(xxi) Het onbereikbaar supremum

37 10 22
                                    

"I defy anyone who retains the least spark
of honour to spit on the real, essential
love of one human being for another."
-Alfred Douglas 

Om de zoveel tijd zag Alan weer iets dat ontbrak. Een nieuw paar schoenen – die zo chique waren dat hij ze nooit droeg – vismessen, een kompas.

Al bij al waren de gestolen goederen niet zoveel waard. Ze leken wel willekeurig meegenomen.

Dat jaagde hem ongelofelijk veel angst aan. Als het geen inbraak was met oog op geld, moest het wel zijn om hem schrik aan te jagen. Te kwellen.

'Ik bel naar de politie.' Om de hoek stond er een blauw politiehokje met een telefoon, de zijne was nog niet aangesloten. Hij moest en zou de dader vinden.

Nog voor hij in beweging kon komen, duwde Arnold hem in de zetel. 'Rustig, je denkt niet na.'

Een kopje thee werd zijn handen in gedrukt.

De warmte die de thee afgaf, bracht hem enigszins tot rust. Het weerhield hem om Arnold niet vast te grijpen en door elkaar te schudden. Waarom had hij zo'n angstige blik in zijn ogen? 'Ik denk juist wel na. Wil je weten wat ik denk? Dat je me naar buiten gelokt hebt om een nietsbetekenende verontschuldiging aan te bieden, om me ondertussen te bestelen. Opnieuw.'

Als geslagen viel Arnold naast hem in de zetel. 'Dit is exact wat ik bedoel, je denkt niet na. Ik was de hele tijd bij je. Daarbij is het midden in de nacht en waarom zou je aangifte doen voor zo'n onbenullige dingen?'

Alans ogen vol venijn priemden in de zijne. Mocht het niet al eens eerder gebeurd zijn, was hij onmiddellijk gevallen voor de treurende blik van de jongen.

'Je gelooft me niet?' Zijn stem trilde. Alan – die zelf de slechtste acteur op aarde was – kon niet zeggen of het geacteerd was of niet.

'Natuurlijk geloof ik je niet. Niet na alles wat er vandaag gebeurd is. Je noemt me naïef, misschien was ik dat wel door te denken dat je oprecht was.' Hij stond recht, de tas thee drukte hij in de handen van de jongen. 'Ik ga naar de politie en ik geef je aan.' Hij werd zich gewaar van zijn kinderachtige toon. Toch voelde het alsof hij zijn eigen hart verraadde.

'Nee!' Arnold nam de zoom van zijn mouw beet om hem tegen te houden, het kopje werd op de grond gekatapulteerd.

Instinctief bukte Alan zich om het op te vangen. Te laat. De scherven verspreidden zich over het vloerkleed.

Arnold nam hem bij de schouders. Hij verbeet duidelijk de pijn van de hete thee die langs zijn hemd liep. 'Als je dat doet, dan is mijn leven voorbij. Dat van mijn vader ook. Dan –' hij zocht naar zijn woorden en kneep zijn ogen dicht. 'Dan ga ik alles aan de politie zeggen.'

Alan schudde zich los van Arnolds greep. Alles. Alleen al omdat hij homoseksueel was kon hij achter de tralies belanden.

'Doe wat je niet laten kunt.' Alan spuugde de woorden uit. Hij wilde roepen zelfs, maar de gepijnigde blik in de jongens zijn ogen hield hem tegen.

'Sorry.' Arnold begroef zijn gezicht tussen zijn opgetrokken benen. 'Dat meende ik niet. Ik zou het nooit over mijn hart krijgen. Het zou toch geen zin hebben. Jij hebt hoog aanzien, de politie zou uitschot zoals ik nooit geloven. Ik ben gewoon zo bang. Bang om mezelf te zijn.' Toen hij zijn hoofd weer optilde, waren zijn wangen nat. 'Maar als ik bij jou ben, wordt het me duidelijk wie ik wil zijn.'

Alan nam zijn hand. In een moment van stilte streek hij zijn duim tegen de rug van de hand. 'Waarom lijkt het me nog steeds dat je meer weet over de inbraak?' Hij probeerde het zo min beschuldigend te laten klinken, maar faalde.

Enigmatische EmotiesWhere stories live. Discover now