Hoofdstuk 3

34 4 0
                                    

>>>——————>

De deur in de jagers hut in het bos bij Redmomt ging open. Een nors uitziende grijze jager met een donkergrijze baard liep naar buiten.
"Ik zie je zo, Will." Zei Halt door de deur opening voordat hij naar buiten liep.
"Tot zo." Kreeg hij als antwoord, voordat de oude jager de deur dicht deed. Will was nu net een paar jaar afgestudeerd en als volleerd jager in het korps opgenomen. Crowley had Halt en zijn vroegere leerling bij elkaar in hetzelfde leen geplaatst, omdat de een dan de omgeving in de gaten kon houden, terwijl de andere zich bezig kon houden met eventuele buitenlandse zaken. Ook al waren dat er niet heel veel, behalve hier en daar een paar brieven over hoe het ervoor stond met verdragen tussen bepaalde landen. Will en Halt wisselde elke maand af tussen de taak van brieven bekijken, en rond Redmont patrouilleren.

Het was net na het ochtend eten, en het was zo ongeveer nu de tijd dat een van hen een rondje in Redmont zou gaan maken. Maar Halt had andere dingen te doen vandaag. Of eigenlijk één ander ding.
Hij moest naar de verkiezingen voor de weeskinderen. Er was daar een jongen die beide jagers erg interesseerde. Ene Isha. Hij deed Halt erg denken aan Will. Voor zover hij de jongen had bestudeerd van een afstandje. Alleen Isha was iets eigenwijzer en brutaler. En hij hield absoluut niet van hoogtes. Maar dat was natuurlijk niet waarom Halt en Will Crowley een brief hadden geschreven over een nieuwe potentiële leerling jager. Dat was omdat het al een paar jaar geleden was opgevallen dat de weesjongen talent had voor onzichtbaar voortbewegen, en omdat Isha enorm lichtvoetig was en buitengewoon snelle reflexen had. En, zelfs als kleine jongen, was hij altijd eerlijk geweest.
Een paar dagen geleden was Arald naar hun huisje toegekomen om te praten over Isha. Ze waren er uiteindelijk op gekomen om dezelfde test te doen die ze destijds bij Will hadden gebruikt. Will had blozend weggekeken. Hij vond het nog steeds een erg beschamend onderwerp. Maar uiteindelijk had hij zichzelf erover heen gezet en ingestemd dat, hoe stom hij de herinnering eraan ook vond, het waarschijnlijk wel zou werken. De Baron had toen willen opstaan om alweer weg te gaan, maar de twee jagers hadden hem meteen gevraagd weer te gaan zitten. Ze hadden namelijk nog een leerling in hun hoofd. Wel voor later, want ze wilde eerst de tijd hebben om Isha te leren kennen, maar het was wel belangrijk als de baron het alvast wist.
Ze zaten namelijk te denken aan Arald's zoon, Rowan.
Arald had enorm verrast gereageerd, zoals Will en Halt al hadden verwacht. Natuurlijk voelde Arald die vaderlijke onzekerheid, of het wel een goed idee was. Hij wist als geen ander hoe gevaarlijk een jagersleven zou zijn. Maar na een kort tijde na te denken had Arald uiteindelijk gezegd dat als Rowan inderdaad over de geschikte kwaliteiten beschikte, dat hij dan in de leer mocht bij Will en Halt. Arald wist dat Rowan het leven wat hij voor zich had klaarliggen als baron, maar saai vond. Ook al wist hij ook dat de jongen best wel bang was voor jagers. Hij geloofde maar wat graag de verhalen dat het magiërs waren. Maar daar zouden ze het later wel over hebben. Eerst, had Arald gezegd, eerst Isha. En daar waren de jagers het mee eens.
Dus nu, een paar dagen later, op de verkiezingsdag, reed Halt, net zoals hij dat zeven jaar geleden had gedaan op Will's verkiezingsdag, op Abelard naar het kasteel. En niet veel later was hij de grote zaal ingeslipt zonder dat iemand hem door had. Hoe kon iemand het ook door hebben? Met die Martin die alle aandacht trok door zijn vreselijk boze geroep naar de weeskinderen om in een rij te gaan staan.
"Schiet nou eens een beetje op! Jullie weten toch wel wat een rechte lijn is!" Martin was een heethoofd, dat wist iedereen. Hij was wat ouder en wijzer dan bij de verkiezingsdag van Will, zeven jaar geleden, maar hij was nog steeds erg snel boos. Halt zuchtte zachtjes en keek toe hoe Martin steeds meer kinderen in een rij wilde proppen. Het waren er erg veel dit jaar viel hem op. Maar hij had Isha nog niet herkent..
"Hup! Jij hier en jij gaat daar staan. Nee jij moet daar! Jullie kunnen toch zelf wel bepalen wie groter is dan de ander? Ik wil een rij van groot naar klein zien dat is toch niet zo moeilijk!" Martin bleef maar kritiek geven op de pupille, die verward op de goede volgorde probeerde te staan. Na een paar minuten stonden alle dertien, Halt had ze even snel geteld, op een rijtje van groot naar klein. Martin knikte tevreden voordat hij naar de deur liep om de leermeesters binnen te laten.
"Welkom, heren, dames, u kunt naar binnen." Martin maakte een kleine buiging en hield de deur open voor de leermeesters. Het waren trouwens niet alleen mannen. Er waren ook een stuk of drie vrouwelijke leermeesters bij. Het was alleen zo'n mond vol om leermeesters en leermeesteressen, of leerjuffen te zeggen. En leerleraren klonk nou ook weer niet echt indrukwekkend.
Al gauw waren alle uitgenodigden in de zaal. Martin deed de deur dicht en knikte naar Arald. Maar zodra die z'n mond open deed om te beginnen, vloog de deur open en stonden er twee hijgende jongens in de deuropening. Een kleine blonde jongen met een blauw oog, en een veel langere jongen met bruin kort haar.

>>>——————>

"Sorry dat we te laat zijn heer." Hijgde Isha. De andere jongen knikte, ook nog steeds hijgend.
"Ja, sorry heer." Zei Yanno. Martin keek de twee jongens aan. Hij moest een paar seconden nemen om niet te ontploffen. Tot tien tellen, dat had Arald hem ooit geleerd, en het hielp redelijk.
"Jullie twee, in de rij!" Martin was misschien niet zo boos als hij had kunnen zijn, maar zijn stem klonk nog steeds als een boos commando en dus gingen de jongens snel achteraan in de rij staan. Maar toen ze naar Martin keken leek die er totaal niet blij mee te zijn.
"Op grootte! De hele rij staat netjes van groot naar klein dat kunnen jullie toch wel zien!! Jij met die bruine haren, jij moet helemaal aan de andere kant!" Yanno keek een beetje geïrriteerd maar deed wat hem gezegd werd. Hij liep helemaal naar voren en ging vooraan in de rij staan. Hij was veruit de langste van de groep.
Isha was het tegenovergestelde. Hij was de kleinste, en dus ook als laatste in de rij. Hij zuchtte. Ook al maakte het waarschijnlijk toch niet uit, ook al zou hij waarschijnlijk toch afgekeurd worden door alle leermeesters, toch voelde hij een steek van frustratie opkomen. Nu had hij nog minder kans omdat sommige leermeesters waarschijnlijk al alle beschikbare plekken vol hadden zitten wanneer hij aan de beurt zou zijn. Het was gewoon zo enorm oneerlijk dat hij zo klein was! Waarom kon hij niet gewoon een groeispurt krijgen!? Waarom kon hij niet meer spieren hebben? Hij wilde helemaal niet op een stomme boerderij komen te zitten!!
Ineens voelde hij hoe zijn ogen zich vulde met tranen van boosheid en frustratie. Meteen probeerde hij er niet meer aan te denken en de tranen snel weg te knipperen. Hij zou niet gaan lopen janken waar zoveel mensen bij waren. Dat was gewoon gênant.
Gelukkig werd Isha afgeleid toen hij, en waarschijnlijk half Araluen, de aankondiging van Martin hoorde dat de verkiezingsdag ceremonie begonnen was.

>>>——————>

De Grijze Jager : De Wraak van MorgarathWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu