Hoofdstuk 7

27 3 0
                                    

>>>——————>

Waarom Rowan zat te liegen werd snel duidelijk. Hij keek rond toen de wachters weg waren gelopen.
"Hallo? Hallo, pupil? Hey waar ben je." Isha bevroor. Hoe wist Rowan dat er hier iemand was!? Hoe wist hij dat hij er was!? En hoe ins hemelsnaam wist Rowan dat hij een pupil van het weeshuis was!? Straks zou de jongen hem nog verraden aan baron Arald!
"Hey ik wil alleen maar helpen. De wachters zijn wel even weg, kom nou tevoorschijn.." Rowan begon iets luider te fluisteren. Hij keek om zich heen, maar zag nergens beweging. Misschien had hij het wel misgehad. Misschien was er helemaal geen jongen van het weeshuis hiernaartoe geslopen. Hij had best kunnen hebben zitten dromen.. Hij zuchtte. Het was ook eigenlijk te gek om waar te zijn. Hij draaide zich om naar de toren, maar stopte meteen met lopen toen hij geritsel achter zich hoorde. Met een ruk draaide hij zich weer om en hoorde zachte voetstappen. Het kwam vanachter een stapel oude muurstenen zo'n zes meter van de toren vandaan. Een kleine schim kwam tevoorschijn vanachter de stenen. De schim veranderde in een jongen toen hij in het maanlicht stapte en naar Rowan toe liep. Het was inderdaad een pupil van het weeshuis. Zijn uniform was overduidelijk het weeshuis uniform. En nu dat hij de jongen beter kon zien, herkende hij hem..
"Hey, jij bent de jongen die tegen me aan botste op de markt!" Rowan grinnikte. Hij herinnerde zich het voorval zeer goed. Hij had de jongen wel aardig gevonden. Alleen hij had nooit zijn naam meegekregen omdat hij te snel alweer was verdwenen. Hij zag dat de jongen een beetje ongemakkelijk wegkeek.
"Wat is je naam? Ik ben Rowan." Waarschijnlijk wist de jongen wie hij was, maar hij vond het wel zo beleefd om zichzelf gewoon voor te stellen. Isha schraapte zijn keel een beetje hees en mompelde zachtjes 'Isha.'
"Wat?"
"Isha. Mijn naam is Isha." Isha keek nu naar Rowan, en er volgde een lange, ongemakkelijke stilte.
"Ga je me verraden aan je vader?" Isha's vraag kwam uit het niets, maar het was duidelijk een grote zorg voor de jongen. Hij was dan ook zeer verrast toen Rowan heftig zijn hoofd schudde.
"In tegen deel. Het is veel te saai hier in het kasteel, en je was duidelijk aan het rondsluipen, dus dat betekend iets interessants. Daar was je trouwens nog best goed in." Isha's wangen werden een beetje rood.
"Nou... zo goed was ik nu ook weer niet. Jij zag me." Rowan glimlachte alleen.
"Nou, bijna niet hoor. Het was dat ik toevallig een glimp van beweging zag. Maar wat wilde je eigenlijk doen waarvoor je niet gezien mocht worden? Is het iets spannends?" Rowan zag er erg verwachtingsvol uit, en Isha kreeg ineens weer hoop dat dit misschien toch zou gaan werken.
"Nou... bij de uitverkiezing dag gister, is mij geen leermeester aangewezen. Maar baron Arald heeft wel een briefje gekregen van een of andere mysterieuze jager, en toen hij dat las heeft hij gezegd dat hij de volgende dag met mij wilde praten. En ik wil weten wat er op dat briefje stond. Hij heeft het op een bureau laten liggen dat in de kamer stond." Terwijl Isha het allemaal heel kort samenvatte, werd Rowan's glimlach steeds groter. Dit was nog eens spannend en leuk!
"Klinkt als een avontuur! Ik wil je wel helpen, ik heb die wachters naar mijn kamer gestuurd, dus als we snel zijn dan kunnen we naar binnen glippen en naar mijn vaders vergader vertrekken gaan voordat ze terug komen." Rowan keek even naar het raam waar hij wist dat zijn kamer was, en zag er licht flikkeren terwijl er duidelijk schaduwen voorlangs bewogen. Dat betekende dus dat ze nog in de kamer waren. Nog voordat Isha ja of nee kon zeggen, pakte hij de jongen bij de hand en trok hem mee de toren in.
Isha's wangen werden vuurrood toen Rowan zijn hand vast pakte, maar het lukte hem om dit rare gevoel van zich af te schudden, en zich nu te focussen op de missie. Samen slopen ze snel de trap op, maar halverwege hoorden ze ineens voetstappen van boven hen, de trap af komen.
"Snel!" Fluisterde Isha terwijl hij Rowan naar de dichtstbijzijnde deur trok. Maar Rowan trok zich los uit Isha's greep.
"Verstop jezelf tegen de deur, ik leid ze af." Hij liep een paar passen naar beneden en wachtte toen op de wachters, die al snel in beeld kwamen gewandeld. Ze waren net voorbij de verstop plek van Isha, die stok stijf stil zat, toen Rowan hun aandacht trok.
"Ik vroeg me al af waar jullie bleven.. is het gelukt? Zijn ze weg? Hebben jullie overal gezocht?" De twee wachters knikten bij elke vraag. Een van hen keek Rowan met een glimlach aan.
"Het is weer helemaal veilig Rowan ga maar weer slapen." Zei de een. Rowan knikte, gaapte, en wenste ze een goed nacht, voordat hij langzaam de trap op begon te lopen terwijl de wachters naar beneden liepen. Toen ze uit beeld waren verdwenen, sloop Rowan terug naar waar Isha zich had verstopt, en wees hij naar een deur nog een paar treden omhoog die net noch in zicht was.
"Daarachter is de kamer waar jij het volgens mij over had." Fluisterde Rowan. Isha knikte, en vormde het woord 'oke' geluidloos met zijn mond. Samen slopen ze de streden op naar de deur, en tot Isha's opluchting was de deur van het slot. Hij gaf Rowan een opgewonden deugende glimlach. Het was gelukt! Nou, bijna. Maar er kon nu niet veel meer fout gaan. Rowan gaf hem een ondeugende lach terug en beide jongens slopen naar binnen. Isha liep meteen naar de tafel, terwijl Rowan rondkeek of er niemand in de kamer zich had verstopt. Hij zag niemand, en dus liep hij ook naar de tafel.
"En?" Vroeg hij nieuwsgierig toen hij zag dat Isha het briefje in zijn handen had. Isha keek op van het briefje, die hij uit zijn handen liet vallen. Alle blijdschap was van zijn gezicht als sneeuw voor de zon verdwenen.
"Het... het is... leeg."

>>>——————>

De Grijze Jager : De Wraak van MorgarathWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu