Hoofdstuk 26

20 2 4
                                    

Adam - 9:48

Het spel zou vandaag afgelopen zijn, volgens Lars. Adam hoopte vurig dat het zo was. Hoe mooi zou het zijn als het verschrikkelijke leed eindelijk klaar was, als het eindelijk zou stoppen.

Met Dirk nog steeds in zijn armen zat hij met zijn rug tegen de boom achter hem aan. Hij had hier nu al bijna zeventien uur – als zijn tijdsperceptie correct was geweest – gezeten. Vliegen begonnen zich rond Dirks lijk te verzamelen, en het wegslaan was het enige wat Adam qua bewegen nog deed. Voor de rest deed niets er meer toe. Enkel nog dat Dirk niet opgegeten werd.

Plotseling hoorde hij voetstappen. Kwam er iemand aan? Was het Stanley? Nee, die lag nog altijd honderd meter in de verte, stil als een plank. Een lange man met een stoppelbaard, een bijl in zijn handen geklemd, liep op Adam af. Zijn haar en kleren waren vies en nat, het was alsof hij in een sloot gedoken was. Langzaam kwam hij tot stilstand, vlak voor Adams voeten. De vliegen leken hem te negeren.

Adam keek op. De man zat hem aan te staren, niet op een bedreigende manier, maar bijna op een... superieure manier. Alsof hij een mier aan zat te kijken, en het gevoel had dat hij veel beter en intelligenter was omdat hij een mens was. Het kon Adam echt niet langer schelen. De vent tegenover hem zo te zien ook niet, want echt zijn best om hem bang te maken leek hij niet te doen.

''Doe dan'', fluisterde Adam, zo zacht dat de man het bijna niet hoorde. Zijn ogen knepen zich samen. ''Doe gewoon!'' schreeuwde hij nu. ''Waar wacht je godverdomme nog op?''

De man leek weer niet te reageren. Gelukkig kwam hij na een poos eindelijk in beweging. Terwijl de zon achter de wolken verdween, en de vliegen op Dirks lichaam ineens allemaal wegvlogen, bewoog de man zijn bijl naar achter - en haalde hij uit.

Ewout - 11:07

De riem hing om de boom, hij had zijn lievelingskleren aan, de kleren die hij aan had gedaan voor het spel, en hij had het bloemstuk uitgezocht. Dat laatste zou immers niemand hier voor hem doen. Wat ontbrak er nu nog?

Ewout zuchtte. Nadat zijn vrienden dood waren gegaan, was hij meteen uit het bosje gesprint, hoe dom het ook geweest was. Een paar minuten later had hij ze al gevonden. Waar Tobias' graf was wist hij niet, maar waar de lijken van Arnold en Rick hadden gelegen had hij maar al te goed onthouden; net zoals het beeld van die twee klootzakken die zijn vriend als kannibalen naar binnen aan het werken waren. Vanaf dat punt was zijn enige doel nog geweest om wraak te nemen. Maar ja, hoe zou hij dat gaan doen? Hij had geen wapens bij zich, en die lul van een krullenbol wel. Daarom had hij zich toch de hele tijd weer lopen verstoppen.

Maar gisteren was zijn moment dan toch daar geweest. Hij had die loser, Austin bleek hij te heten -wat een suffe naam – dood weten te maken. Daarmee was zijn enige doel net zoals Austin in vlammen opgegaan. En wat nu?

Hij zou voor zijn leven getekend zijn. Ja, hij zou nooit kunnen vergeten wat hij hier in deze arena gezien had, als hij zou winnen. Dat miljoen, dat is toch niks waard? Iedereen die hem kende zou hem ervan verdenken dat hij zijn vrienden vermoord had. Dat is logisch: hij is met ze weggeweest, komt dan in zijn eentje terug, en weet niet waar ze gebleven zijn? Klinkt als lariekoek. Is het natuurlijk ook, maar wat zou hij dan moeten zeggen? Dat hij door Lars Schoonhoven in een arena is gezet met negenendertig anderen, en voor zijn leven heeft moeten vechten? Hij zou binnen dan en een week geliquideerd worden. Wat de uitkomst ook was, het zag er niet rooskleurig voor hem uit.

Hij was zo dicht bij de eindstreep. Hij kon de finish praktisch gezien al ruiken. Maar hij gaf het op. Na al die tijd gaf hij het op.

Nou, daar ging-ie dan. Hij klom in de boom, ging op de tak staan en deed de riem om zijn nek. Een laatste keer snoof hij de lucht op. Het rook naar as. Waarom had hij dit niet eerder gedaan? Dan had hij nog frisse lucht in kunnen ademen, in een toch wel mooi bos. Ewout sloot zijn ogen en bedankte God voor het leven dat hij gehad had. Nog éénmaal vroeg hij om vergiffenis, om vergeven te worden voor de moord op Austin en zichzelf. De Heer zou weten wat zijn motieven waren.

De SchoonhovenSpelShowOpowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz