(vi) De gloeilamp der verlichting

84 19 70
                                    

"I am not to speak to you, I am to think of
you when 
I sit alone or wake at night alone,
I am 
to wait, I do not doubt I am to meet you again,
I am 
to see to it that I do not lose you."
-Walt Whitman

Treinritten, de grootste bron van productiviteit. Het zachte getril van de wagon tegen de rails bracht Alan in een soort gefocuste trance. Je werd niet gestoord, want iedereen bemoeide zich met hun eigen zaken – voornamelijk uit schrik om bestolen te worden. Het afwisselende uitzicht maakte het daarbij af, de weilanden met grazende schapen had ondertussen plaatsgemaakt voor een gehucht rode huisjes. Hij herkende het stadje Guildford, waar hij was opgegroeid. Dit betekende dat ze steeds dichter bij Londen kwamen.

Het hoopje papieren schoof steeds verder van het tafeltje, zelfs de opmerkzame Chris had het niet door. Zijn blik was net als de zijne dromerig gefocust op het bruggetje dat langs hen voorbij daverde. Misschien was het uitzicht toch net iets te afleidend.

De smak waarmee de papieren op de grond neerkwam, vertelde hun anders. De jongens schoten wakker en schraapten hun resultaat van twee uur werk van de grond. Het was een bevredigende dikke stapel vol berekeningen. Alan hield voet bij stuk dat de trein hun werksnelheid verviervoudigd had, waarop Chris instemmend lachte.

'Hoewel ik niet zeker ben wat we met deze berekeningen moeten aanvangen. Ze belandden hoogstwaarschijnlijk toch in de vuilnisbak.' Chris liet de bladeren door zijn handen glijden, alsof het een baby is waar hij afscheid van moest nemen. 'Al was het leuk ze samen met je te maken,' voegde hij er snel aan toe, wanneer hij Alans treurige blik zag.

Die blik was niet bedoeld voor de hoekige krabbels die cijfers moesten voorstellen. Hoewel hij de papieren koste wat kost zou bijhouden. Voor hem waren ze echt als een baby, alles waar Chris op had geschreven was nagenoeg kostbaar. Alan schoof de papieren behendig in zijn leren zak en klopte erop alsof hij net de kroon van de Koning had gestolen.

De echte reden voor zijn grimmige blik zat recht tegenover hem. Hoezeer hij de positieve instelling van de blondharige jongen ook bewonderde, het jaagde hem ook ontzettend veel schrik aan. Wanneer een ster zoveel positieve energie opslorpte en nooit de negatieve, ontstond er een onevenwicht. Je kon waarschijnlijk wel raden wat er met zo een ster gebeurt. Deze ontpopte tot een supernova in een prachtige explosie die verre van veilig was. Soms bleef er een allesvernietigende kracht achter, een zwart gat in het universum of in je borstkast. Dat mocht hij bij Chris nooit laten gebeuren, dat zou hij niet toelaten.

Of hij die woorden echt over zijn lippen kon krijgen – zoals zoveel andere woorden – zou een mysterie blijven. De vrolijke bel bracht een einde aan zijn zwarte gedachten en de treinrit.

Pas toen merkte Alan op dat Chris niet meer op zijn stoel zat. Hij wilde net in paniek recht springen, toen er een bons te horen was.

Chris kwam onder de tafel uit, met een hand op zijn pijnlijke hoofd. In zijn andere hand had hij het wombatbeeldje vast dat hij op het stapeltje papieren had geplaatst in een gefaalde poging ze tegen te houden.

Alan vroeg zich af waarom de jongen het beeldje overal meenam.

'Moeder heeft het beeldje voor me gemaakt,' beantwoordde Chris zijn starende blik. Zijn duim streek over het hoofdje van de wombat. Met een grijs voegde hij eraan toe: 'Weet je dat wombats de wiskundigen van de natuur zijn? Hun uitwerpselen zijn kubussen.'

De conducteur stapte met ferme passen de gang in, om iedereen naar buiten te begeleiden. Net als de kudde schapen die hij daarnet had opgemerkt, werkte hij hen als herder de trein uit. De dikke zwarte wenkbrauw van de man kroop hoog zijn voorhoofd op. 'Wat doen zulke jonge knullen nu op een trein. Zijn jullie je mama kwijt?'

Enigmatische EmotiesWhere stories live. Discover now