SEVENTEEN

77 5 0
                                    

Pov. Cloride Louise

Rafe kijkt me geschrokken aan. 'Als je me niet wilt geloven. Prima! Maak me dan af maar doe het snel. Ik weet niks, ik weet niet eens mijn eigen naam.' Snik ik verder. Ik hou mijn hoofd omlaag en sluit mijn ogen. Ik wil mijzelf niet meer gek maken met stemmen die ik hoor of mensen die ik zie.

'Breng Natasja terug naar haar kamer.' Zegt Rafe tegen een gedaante. De gedaante haar beet en brengt haar terug. Ik kijk op naar Rafe. Hij kijkt naar de Duivel in de hoop dat hij verteld wat het beste is.

'Waarom scheef je je dromen in dat boekje?' Vraagt Rafe. 'Het boekje was betoverd. Het zou er voor zorgen dat ik mijn herinneringen terug zou krijgen maar het heeft niet geholpen.' Zeg ik eerlijk. 'Dus je bent geen geliefde van de vijand?' Vraagt Rafe. Ik schud mijn hoofd. 'Zover ik weet, niet nee.' Zeg ik weer eerlijk. Hij knikt rustig en loopt heen en weer.

'Ik hoop dat je je les hebt geleerd na deze straffen. De volgende keer heb je geen kansen meer en snij ik je keel door. Je mag hier blijven werken maar je mag geen persoonlijk contact meer met me hebben. Begrepen?' Vraagt hij bot. De manier waarop hij tegen me praat wilt me laten huilen maar ik hou me in. 'Begrepen mijnheer.' Zeg ik.

Hij snijdt de touw om mijn polsen los. Ik sta snel op en wil weg lopen maar hij grijpt mijn arm voordat ik de kans heb. 'Als jij je weer wat herinnert. Moet je het gelijk tegen me vertellen. Vertel je het niet dan laat ik de Duivel met je spelen.' Zegt hij 'en waag het om weg te lopen.' Zegt hij nog en laat me ruw los. Ik staar recht vooruit en loop vervolgens weg.

Ik pak wat geld en doe mijn jas aan. Ik doe mijn capuchon op zodat niemand mijn gezicht kan zien. Het eerste wat ik doe is wat sterke alcohol kopen. Voor mijn wonden en om te drinken. Ik koop sigaretten waar ik nog nooit zoveel naar verlangd heb en steek er direct een aan met de aansteker die ik erbij koop. Ik wist niet eens dat ik kon roken maar het voelde zo goed. Ik vulde mijn logen met rook en blies het uit mijn neus.

Iets op de markt trekt mijn ogen aan. Een ketting. De ketting heeft de vorm van een halvemaan en er zit een mooi klein blauw steentje in. De ketting zelf is zilver. 'Hoeveel kost die?' Vraag ik. '75 euro.' Zegt ze. De vrouw heeft mooie groene ogen en prachtige rode haren. 'Hier.' Zeg ik terwijl ik haar 75 euro gepast geef. Ze stopt de ketting in een klein zakje en geeft het vervolgens aan mij. 'Wees gezegend.' Zegt ze als ze mijn hand aanraakt om de ketting te geven. Ik knik en loop weg.

'Waar ben jij geweest?' Vraagt de Duivel als ik hem tegenkom in het kasteel. Wat hij hier nog doet snap ik niet. Heeft hij niet meer werk te doen ofzo? Ik geef hem een kleine buiging. 'Ik kocht alcohol voor mijn wonden mijnheer.' Spreek ik de waarheid.

Hij komt dichterbij om mijn capuchon af te doen. 'Bedek je gezicht niet. Ik vind je wonden wel schattig.' Zegt hij. Okeee dit begint een beetje raar te worden. Ik knik en loop weg zonder nog maar iets te zeggen. Ik weet het ik weet het. Erg ongepast maar het werd me anders te gek.

Op mijn kamer kleed ik me uit. Ik kijk in de spiegel naar mijn toegetakelde lichaam. Ik duw met een watje met alcohol erop tegen de wonden van mijn armen. Ik slis maar drink als troost gewoon een slok uit de fles. Werkt best verdovend. De tweede fles gaat er al gauw doorheen. Half omdat ik het opdrink maar dat doet er niet toe.

Ik kleed me lacherig aan. De alcohol stijgt naar mijn hoofd en alles begint te draaien. Ik lach hardop. Het verdovend gevoel voelt heerlijk aan. Ik pak een sigaret terwijl er op de deur geklopt word. 'Binnen!' Roep ik en begin daarna te lachen. De Duivel komt binnen. 'Kan ik u ergens mee helpen?' Vraag ik terwijl ik de sigaret met een glimlach in mijn mond steek.

De Duivel komt naar me toe en steekt mijn sigaret aan door een klein vuurtje op zijn handen te laten branden. 'Lekker warm' giechel ik. Ik geef hem het doosje sigaretten zodat hij er ook een kan pakken. Hij pakt er een en steekt er ook een aan.

'Waar heb ik deze eer aan te bedanken?' Brabbel ik. 'We horen je lachen van boven. Dus we dachten dat je misschien opgegeten werd door een van de gedaantes.' Zegt hij rustig. Ik lach hardop door wat ze dachten en duw dan mijn eigen hand op mijn mond. 'Lach ik echt zo hard?' Grinnik ik. Hij geeft me een glimlach en knikt terwijl hij een hijs neem van mijn sigaret. 'Oeps.' Giechel ik.

'Het maakt niet uit, je bent dronken. Dit ga je morgen we voelen.' Zegt hij terwijl hij de lege flessen van de grond op raapt. Hij schud afgekeurd zijn hoofd. 'Thanks voor de sigaret hè, probeer je wat stiller te zijn?' Vraagt hij terwijl hij de deur open maakt. 'Ik zal mijn best doen' Fluistert ik en proest het daarna uit van het lachen. Hij sluit de deur en ik besluit te gaan liggen en de rest van de avond naar het plafond te kijken.

De verloren herinneringenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu