschouwd hij de vampieren als de zijne. Hij checkt of iedereen zijn taak als vampier voldoen. Als een vampier te zwak wordt dan maakt hij een deal of zorgt hij ervoor dat ze weer sterker worden.' 'Oh' reageer ik droog. 'Moeten we bang zijn?' Vraag ik. Natasja denkt even na. 'Je moet in ieder geval weten dat hij de machtigste schakel is, oke?' Ik knik. 'Als we worden geroepen moeten we allemaal tegelijk naar de troonzaal. Probeer zo veel achterin te staan en niet op te vallen. 'Als ik niet moet opvallen, waarom moet ik dan een jurk en hakken aan?' Vraag ik. Ze haalt haar schouders op. 'Dat moet iedereen, als eer voor de Duivel. Nou tot zo hè.' Zegt ze en klapt de deur achter haar dicht.

Ik trek de jurk aan en bekijk mijzelf in de spiegel. Mijn haar matcht mooi met de jurk en mijn vel blauwe ogen komen naar voren. Ik kijk uit mijn kleine raampje en zie overal zwarte gedaantes. 'Demonen.' Fluister ik. Gedaantes kijken me aan en ik deins achteruit. Ik duw mijn rug tegen de muur aan en zorg ervoor dat ze me niet meer kunnen bekijken. Eng vind ik ze niet maar ze geven mij een naar gevoel. Ik kijk nog een keer uit het raam maar zie niks meer. Ze zijn waarschijnlijk al binnen.

Na een half uur worden we geroepen. De deur wordt opengemaakt door een zwarte gedaante. Hij staat bij de deur en veranderd in de gedaante van een soort mens. Zijn armen hebben zwarte strepen die doorlopen tot aan zijn gezicht. Hij kijkt niet gemeen naar me, hij heeft me juist een geruststellende gezicht. 'Kom je?' Vraagt hij en steekt zijn hand uit. 'Ik bij niet.' Zegt hij. Ik giechel, neem zijn hand aan en hij begeleid me naar de rest van de bediendes. Natasja loopt naar me toe en duwt me een beetje achteraan. Met z'n alle lopen we de troonzaal in.

De verloren herinneringenМесто, где живут истории. Откройте их для себя