Hoofdstuk 12

21 2 8
                                    

>>>——————>

"Hij is niet hier." De stem kwam uit het jagers huisje, en de man bij wie de stem hoorde kwam het huisje uit. Het was Halt. Will haalde beide handen door zijn gekrulde haar. Hij liet een diepe zucht ontsnappen. Trek, die naast hem stond, duwde zijn neus tegen de grijze jager aan, alsof hij zijn baasje wilde troosten. Toen keek hij even naar Halt, alvorens zijn blik te richten op de jongen die uit de kleine stal naast het huisje kwam.

"Hij is ook niet in de stal. Al staat Loki er wel." Rowan liep naar de twee oudere jagers. Toen hij samen met Arald over de binnen plaats van Redmont had gelopen, terwijl vader en zoon hadden gekletst over van alles en nog wat, hadden ze verbaast opgekeken toen Will aan kwam stormen met Trek. De grijze jager had meteen een stalknecht erop uit gestuurd om jager Halt te vinden en te zeggen dat het urgent was. Natuurlijk was Rowan meteen naar zijn leermeester gerent, die met grote stappen de hal inliep. Niet veel later hadden Halt en Pauline zich bij Will gemeld. Rowan's leermeesters hadden hem compleet genegeerd en nog voor hij iets had kunnen vragen waren ze alweer weg. Dit had Rowan natuurlijk alleen maar nog verwarder en nieuwsgieriger gemaakt. Wat het allemaal nog erger maakte, was toen nog geen vijf minuten later, de twee jagers terug liepen, rechtstreeks naar de stal. Rowan had meteen besloten dat hij mee ging, en reed al snel met de twee jagers terug naar hun huis in het bos. Toen ze aan waren gekomen, was Rowan meteen van zijn paardje afgesprongen om het verschrompelde stuk perkament, dat hij op de grond zag liggen, op te pakken. Ook al was hij bijna onverdraagbaar nieuwsgierig, had hij de brief meteen overhandigd aan Halt, die ook van zijn paard was gesprongen. Deze besloot na enige twijfel dat Rowan de brief best mocht lezen. Het had geen zin dit geheim te houden. Zeker niet nu het erop leek dat Isha ervandoor was gegaan. Daar leek het tenminste op, met hoe de brief eraan toe was, en hoe verdacht stil het was in het huisje. En de koker met een gebroken pijl die ook op de grond lag. Halt was toen het huis gaan doorzoeken. Will had Rowan opgedragen om de stal te doorzoeken, en zelf had Will rond gekeken om het huis heen. Nu kwamen ze alledrie weer bij elkaar. Geen spoor van Isha. De enige logische verklaring was dat hij de brief had gelezen toen hij deze had gevonden, en toen boos weggelopen was. Zonder zijn paard of enige wapens behalve zijn messen.

"Dit is allemaal mijn schuld." Will schudde zijn hoofd. Hij had nooit zo slordig moeten zijn geweest! Halt klikte met zijn tong.

"Het is zeker niet allemaal jou schuld. En we gaan de jongen ook niet vinden met aanwijzen wie schuldig is. Laten we ons opsplitsen en gaan zoeken nu het nog licht is. Rowan, jij blijft hier in het geval dat hij terug komt. Ik denk dat als hij inderdaad is weggerend, hij jou misschien nog het liefst van ons drieën ziet. Wij tweeën gaan het bos uitkammen, voor zolang het nog licht blijft." De zon was al achter de bomen verdwenen, en het zou niet lang meer duren voordat het te donker zou zijn om nog goed te kunnen zoeken. 

De twee jagers reden niet veel later het bos in, op hun paardjes. Rowan bleef achter. Hij hoopte dat zijn vriend en medeleerling terug zou komen. De jongen was aardig en hij miste hem nu al. Terwijl hij braaf op de veranda zat te wachten, herlas hij de verschrompelde brief nogmaals. Dus Isha was Skandisch? De meeste Skandiers die hij kende, of ooit gezien had, waren een stuk groter en gespierder als Isha. Misschien moest dat nog komen? Hij probeerde zich een gespierde, lange Isha voor te stellen met een schaduw van een baard. Nee, dat was raar. Waarom dacht hij daaraan? Hij voelde zich ineens erg ongemakkelijk. Gelukkig kon niemand zijn rood aanlopende gezicht zien, aangezien hij helemaal alleen was. Nee, een gespierde man met het hoofd van Isha was niet iets waar hij aan had moeten denken. Rowan stond op terwijl hij de brief snel oprolde. Hij pakte wat dingen van binnen, en kwam weer buiten op de veranda zitten met benodigdheden om pijlen te maken. Hij kon beter wat nuttigs gaan doen in plaats van naar die brief te staren.

Na een dik uur, toen het al een kwartier echt donker was, zat Rowan nog steeds op de veranda. Nu met een kaars naast zich terwijl hij nog steeds bezig was met pijlen maken. Hij bewoog z'n ogen naar het pad richting het huisje toen hij geluid hoorde. Hij verstijfde eventjes maar ging toen rustig verder met de pijl in zijn hand, terwijl hij bleef kijken naar het pad. Want hij zag beweging. Was het Isha? Er bewoog duidelijk iets op het pad. En het geluid van voeten op grond was zachtjes te horen. Duidelijk te zacht voor een gewoon persoon. Hij voelde hoe hij zijn adem aan het inhouden was, en ademde zachtjes uit. Nu moest hij alleen gapen. Onwillekeurig gaapte hij zachtjes. Toen zag hij de vage bewegingen op het pad dichterbij komen en kon hij twee ruiters uitmaken van de donkere achtergrond. Het waren Will en Halt.. En ze hadden zo te zien Isha niet bij zich.

"Is Isha nog hierlangs gekomen?" Halt's stem klonk nogal bezorgd terwijl beide mannen van hun paarden klommen.

"Nee. Ik heb de hele tijd buiten gezeten en heb hem niet gezien of gehoord." Rowan gaapte weer. De onbewuste stress die hij voelde voor zijn vermiste mede leerling had meer energie nodig gehad dan hij had verwacht..

"Hebben jullie nog iets gevonden?"

"We hebben niks gevonden. En er was te weinig tijd om het hele bos door te zoeken. Morgen vroeg sturen we een rapport naar Crowley en gaan we de rest van het bos uitkammen. Ga jij nu maar slapen. Je bent moe zo te zien." Met deze woorden liep Halt achter Will aan naar de stal. Rowan knikte en stond op. Hij ruimde de spullen op die hij had gebruikt voor het maken van de pijlen en liep toen naar binnen.

Rowan kreeg de slaap niet te pakken die nacht. Het was veel te stil, zo zonder Isha. Hij deed z'n best om met ogen dicht in te beelden dat z'n vriend gewoon in zijn eigen bed lag in hun kamertje, maar de complete stilte herinnerde hem er constant aan dat Isha ergens in het bos rondzwierf, helemaal alleen. Zonder warme mantel.. Hij werd er alleen maar onrustiger van. Na een paar uur te liggen woelen in z'n bed, hoorde Rowan zacht getik op het dak. Blijkbaar was hij toch even weggedoezeld, want de jongen schoot meteen rechtop. Toen hij echter weer klaarwakker was, werd het duidelijk dat dat getik simpelweg druppels waren. Het begon eerst te spetteren, maar al snel begon het flink te regenen en leek het met bakken uit de lucht te komen. Pas toen het langzaam licht begon te worden, viel de jongen in slaap. Toen hij wakker werd, regende het nog steeds.

>>>——————>

De Grijze Jager : De Wraak van MorgarathWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu