EIGHTEEN

84 5 0
                                    

Pov. Cloride Louise

'Kom op Clarissa! Je kan het. Je kan het.' Hoor ik een stem zeggen. Ik sta midden in een bos. Een groot bos. Een bos dat ik herken. Ik zie een meisje rennen door deze bos. 'Het meisje dat rent lijkt op mij.' Fluister ik. 'Dat ben jij! Zie je dat dan niet?' Zegt een stem. Ik draai me om en zie alweer mijzelf staan. Wacht wat? Dat kan niet.

Er komen wachters voorbij gerend. 'Wat gaan die doen?' Vraag ik tegen mijzelf. 'Ze zoeken jou, zorg ervoor dat ze de verkeerde kant op gaan!' Zegt ze. 'Hoe kan ik dat doen?' Vraag ik. Ik heb het gevoel alsof ik onder druk sta. 'Ze pakken je als je niks doet.' Zegt ze. 'Zien de wachters ons niet dan?' Vraag ik wijzend naar haar en mijzelf. Ze schud haar hoofd 'wij zijn slechts gedaantes. Zorg ervoor dat de wachters de verkeerde kant op gaan of je gaat eraan.' Dreigt ze.

Ik twijfel geen seconde en ren richting de wachters. Ze staan stil. 'Rechts of links?' Vraagt een van de wachters als ze moeten kiezen tussen twee paden. De wachters zijn zwart gekleed en hebben een grote donkerrode ster op hun zwaard staan.

'We kunnen de helft links en de andere helft rechts? 2 links, 2 rechts.' Stelt er een voor. Ik kijk omhoog en zie dat ik in een boom zit aan de linkerkant. Dus de wachters moeten naar rechts. 'Klinkt goed.' Zegt een van de wachters. Shit ik moet opschieten! Ik raap een steen op en gooi het zo dat de steen aan de rechter kant beland. Ik pak een paar stenen en maak een spoor door het rechter pad terwijl ik ren.

'daar is ze! De rechter pad. Go go go.' Hoor ik een van de wachters roepen. Ik blijf met stenen gooien. Hoe verder ik rende hoe witter alles werd. Totdat mijn zicht wit werd.

Ik schrik wakker. Ik heb een steek in mijn hoofd. 'Auw' kreun ik. Ik draai me om en zie op mijn nachtkastje een glas water met aspirientjes staan. Die heb ik daar niet neergelegd. Ik zie een briefje liggen. Ik sta op en lees met hoofdpijn het briefje. 'Om je kater weg te spoelen.' Staat erop met een groet en dan duivel hoorntjes. Thanks. Ik spoel twee aspirientjes weg en kleed me vervolgens aan.

Als ik aangekleed ben wordt er boos op de deur geklopt. 'Cloride jij doet vandaag de tuin en het avondeten. Welkom bij de slavengang.' Zegt ze met een sarcastische lach. Ik hoor haar hakjes op de vloer als ze weg loopt. Ik herken dat dit een van de bediendes is. Voordat ik mijn kamer uitloop doe ik snel de ketting om die ik gister op de markt gekocht heb.

Ik eet snel een appel en zorg er dan voor dat alle onkruid in de tuin weg is en dat alle planten genoeg water krijgen. Iedereen heeft een hekel aan de tuin omdat het veel werk is en omdat je kleren vies word. Ik vind de tuin wel leuk. Al die mooie kleurtjes van de bloemen.

Ik hoor de hakken van de bediende in de ochtend. Ze zet een bak water met sop en een spons voor mijn neus neer. 'Je mag gelijk de fontein en bankjes schoon maken.' Zegt ze bitchie en wilt vervolgens weg lopen maar ik roep haar waardoor ze stopt. 'Waar is Natasja?' Vraag ik. Ze lacht hardop 'Oh ja ik heb nu de leiding, Natasja niet meer. En zij is net zoals jij een slaafje van mij.' Zegt ze terwijl ze weg loop.

Ah nee Natasja heeft de leiding niet meer en dat is mijn schuld.. Met tegenzin schrob ik de bankjes en de fontein.

De verloren herinneringenWhere stories live. Discover now