1.

118 8 8
                                    

Mei 2012

Ik weet niet meer wie ik ben. Misschien ben ik net zo betekenisloos als het plastic van mijn ov-chipkaart, die ik langs de lezer haal om vervolgens de bus uit te stappen. Een paar seconden blijf ik wezenloos voor me uit staren terwijl achter me de deuren sissend dichtglijden en het voertuig onder luid geronk van de motor zijn route vervolgt.

Kom op, Lesley. Je moet toch een keer naar huis. Hier blijven staan met die chipkaart in je zweterige handen geklemd gaat de situatie er echt niet beter op maken. Gebeurd is gebeurd.

Uiteindelijk weet ik één pas in de richting van mijn huis te zetten, en dan nog een. Verdwaasd door gedachten loop ik verder. Ik had niet gedacht dat mijn eerste jaar als student zo zou eindigen.

Toen ze aan het begin van het jaar zeiden dat veertig procent van alle eerstejaars het tweede jaar niet zou halen, had ik niet verwacht dat ik een onderdeel van die veertig procent zou zijn. Of misschien wilde ik er gewoon geen rekening mee houden. Falen was op dat moment nog geen optie. Er waren geen andere opleidingen die ik leuk vond. En nu ben ik weer terug op het niveau van toen; een sneu, zeventienjarig meisje met alleen een havodiploma op zak.

Onder de brandende meizon doorkruis ik de straten die ik al mijn hele leven bewandel. Vorig jaar nog maar dacht ik dat ik hier op een dag weg zou gaan om grootse dingen te doen met mijn leven. Ik zou niet een van de losers zijn waar dit duffe dorp vol mee zit, vastgeroest aan de grond om met geen sloopkogel meer weg te krijgen. Helaas ziet de werkelijkheid er nu anders uit. Heiveen is nog niet klaar met Lesley Martens.

Onderweg groeten verschillende dorpsbewoners me, maar ik kan het nauwelijks opbrengen om iets terug te zeggen. Ik heb gefaald. Het duurde al zo lang voordat ik één opleiding had gevonden die me interessant leek; als ik net zo lang doe over het zoeken naar de volgende dan ben ik tegen die tijd al te oud om te studeren. Het is één stap vooruit en twee stappen terug. Mijn droom is een leugen geworden, of misschien wel iets nog veel ergers.

Daar is de witte voordeur, de grote conifeer, de oprit van blauwgrijze stenen: de plek die ik al mijn hele leven thuis noem. Wanneer ik de poort open schuif, laat die een vertrouwd gekraak horen. Ongemerkt naar binnen glippen is er bij ons niet bij. Was het maar zo'n feest. Op dit moment wil ik me het liefst voor iedereen verstoppen.

Het openen van de achterdeur onthult het beeld van mijn beide ouders aan het kleine tafeltje bij het keukenraam. Tussen hen in staan twee dampende koppen koffie, ook al vallen de mussen van het dak. Mijn vader zit gehypnotiseerd in zijn kopje te staren, maar mijn moeders blik kruist de mijne.

'Hé Lesley, geej zut toch pas om zes uur thuus zien?'

Ik slof naar het tafeltje toe zodat ik ze het slechte nieuws van dichtbij kan vertellen. 'Dat zou ik geweest zijn als mijn studiebegeleider me niet had verteld dat het niet meer uitmaakt of ik nog naar de lessen ga.' Ondanks dat mijn ouders mij – en alle andere mensen op de wereld – in het plaatselijk dialect aanspreken, ben ik het gewend om Nederlands terug te praten.

Een fronsrimpel ontstaat in mijn moeders voorhoofd. 'Mojje begeleider is dat. Mot heej d'r nie juust vur zurgen dá'che gén lessen mist?'

Ik bijt op mijn lip en klem mijn vingers stevig om de schouderband van mijn lichtblauwe rugzak. Dit is het moment waarop ik de perfecte illusie die ze van mij hebben kapot ga maken. Nu verander ik in een dood lichaam op een romantische picknick. 'Niet als hij denkt dat het geen zin meer heeft. Blijkbaar is het onmogelijk om nog genoeg competenties te halen en dus gaat hij me een negatief studieadvies geven.'

Eindelijk kijkt mijn vader ook op. 'Net as dén lieëraar die zaej dá'che baeter gén taekene ien òw pakket kòs neme?'

Alsof mijn ouders dit ooit gaan begrijpen. Geen van hen heeft ooit gestudeerd. 'Zoiets.'

Radio NergensWhere stories live. Discover now