Hoofdstuk 1

2.8K 40 1
                                    

Tess van de Graaf

'Mevrouw van de Graaf, geboorte datum 17-2-1999?' vraagt een medewerker van Yes We Can Clinics. 'Ja, ik kom,' zeg ik zachtjes en bereid me voor wat er gaat komen. Al een jaar lang zijn ze bezig om me in een behandeling te zetten voor een hardnekkige verslaving.

'We hebben een druk schema voor een behandeling tegen jou verslaving, het is een behandeling van tien weken en daarin zul je afkicken van je verslaving en leren dat je dat niet meer nodig hebt.' zegt Pepijn van de kliniek. Ik knik en twijfel komt in mij omhoog. 'Is het echt 10 weken? Zo lang?' vraag ik terwijl ik in mijn jaszak graai. Hij knikt en ik zucht. 'Als je hier geen trek in hebt wil ik nu dat je de deur uitloopt. Het is alleen als je echt wilt, want als je het echt wilt, kom je er bovenop.' zegt Pepijn streng. Ik pak mijn tas en loop naar de deur, mijn hand gaat naar de deurklink en maak de deur open, en met een klap raakt die dicht.

Robbie staat buiten te wachten en kijkt me verrast aan. 'Wat doe jij hier?' vraag ik met een wenkbrauw omhoog. 'Ik had mama een berichtje gestuurd met waar je was, maar dit had ik niet aan zien komen.' zegt Robbie zacht. 'Tja, niet alles loopt goed in het leven.' zeg ik zacht en loop naar hem toe. 'Hoeveel heb je op?' vraagt hij en schud met zijn op. 'Genoeg om te weten dat ik niet mee ga naar je huis.' zeg ik emotieloos en ik graai naar een sigaretje in mijn tas. 'Ben je nou nog niet gestopt?' vraagt Robbie als ik tegen zijn auto leun en een sigaretje aansteek. 'Nope, ik kan het niet.' zeg ik tegen mijn broer die voor mij staat. 'Waarom wil je je eigen niet op laten nemen?' vraagt Robbie zacht 'Waarom ik dat niet wil? Omdat ik dan tien weken vastgeketend zit in dit gebouw! Ik wil naar buiten, de vrije wereld in.' zeg en roep ik naar hem. 'Sorry zo bedoelde ik het niet, ik heb er gewoon geen zin in dat ik dan niemand mag zien en dat ik met niemand kan praten.' zeg ik als ik mijn sigaretje uit trap. 'Wil je anders met mij mee?' vraagt Robbie als hij zijn telefoon uit zijn zak haalt. 'Eh oke?' beantwoord ik zijn vraag twijfelachtig. Hij moet weten waar hij aan begint.

De laatste maanden ben ik al door zoveel mensen uit hun huis gezet. Omdat ik te verslaafd was en hun het niet meer aankonden, ik maakte vriendschappen en relaties kapot. Maar mijn moeder wist me in bedwang te houden, samen met mijn broer. 'Stap in, mijn huisgenoten zullen je geweldig vinden.' zegt Robbie enthousiast. 'Weet waar je aan begint, mij is vaak genoeg de deur gewezen.' zeg ik schaamteloos. Wat wil je na twee jaar. Onze band was vorig jaar niet goed. Ik had maling aan alles, en iedereen.

'Hier zijn we dan, mijn prachtige paleis' vertelt Robbie in vreugde. Ik kijk rond en zie vier verschillende jongens op de bank achter de tv hangen met een biertje in hun hand. 'Jongens, dit is mijn zusje.' vertelt Robbie met een lach op zijn gezicht. 'Ah jij moet Tess zijn.' zegt een jongen met een baardje. Ik knik en reik hem mijn hand uit. 'Tess,' stel ik mezelf voor aan de jongens die op de bank zitten, verschillende namen klinken in mijn oren. Raoul, Koen, Milo Matthy en dan mijn broer Robbie. Gelijk kijken de blauwe ogen van Matthy mij aan. Robbie leid mij verder rond in het huis en vertelt dat ik, als ik zou willen bij hem op de kamer mag blijven slapen. Ik knik en pak mijn telefoon uit mijn zak.

'Deal gaat niet door.'

Die zin staat er op mijn beeldscherm. 'Kut klote zooi.' roep ik net iets te hard. Milo komt om het hoekje kijken. 'Gaat het?' vraagt hij lief en ik kijk hem aan. 'Het gaat prima, dankjewel.' zeg ik wat emotieloos en grijp mijn jas van de kapstok, en loop via de huiskamer naar de maar al te grote tuin. Tot mijn verbazing staat er een asbak en een grote lounge. Ik steek mijn jointje op en voel me gelijk gekalmeerd.

'Je moet stoppen met die verslaving,' zegt iemand die en hand op mijn schouder legt. Meteen herken ik de stem. 'Ik kan het niet papa.' geef ik aan en mijn stem trilt. 'Je kan het wel, als je er maar in gelooft.' 'Maar papa,,' zeg ik zacht en al snel komt Robbie zijn hoofd om de hoek. 'Met wie ben je aan het praten?' vraagt  Robbie zacht en ik kijk naar de kant waar mijn vader zat. 'Met papa.' zeg ik met tranen in mijn ogen. 'Tess, papa is er niet meer he,' vertelt Robbie, 'Ja dat weet ik.' zeg ik tegen Robbie terwijl ik hem aankijk. Ik adem in en adem langzaam uit. 'Maar hoe is het verder met mijn kleine broer.' vraag ik als Robbie bij me is komen zitten. 'Goed, je stinkt naar jonko.' ik lach en geef hem een knuffel. 'Jammer dat papa er niet meer is, die had kunnen genieten van jou.' zegt Robbie met een sombere glimlach. Ik knik en ga met mijn hand door zijn haar. 'Wie ben jij?' vraagt een meisje in de deur opening van de tuin. 'Ik ben Tess, Robbie zijn zusje.' zeg ik als ik mijn hand uitsteek. 'Ik ben Jamie, ik wist niet dat Robbie een zusje had.' zegt ze met een wenkbrauw omhoog. 'Oh, ja dat kan. Ik ben ook al een tijd niet in Robbie zijn leven geweest.' zeg ik wat zachter. 'Dat was wel te merken afgelopen maanden.' zegt ze dan opeens met een arrogante toon. Auw, die deed aardig pijn. Ik gooi mijn jointje in de asbak en vertrek terug naar binnen, ga op de bank zitten naast Matthy en open mijn telefoon. Ik ga gelijk naar mijn whatsapp gesprekken en merk dat ik over mijn moeder haar appje ben heen gelezen.

'Ma: Waar hang jij uit?'

'Ik: Ergens waar jij niet bent'

Opeens hoor ik mijn broer schreeuwen en Matthy en ik kijken samen naar de kant van de tuin. Het lijkt erop dat Jamie niet blij is met mijn komst. 'Je had toch kunnen zeggen dat je een zusje had, nu kwam ik binnen en zag ik haar zo schijnheilig zitten met jou.' roept ze boos en wijst ze naar mij. Ik pak mijn tas en loop boos naar de buitendeur.

'Luister jij eens naar mij barbiepop, ik zoek wel een hotelletje waar ik kan vertoeven zodat ik hier geen seconden langer eer hoef te zijn en hoef te luisteren naar die klote stem van je.' de woorden vliegen zonder nadenken mijn keel uit en geef een trap tegen de loungeset die er buiten staat. 'Is maar goed ook want dan hoef ik die kop van je niet te zien, en dat gesnotter over je vader die het zo goed met je had' roept ze nog eens na. Die deed pijn, heel erg pijn. Er ontwikkeld nu pijn en woedde in mijn hoofd. Ik draai me om en kijk haar emotieloos aan. 'Wat zei je daar?' vraag ik en ik loop op haar af. De rest van de jongens zijn ook naar buiten gelopen om te kijken wat er aan de hand was. Ik geef haar klap en al snel moet Matthy mij van haar af halen. 'Niemand praat zo over mij en mijn vader, klote wijf!' roep ik ook nog na. De voordeur sla ik dicht en ik loop naar de dichtstbijzijnde hotel. Het maakt me niet uit hoelang het lopen is, als ik daar maar weg kan. Weg van dat wijf, een beetje jaloers zijn op mij. Volgensmij is zij op haar hoofd gevallen toen ze geboren werd. Mijn telefoon gaat af en ik kijk wie het is.

'Rob'

Ik neem op en al snel hoor ik zijn stem.

'Kom terug Tess, alsjeblieft voor mij.' ik hoor zijn stem dat overstuur is en vind het al snel een beetje sneu voor hem.

'Ik kom terug als jou zogenaamde vriendin weg is.'

'Ze is net boos weggegaan met haar auto dus je kan terugkomen.'

'Kom eraan.' de woorden verlaten mijn mond en al snel ben ik na een eindje lopen bij het grote huis.

I'm already high enough +BankzittersWhere stories live. Discover now