Hoodstuk 8

30 3 0
                                    

>>>——————>

"Het... het is... leeg." Rowan raapte het lege papiertje op en bekeek het van alle mogelijke kanten.
"Bestaat er misschien zoiets als onzichtbare inkt?" Maar Isha schudde meteen zijn hoofd.
"Nee dat is niet mogelijk, baron Arald las duidelijk een stuk tekst van het briefje!" Rowan zuchtte en hield het lege stukje papier uit voor Isha om te pakken. Maar nog voordat deze hem kon aannemen, klonk er een 'twang!', gevolgd door een doffe klap, en weg was het briefje. beide jongens keken geschrokken naar waar het briefje zomaar uit Rowan's hand was verdwenen, en keken toen op. Het briefje hing aan de muur, met een zwarte pijl eruit stekend die nog na trilde van de harde klap. Meteen draaide Rowan zich om, maar nog voordat ze iets konden zien, werden ze beide bij de boven arm gegrepen door twee ijzeren handen. Isha kon zichzelf nog maar net stil houden en er klonk een heel zachte piep in plaats van een luide geschrokken schreeuw. Hij keek op naar wie hem zo ruw had vastgepakt, maar zag alleen een donker groene gevlekte kap, en een hint van een grijzige baard. Zijn gezicht werd rood en hij keek snel weg toen hij realiseerde dat ze waren gesnapt door twee grijze jagers. De moed zakte hem meteen in de schoenen.
"veel hebben jullie niet meer te zeggen hm?" Zei de jager die zijn arm pijnlijk vast hield. Het was een strenge, norse en vooral boze stem en het gaf Isha de kriebels. Had hij nu maar gewoon in het weeshuis gebleven... Nu had hij al helemaal geen kans meer om bij een leermeester in de leer te gaan... Alleen maar vanwege zijn stomme nieuwsgierigheid! Waarom kon hij niet een keer gewoon afwachten!? Hij voelde hoe tranen in zijn ogen begonnen te prikken en knipperde ze snel weg. Het was gedaan met hem, en er was weinig wat hij nu nog kon doen om het goed te maken. Hij had ingebroken bij de baron, en moest welke straf hij ook zou krijgen accepteren.. Hij wist dat dit kon gebeuren toen hij het plan bedacht. Alleen had hij niet echt verwacht dat als hij gesnapt zou worden dat hij gesnapt zou worden door twee jagers...

Rowan had ook proberen te kijken wie hem had vastgepakt. Het was ook een jager, ook zijn gezicht was verscholen onder een donkergroen gevlekte kap, en ook al was Rowan een paar centimeter langer dan deze jager, hij wist dat hij beter bang van ze kon zijn. En dat was hij ook. Hij dacht beide jagers te herkennen en dat maakte hem niet bepaald blijer. Hij vond de jagers sowieso al eng, en bleef vaak het liefst uit hun buurt. Dus nu dat ze betrapt waren door twee jagers, en als hij het goed had de twee beste en strengste van het korps, (wie anders konden het ook zijn? Het leen Redmond had maar twee jagers) liep het angst zweet al langs zijn hoofd naar beneden.
"Het kasteel insluipen, spullen van de baron stelen, zijn eigen zoon die meehelpt, zullen we maar eens gaan kijken wat de baron daar allemaal van vindt?" De jager die Rowan vasthield sprak nu. Zijn stem was iets hoger en zachter dan de norse stem van de andere jager, maar nog steeds streng en duidelijk niet blij. Dat moest wel Will Verdrag zijn... en die ander was dan Halt O'carrick. Ze zaten diep in de problemen... Heel diep... Zeker Isha. Isha keek even naar Rowan.
"Sorry." Fluisterde de kleine jongen. Rowan probeerde hem een glimlach te geven, maar hij was te nerveus. Het was niet Isha's schuld. Hij wilde zelf meehelpen. Eigenlijk was het allemaal zijn eigen fout... Hij zuchtte zachtjes, en toen werden ze ruw mee getrokken naar de deur van Arald's slaap vertrek.

>>>——————>

Daar stonden ze dan, voor de deur van de slaap vertrekken van baron Arald. Er klonk wat gestommel nadat Halt op de deur had gebonkt. Er gingen wel duizend dingen door Isha's hoofd heen. Maar elke uitweg van dit onvermijdelijke lot zou alleen maar nog meer problemen met zich meebrengen. Dus daar stond hij, naast Rowan, beide stevig vastgehouden bij hun arm, de twee jagers achter hen. Het gestommel werd luider en de deur ging na een paar seconden open. Daar stond Arald, gek genoeg niet in een nacht gewaad of zoiets. Nee, hij was volledig aangekleed in zijn dagelijkse kleding, alsof hij was opgebleven.. Rowan zuchtte geïrriteerd toen zijn vader nogal verrast en geschrokken naar hem keek.
"Wat is hier aan de hand?" Vroeg Arald, meer nieuwsgierig klinkend dan boos of teleurgesteld. Isha keek naar zijn voeten, zijn wangen werden rood van schaamte toen de jager die hem vast had begon te praten.
"Deze twee jongens hebben ingebroken en geprobeerd en belangrijke brief te stelen. Ik had u al gezegd dat er iemand zou komen voor die brief vannacht, ook al had ik niet gedacht dat het een weesjongen een uw zoon zouden zijn." Her klonk pure teleurstelling en sarcasme in zijn stem. Alsof hij het niet kon geloven dat twee jongens zoiets zouden durven te doen. Isha voelde hoe zijn gezicht nog roder werd met schaamte. Dus die brief was niet eens voor hem geweest.. Ineens voelde hij een harde duw en werd hij de kamer ingeduwd door Halt, die hem los liet toen Rowan en de andere jager ook binnen waren. De deur ging achter hun dicht en de baron wees naar een bank.
"Ga daar maar zitten, alle twee." Hij slaakte een diepe zucht, alvorens drie stoel te pakken van een kleine tafel voor hem en de twee jagers.
Toen de twee jongens op de bank zaten, en Arald, Will en Halt ook zaten, zuchtte de baron nog eens.
"Het is allemaal mijn fout-" begonnen beide jongens. Ze keken elkaar meteen aan nadat ze begonnen waren. Halt deed zijn kap naar achter en keek de jongens een klein beetje geamuseerd aan, maar niet minder streng.
"Ja, dat hadden we al door, het is beide jullie fout en jullie zullen beide gestraft worden. Zomaar stelen van de baron, of van je vader, dat maakt niks uit het is zeer ongeoorloofd gedrag. Ik hoop dat je je dat realiseert. Er is geen ruimte voor dieven hier." Isha keek naar de grond, zijn schouders hangend. Wat gingen ze met hun doen..? Hij had niet gedacht dat een klein briefje bekijken zo erg zou zijn. Hij wist dat als hij gesnapt zou worden, dat hij dan zeker weten zijn toekomst zou kunnen vergeten. Hij had verwacht om ergens op het platteland aan het werk gezet te worden, maar die Halt maakte het klinken alsof dit het einde was van alles. Hij zei echter niks. Hij wist heel goed dat dat het alleen erger zou maken. Rowan naast hem kromp zowat ineen terwijl de jager zijn preek aan het geven was. Hij was nog nooit zo bang geweest voor grijze jagers. En hij was er normaal al geen fan van. Arald keek een beetje medelevend naar zijn zoon en Isha en hield zijn hand op om Halt te stoppen.
"Nou nou zo kan het wel weer hoor Halt. Ben een beetje aardig, je hebt ze al genoeg de stuipen op het lijf gejaagd en ik ben bijna zeker dat je dat nog wel vaker gaat doen." Hij liet zijn hand weer zakken.
"Heeft een van jullie het briefje?" Vroeg de baron toen.
"N-nee. Die heeft meneer Halt uit onze handen geschoten." Rowan keek naar zijn vader. Er klopte iets niet... Z'n vader was normaal heel anders als hij iets niet vond kunnen. Iets klopte niet maar hij wist niet wat..
"En dat briefje was leeg meneer.. Ik wilde hem alleen lezen want bij de verkiezingsdag leek het alsof iets belangrijks bevatte over mij- ik wilde hem meteen daarna weer terug leggen, heus. Alleen toen bleek hij leeg te zijn." Isha's stem was een beetje hees en duidelijk zenuwachtig. Hij zag nu de gezichten van de jagers toen hij opkeek. Een grijs bebaarde nors uitziende, best angstaanjagende jager en een wat jongere jager met donkerblond haar half lang, en het begin van een klein stoppelbaardje wat nauwelijks zichtbaar was. Hij wist dat het Will en Halt moesten zijn, dat waren de twee jagers van dit leen.
Ineens voelde hij een por in zijn zij en keek hij snel naar Rowan, een beetje boos. Deze wees met zijn ogen richting Arald. Toen Isha weer naar de baron keek, schudde deze zijn hoofd. "Will vroeg je net twee keer wat." Isha verschoof zijn blik naar de jager, de verleiding om weg te kijken was zeer groot, maar hij rechtte zijn rug en keek de jager aan.
"Ik vroeg je wat jij zou hebben gedaan als jij in de barons schoenen had gestaan. Als twee jongens zomaar bij jou inbraken en een hele belangrijke brief probeerden te stelen?"  Isha fronste en keek naar de grond, een beetje geschrokken van de vraag. Hij had geen idee... Hij had het niet fijn gevonden in ieder geval. Hij waarschijnlijk al het vertrouwen in de jongens verloren. Dat idee maakte hem niet bepaald blij. Hij voelde hoe iedereen hem zat aan te staren, en het maakte hem alleen maar zenuwachtiger. Hij had the neiging om zich te verstoppen, zich op te rollen op de bank waar ze op zaten en zich te verstoppen van iedereen in de kamer. Hij had echt niet gedacht dat het zo erg zou zijn. Hij keek eventjes naar de jager Will, die nu een wenkbrauw omhoog had alsof hij niet blij was met de lange stilte.
"I-ik weet het niet. Ik zou boos zijn want- want ze zouden mijn vertrouwen hebben misbruikt." Hij kon nog net tranen binnen houden, bang dat de jager boos zou worden als hij zulke zwakke emoties liet zien. De jagers zouden hem meenemen en opsluiten. Isha was er bijna honderd procent zeker van.

De Grijze Jager : De Wraak van MorgarathWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu