Deel 14

1K 41 2
                                    

Wolfs pov
Precies als ik denk dat ik er ben geweest, word ik weer boven water gehaald. Ik begin gelijk te hoesten. De tijd dat mijn hoofd onderwater was lijkt heel lang. Nog steeds ben ik buiten adem. Mijn hoofd wordt nog één keer onderwater gedrukt. Daarna gaan ze weg.
Ik heb dorst. Er staat en grote bak water voor me, maar misschien hebben ze er wel iets in gedaan. Ik besluit toch iets te drinken. Het smaakt wel naar water. Maar of het ook echt water is zal ik over een paar uur wel merken.

Ik ben gelukkig weer opgedroogd en ik heb geen last van het water wat ik heb gedronken. John komt binnen. 'Jij gaat een brief schrijven voor Eva dat je bij een vriend slaapt. Ze krijgt argwaan.' Zegt hij. Ze krijgt argwaan, is ze toch naar me opzoek? Hij snijdt met een mes het touw om mijn handen los. Eindelijk voel ik weer bloed door mijn handen stromen. Op de plekken waar het touw zat, zitten pijnlijke schaafwonden.
Hij geeft me een pen en papier. Ik kan er een hint inzetten. Ik moet snel iets bedenken. 'Komt er nog wat van?' 'Ja.'
Ik ben klaar met het schrijven van de brief en John pakt deze uit mijn handen. Hij pakt weer een stuk touw en bindt mijn handen weer vast op mijn rug. Hij vertrekt.

Eva pov
'Ik ga weer naar huis. Ik heb vandaag vrij.' 'Ja. Tot maandag.' 'Tot maandag, doei.'
Ik stap in de auto en ik rijd richting De Ponti. Als ik de deur van De Ponti open, hoop ik heel stiekem dat Wolfs gewoon op de bank zit. Maar die hoop is gauw weg als ik zie dat het donker is. Ik loop naar de koelkast en ik pak een flesje water. Ik ga op de bank zitten. Dan hoor ik de brievenbus. Ik loop er naar toe. Voor Eva. Dit is Wolfs zijn handschrift! Ik neem een sprintje terug naar de deur om te kijken wie deze in de brievenbus heeft gedaan. Niemand. Ik loop naar de tafel en snel maak ik de brief open.
Hi Eva,
Laatst was john er, daar slaap ik nu. Pas je goed op jezelf?  Mis je nu al. En de tijd gaat snel. Ook daar?  Nou, het is hier wel gezellig. Tranen van het lachen. Vooral door john.
Ook zijn er serieuzere dingen.  En ik zet alles op een rijtje, kan jij ook doen. Roep maar van je af.
Doei, wolfs
Oke, rare brief. Maar het is echt van Wolfs! Er is niemand anders die zo beroerd, maar toch goed leesbaar schrijft als hij.
Ik leg de brief weg en ik schakel de tv aan. Er is niks leuks op. Ik doe de tv weer uit. Toch is het vreemd van Wolfs, hij schrijft wel een brief, maar neemt niet de moeite om mijn sms'jes te beantwoorden. Het is al weer kwart over vier. Ik ga hardlopen. Dat heb ik al lang niet meer gedaan. Ik trek mijn sportkleding en mijn hardloopschoenen aan en ga de deur uit. Heerlijk, even je gedachten op nul. Na een klein uurtje hardlopen ga ik buiten adem op een bankje zitten. Even uitrusten. Ik pak even wat water wat ik heb meegenomen. Als ik weer een beetje op adem ben ga ik weer verder, deze keer op minder hoog tempo.

Ik kom De Ponti binnen en ik heb alweer trek. Ik besluit om een pizza in de oven te doen. Snel neem ik een douche. Wanneer ik klaar ben met douchen is de pizza ook alweer klaar. Heerlijk! Dit moet Wolfs allemaal missen, denk ik dan maar. Ondanks dat ik vandaag weinig heb gedaan, ben ik toch moe. Ik ga slapen. Nog even tandenpoetsen en dan stap ik in bed. Als ik bijna slaap gaan mijn gedachten naar de woorden van John. 'Vreemd. Ik kwam hem toen tegen in het café. Hij was behoorlijk dronken.' John zei toen helemaal niks over dat Wolfs bij hem was. Ik stap uit bed en ik zoek de brief van Wolfs. Hebbes. Laatst was john er, daar slaap ik nu. Dat is de zin waarin staat dat hij bij John is. Óf Wolfs liegt, óf John liegt of houdt iets achter. Misschien wil Wolfs niet gevonden worden. Daarom zegt hij dat hij bij John is terwijl dat helemaal niet zo is. Ik laat de brief op tafel liggen en stap weer in bed. Morgen kijk ik verder. Nu eerst slapen.

Zijn  'vriend' - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu