Hoofdstuk 14

22 3 15
                                    

De tweede dag hadden ze nogmaals geprobeerd om wapens uit de kist te halen, maar ook toen waren ze door hetzelfde team in beslag genomen. Als gevolg hadden ze besloten om weg te gaan, en te proberen om tevreden te zijn met wat ze wél al hadden. Filip, Alex en Daniël zaten nu niet langer in het midden, maar juist helemaal bij de grens van de arena, de muren waar ze niet overheen konden kijken. Of ten minste, ze konden de lucht wel zien, maar ze konden er niet overheen klimmen – wat ze natuurlijk maar al te graag gewild hadden.

Alex had het wapen, een honkbalknuppel die aan het begin van het spel voor driekwart uit hun tas gestoken had, en bewaakte de heren met haar leven, alsof ze een lijfwacht was. Daar was Filip zeer dankbaar voor, hij had immers een belangrijk doel voor ogen: veilig thuiskomen en herenigd worden met zijn geliefde dochter, Sarah. Ook in zijn gedachten kon hij haar nog zien. Die grote grijns op haar gezicht, die gladde wangetjes, haar donkere haar – dat had ze echt van haar moeder geërfd, Filip zelf was namelijk zo blond als een albino, een kenmerk van de gebroeders De Jong. Hij miste haar zo erg. Hij hoopte maar dat Quinten lief voor haar was.

Filip hield, nu Nederland in het donker gehuld was, de wacht, met Alex' knuppel in zijn handen. Zijn vrienden lagen te slapen, lekker te slapen, geen idee hoe ze dat voor elkaar hadden gekregen, zo fijn dat Daniël zelfs een beetje aan het snurken was. Ze voelden zich vast heel veilig bij hem. Daar was hij blij om, maar de depressie die de situatie in hem had laten ontwaken wilde niet weggaan.

Als hij niet won, zou hij zijn familie nooit meer terug zien. Sarah en Quinten zouden voor altijd alleen achterblijven, en zijn broer zou een vaderrol moeten vervullen die hij nooit gewild heeft. Maar als hij wél won...

Als hij wel won zou hij een moordenaar zijn.

''Vanwaar dat sippe gezichtje?'' hoorde hij een vrouwenstem opeens zeggen. ''Een lach zou je veel beter staan.'' Het was Alex. Kennelijk was ze wakker geworden. Langzaam ging ze rechtop zitten, haar blik op Filip gericht. Wat bedoelde ze met ''Een lach zou je veel beter staan''? Was het een soort van vermomde belediging? Of was ze met hem aan het flirten? Nee, natuurlijk niet, nu moest hij niet opeens rare dingen gaan denken.

Alex bleef heel even in dezelfde positie zitten, met haar handen op de aarde onder hen, haar nek omhoog kijkend naar de - waren ze er? Ja, daar zag hij ze - sterren. Filip hoorde hun ademhalingen, kort en diep, door elkaar heen lopen, terwijl in de achtergrond het mannelijk krekelkoor hun nieuwste compositie uitvoerde. Het was een prettig moment. Een fijne pauze in het circus waar hij zich in bevond. Een korte stop die de tranen die vanaf het begin constant gedreigd hadden om te vallen even tegen leek te houden.

''Jij hebt een dochter, toch?'' vroeg ze opeens. Ja, die had hij. Hij vertelde Alex over zijn dochter, Sarah, en over haar moeder, en zijn liefde voor hen. Ze knikte, met in haar donkere ogen, en nu het nacht was zeker, een figuurlijke glinstering die de duisternis verlichten kon. Maar ze wist dat ene stuk informatie nog niet, datgene wat hij tot nu toe, om niet té wanhopig over te komen, hij wilde immers sterk blijven voor zijn vrienden en een beschermer voor ze zijn, verzwegen had.

''Ze is gehandicapt'', flapte hij er uiteindelijk uit. ''Ze gedraagt zich nog alsof ze een klein kind is, een peuter, maar in werkelijkheid is ze al vier jaar volwassen.''

Alex' mond viel open, haar scheve tanden nu zichtbaar onder het licht van de maan. Ze boog zich voorover om dichter bij Filip in de buurt te komen.

''Laten we er samen voor gaan zorgen dat je haar weer ziet, oké?''

Het klonk als een geruststellend idee, maar drie seconden hard nadenken maakte duidelijk dat er implicaties aan verbonden zaten. Als hij hier immers uit zou ontsnappen, als híj zou winnen, dan zouden Alex en Daniël...

''Maak je niet druk om mij'', voegde ze eraan toe. ''Ik heb toch niemand die thuis op me wacht.''

Filips wenkbrauwen schoten omhoog. ''Echt waar?'' vroeg hij. ''Dat vind ik heel erg om te horen.''

Ja, het was een enorm cliché antwoord, maar wat had hij dan moeten zeggen? Een ''Dat meen je niet!'' of een ''Serieus?'' vond hij beide nogal ongevoelig over komen, en als er iets is wat Filip niet was, dan was het wel onbegaan. Zelfs als iets wat iemand anders hem vertelde hem écht geen hout kon schelen, deed hij alsnog alsof hij geïnteresseerd was, puur om de andere persoon het gevoel te geven dat hij of zij er toe deed: een gevoel dat zijn moeder hem nooit gegeven had. Ook nu probeerde hij dat, en hoewel hij er niet echt in slaagde, deed hij zijn best om Alex zich thuis te laten voelen bij hem, aangezien ze dat, had hij net vernomen, nergens anders kon.

''Hou oud ben jij eigenlijk?'' De vraag verraste Filip een beetje. Waarom wilde ze dat weten? Ach, dat maakte ook niet uit: hij moest betrokken zijn. ''Zesenveertig'', antwoordde hij. ''En jij?''

Een ondeugende glimlach bekroop het gezicht van Alex, en ze positioneerde haar handen op een manier waarop je een zwaar boek vast zou houden, een boek dat nu onzichtbaar en onbestaand was. ''Veertig'', zei ze. Wat? Veertig? Filips hersenen ontploften. Figuurlijk dan, natuurlijk. Was ze echt veertig? Haar hele houding schreeuwde eigenlijk rebelse tiener: de tatoeages op haar bovenlichaam, de vogeltjes in haar nek en de vreemde symbolen op haar gespierde schouders, samen met haar neuspiercing, korte kapsel en bijna-wasbordje, deden Filip nou niet bepaald denken dat ze slechts zes jaar met hem in leeftijd verschilde.

Stiekem vond hij het best wel wat hebben. Hij en zijn broer hadden hun hele jeugd voor hun ouders moeten zorgen, en zoals het noodlot wilde, kregen Filip en zijn vrouw, die later kankerpatiënt werd en daar ook aan is overleden, ook nog eens een dochter met een tot toen toe onbekende mentale afwijking. Voor één keer in zijn leven zou hij best wel eens degene willen zijn voor wie er gezorgd werd. Degene die gedragen werd. Maar ja. Hij had zich voorgenomen dat hij nooit meer van een andere vrouw zou houden, en die belofte zou hij nakomen. Sowieso zou hij niet aan Alex' jongere leeftijd kunnen wennen, zijn vrouw was namelijk twaalf jaar ouder dan hij geweest, dat was ook de reden dat hij op zo'n relatief jonge leeftijd vader was geworden.

Hij besloot maar van onderwerp te wisselen. Hij was nooit goed met ongemakkelijke gesprekken geweest.

''Hoe groot denk je dat de arena is?'' vroeg hij aan Alex, die haar mond onwetend naar beden krulde en haar schouders omhoog trok. Filip dacht na.

Ze waren gisteren van ongeveer driekwart naar het midden toe naar het absolute uiteinde gejogd, en dat had ongeveer een halfuur geduurd. De gemiddelde hardloopsnelheid is tien kilometer per uur, maar door de obstakels in het bos was dat waarschijnlijk eerder rond de zes geweest. Ze hadden dus drie kilometer gelopen, wat betekent dat de afstand van de muren naar het middelpunt van het eiland, ervan uitgaande dat het een perfecte cirkel is, vier kilometer bestrijkt. De oppervlakte is dan pi keer vier kwadraat, vijftig vierkante kilometer: twintig keer zo klein als de Veluwe.

''Vijftig vierkante kilometer'', antwoordde hij trots. ''En als je een rondje om het eiland zou lopen zou dat ongeveer vijfentwintig kilometer zijn.''

Alex schudde haar hoofd afkeurend, de grijns van net terug op haar gelaat. ''Dat zuig je gewoon uit je duim'', zei ze geamuseerd. Nee, dat was niet zo!

Gefrustreerd kreeg Filip héél even de neiging om haar zijn hele rekensom uit te leggen, maar al snel besefte hij dat hij geen zin in een discussie had. Hij had slaap nodig. Als Alex nu de wacht zou houden, zouden ze morgen zo fit als een hoentje de strijd weer aan kunnen gaan. Of ten minste, de strijd om niet gevonden te worden.

De SchoonhovenSpelShowWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu