20

2.3K 81 5
                                    

N A Y L A    A D A I R

We zijn inmiddels een anderhalve maand verder. Jake is vrijwel helemaal genezen en - wat zal ik zeggen - druk bezig met de daders zoeken.

Toen hij werd aangevallen, zag hij niet wie het allemaal was. Ook was er geen teken van inbraak. De daders hebben letterlijk heel goed hun sporen uitgewist.

Sinds de aanval heeft Jake ervoor gezorgd dat ik beter wordt beschermd. Ik mag niet zomaar het packhuis verlaten, tenzij er een wachter mee gaat. Als Jake mij niet kan vinden, dan slaat de paniek al toe en zorgt hij bijna voor een zoektocht.

Net als nu, moest ik verplicht bij hem op kantoor zitten, zodat hij mij in de gaten kon houden.

Misschien is het een beetje overdreven van hem, maar ik snap zijn zorgen. Wat híj daarentegen niet snapt, is dat ik sterker en sneller ben dan de algemene wolf. Julian kan het navertellen.

"Nay, waar denk je aan?" vraagt Jake bedenkelijk. Sinds de aanval noemt hij mij ook 'Nay' en geen 'Nayla' meer. Het is wel schattig.

"Niets," mompel ik en zucht eventjes. Jake kijkt mij met geheven wenkbrauw aan. "Echt waar, ik denk aan niets," verzeker ik hem.

"Oké dan," mompelt hij. Jake focust zich weer op zijn werk, waardoor er een stilte hangt in zijn kantoor.

Had ik trouwens al verteld, dat er in die anderhalve maand iets belangrijks is gebeurd?

De pack weet dat ik de toekomstige Luna wordt.

Laat ik het zo noemen; Ze waren het er niet helemaal mee eens. Een Rogue, zij die de mate van de Alfa is, wordt hun Luna. Ze weten niet dat ik de Maanwolf ben, dat wou ik graag zo laten. Anders weten honderden - misschien wel duizenden - wolven het gelijk.

Daarentegen, de wachters zullen mij nu ook nog eens extra goed beschermen. Is dit wel een leven? Een leven dat ik wil leiden? Een leven, dat eigenlijk wordt bepaald door je mate, omdat hij is aangevallen en ze mij zoeken.

"Vertel op, je zit ergens mee," Jake schuift zijn werk opzij. Ik kijk hem nonchalant aan, maar zijn blauwen ogen kijken diep in de mijne. Als een gevangen keek ik hem aan.

"Het zweeft gewoon heel erg rond in mijn hoofd, hoe alles nu is," mompel ik. Jake knikt even. "Ik snap het, maar het is nu even niet anders,"

Ik rol met mijn ogen. "Het kan wel anders,"

Jake kijkt mij met een opgeheven wenkbrauw aan.

"Ja, wat? Als je mij gewoon mijn ding laat doen, dan is er niets aan de hand. Ik moet verplicht bij je blijven en als ik even een luchtje wil scheppen moet er al een wachter mee," snauw ik. Misschien komt het gemener over, dan ik bedoelde.

"Nayla," zucht Jake. Ik sta op van de stoel en loop naar de deur.

"Nee, Jake. Laat mij gewoon mijn leven leiden," zeg ik standvastig. "Het is heus niet zo, dat als ik één stap buiten je kantoor zet, dat ik meteen wordt aangevallen,"

"Dat weet je niet," gromt Jake. Mijn mond valt een stukje open. "Gromde je nou serieus naar mij?" boos kijk ik hem aan.

Ik schud mijn hoofd, waarna ik de deur open trek.

Jake staat abrupt op. "Je blijft hier, dat is een bevel!" gromt hij op Alfa toon.

"Je gaat te ver," fluister ik kwaad.

Ik verlaat zijn kantoor en gooi de deur dicht.

In stilte loop ik door de gangen, soms kijk ik achter mij om te zien of er een wachter achter mij loopt.

In het packhuis is het akelig stil, waar is iedereen? Ik loop naar de kamer van Lucia en klop een paar keer op de deur.

Geen antwoord.

"Misschien Julian's kamer," mompel ik in mijzelf. Zijn kamer is niet ver van hier, nog wel in dezelfde gang.

Opnieuw klop ik op de deur, om weer geen antwoord te krijgen.

Zachtjes zucht ik. Misschien zijn ze opzoek naar de daders, dat zal mij niets verbazen. Maar wat ga ik nu doen?

Mijn wolf wordt gelijk enthousiast, ze wilt buiten rennen. Als zij daar blij van wordt, dan doen we dat. Ik neem de trap naar beneden en verlaat het packhuis.

Bepaalde packleden kijken mij nog steeds minachtend aan. Niet willend dat ik hun Luna wordt. Het is eigenlijk ook wat; Een negentien-jarige die Luna wordt.

Ik ben pas Luna, als Jake mij marked en ik hem. Maar na twee maanden? Dat vindt ik te snel.

Ik kom aan bij het bos en transformeer in mijn wolf, om vervolgens een drafje te nemen dieper het bos is. Ik geniet van alle natuur geluiden. De fluitende vogels, de fluisterende wind en de bladeren die tegen elkaar ritselen.

Na een poosje rennen, kom ik tot stilstand bij een beekje. Ik verander terug en ga in het gras zitten.

Kort sluit ik mijn ogen.

Dit is pas een leven hebben. De vrijheid, kunnen doen wat je wilt. Maar Jake houdt dat nu tegen.

Een brekend takje trekt mijn aandacht. Zodra ik achter mij kijk, zie ik niets. Misschien was het gewoon een ander dier.

Plots voel ik een stekende pijn in mijn nek. Mijn hand vliegt er naar, om enkel vochtigheid te voelen. Mijn zicht wordt wazig, het draait. Met moeite sta ik op en kijk om mij heen.

Ik zie enkel een wazig beeld, van een persoon, tot alles zwart wordt.

The Lost WolfOù les histoires vivent. Découvrez maintenant