Hoofdstuk 29

15 2 0
                                    

Van Almere staarde naar het scherm voor hem. Negenendertig lijnen lagen stil. Slechts één hart was nog aan het kloppen. Het hart van de winnaar.

Het was eindelijk klaar, alles was nu eindelijk voorbij. Smits experiment was afgelopen. Er was, precies zoals hij het vanaf het begin al gewild af, één kandidaat over, en met wat hulp van Van Almere en een paar brandbommen had hij nu het antwoord op de onderzoeksvraag waar hij reeds zo lang mee gezeten had. Toch kon hij die ene vraag niet uit zijn hoofd zetten.

Was het het waard geweest?

Nogmaals vielen de ogen van de zakenman op de lijnen op het scherm. Allemaal lagen ze stil, allemaal behalve één. En allemaal stonden ze symbool voor een mens dat niet meer leefde. Mensen met vrienden, familie, kennissen en collega's die diegene nooit meer terug zouden zien. Nee, het was het niet waard geweest. Van alle experimenten die onder zijn leiding uitgevoerd waren, waren er geen die het waard waren geweest. Nul.

Van Almere tilde zijn wenkbrauw op. Waarom zei Smit niets? Waarom bleef hij stil? Hij was er zo gebrand op geweest dat hij de winnaar zou mogen feliciteren. Van Almere had verwacht dat 'Lars' in de ruimte boven hem naar de camera's had gekeken alsof ze een film afgespeeld hadden, wat dus zou betekenen dat hij het wel door zou moeten hebben als het spel afgelopen was. In plaats daarvan werd de stilte niet doorbroken.

Toch maar even een kijkje gaan nemen, dan. Van Almere kwam uit zijn zwarte draaistoel en liep naar de witte deur. Naarmate hij hoger de trap opliep, begon hij zich zorgen te maken. Was Smit in slaap gevallen? Had hij dit voor hem dierbare moment gemist? Wellicht was dat maar beter ook, misschien zou Van Almere daar juist blij om moeten zijn. Beleefd klopte hij op de deur. Hij wachtte echter geen ''Kom binnen!'' af, nee, daar had hij schijt aan.

Hij had een slapende Smit verwacht, of een Smit die zo diep in zijn notities begraven zat dat hij de wereld om hem heen vergeten was. Maar dit, dit had hij nooit verwacht.

Smit lag op de grond, zijn hoofd naar de deur toe gericht. Zijn pak was besmeurd met bloed, en het was over zijn lichaam op de vloer gerold, wat het laminaat in een donkere, rode kleur geverfd had: net zoals zijn gezicht. De groene ogen van Smit waren compleet in zijn bloed ondergedompeld, en waren niet langer zichtbaar onder de vloeistof des doods die zich overal in de kamer verspreid had. Zijn kenmerkende ovalen bril lag achter hem op de grond.

Bij Smits voeten zat een man met een mes, een zeer bloederig mes, een mes dat in een zwarte, leren hand vastgeklemd zat. De indringer droeg een bivakmuts, één die zijn identiteit compleet verhulde, op zijn heldere ogen na. De twee mannen keken elkaar diep in de ziel aan. Honderden vragen schoten door Van Almeres hoofd. Wie was hij? Hoe is hij hier binnengekomen? Waarom heeft hij dit gedaan?

Snel pakte hij zijn pistool erbij, zijn pistool dat hij altijd in zijn overhemd droeg, ondanks het feit dat hij het nog nooit gebruikt had. Er gingen genoeg geruchten rond over zijn wapen, en allemaal waren ze waar – de moordenaar die tegenover hem zat had ze kennelijk echter nooit opgevangen. ''Handen op je hoofd!'' beval Van Almere met een hese stem. ''Nu!'' De man volgde zijn raad op, en bewoog zijn handen langzaam naar zijn hoofd, nadat hij het mes had laten vallen.

Hoewel Van Almere zijn hele leven al met allerlei straffen gedreigd had, had hij er nu moeite mee. Maar waarom? Wat hield hem tegen? Deze man had Smit vermoord, waarom bleef hij toch zo nerveus?

''W- waarom heb je dit gedaan?'' Het was de eerste keer in een heel decennium dat hij gestotterd had. Hij begreep het gewoon echt niet. Hij begreep helemaal niets van de situatie. De man leek even na te denken, alsof hij zelf geen idee had wat zijn motieven geweest waren. ''Ik heb zo mijn redenen'', antwoordde hij uiteindelijk.

Nu daagde het Van Almere pas. Hij vond het helemaal niet erg. Hij voelde geen enkele sympathie voor Smit, hij leefde geen seconde met hem mee. Hij had het verdiend. Hij dat dit door alles wat hij op dit eiland gedaan had verdiend. En Van Almere zou liegen als hij dat van zichzelf zou ontkennen. Ook hij had dit lot moeten ondergaan, ook hij had hier door alle wrede jaren die hij achter zich had liggen op de grond dood moeten bloeden.

''Sta op'', riep hij met een luide en commanderende maar toch onzekere stem, die hem deed denken aan de manier waarop Smit twee jaar geleden met hem geconverseerd had. De man gehoorzaamde, en Van Almere greep hem bij zijn nek. Dreigend hield hij zijn vuurwapen op het hoofd van de inbreker gericht, voor het geval hij iets raars of onverwachts zou doen. Voor nu leek hij dat echter niet van plan.

Beide waren ze gespannen, en al trillend liep de man, met Van Almere nog steeds in zijn rug, de trap af, en door de deur naar buiten, waar de twee bewakers hen verward aankeken. ''Lekker de wacht gehouden, jongens...'' zei Van Almere tegen ze. Het sarcasme droop er vanaf.

''Luister'', vertelde hij de indringer, de man die Smit in koelen bloede gedood had. ''Ik wil dat jij je bek houdt over alles wat met mij of dit eiland te maken heeft, oké? Als ook maar íéts hierover naar buiten komt, wát het ook is, zal ik er persoonlijk voor zorgen dat je op de gruwelijkste manier mogelijk gemarteld en vermoord wordt. Begrepen?'' De gemaskerde moordenaar voor hem knikte. Het was een bedreiging zoals zo vele geweest, een bedreiging die hij zo vaak gebruikt had. Maar dit keer was het anders. Dit keer was het onoprecht.

Met veel kracht duwde hij de man zijn speedboot in, de boot die beide bewakers om de één of andere reden niet aan de zijkant van het eiland hadden zien liggen, zo hard dat hij voorover tegen de onderkant van de binnenzijde van de romp knalde, en kreunend weer omhoogkwam. ''En nu opgerot!'' schreeuwde Van Almere. Smits moordenaar ontketende de boot, en voer weg, richting de horizon.

Van Almere draaide zich om. Tijd om de winnaar naar huis te brengen.

Nadat hij de poort geopend had, en een paar keer diep adem had gehaald, liep Van Almere het verbrande bos in, vergezeld door zijn twee bewakers, die hem met automatische geweren verdedigden. Over het opruimen van Smits lijk moest hij later even na gaan denken, nu moest hij zich focussen op het opruimen van de enige getuige van het spel. Op de vredige manier, dan.

Smit had gelijk gehad. Het enige wat door de brand onaangetast was gebleven, was het bos binnen de brandcirkel. Nooit gedacht dat het echt gewerkt zou hebben.

Het was even zoeken geweest, maar uiteindelijk hadden ze de winnaar toch gevonden, omringd door twee lijken. Zijn wapen had hij op de grond voor hem neergelegd. Zijn ogen straalden niets dan... leegte, uit. Alsof hij niet wilde nadenken over wat hij gedaan had. Alsof hij het allemaal probeerde te onderdrukken. Van Almere gebaarde dat hij mee moest komen, en samen liepen ze, omringd door Jason en Rachel, de arena uit, en naar zijn boot toe. De boot waarop ze iets meer dan vier dagen geleden nog met z'n drieënveertigen gestaan hadden; de boot waarop ze nu nog maar met z'n drieën waren.

Zoals toen stond Van Almere weer achter het wiel. Rachel bleef op het eiland achter om te beginnen met opruimen, en Jason en de winnaar zaten achter hem in de stuurkamer. Van Almere keek over zijn schouder. Deze man was met drie van zijn vrienden bij de spelshow aangekomen, en ging nu in zijn eentje weg. Over zijn hoofd had hij een zak, opdat hij de route van het eiland naar de haven van Den Helder niet memoriseren kon. Van Almere had wel medelijden met hem. Hoe hadden zijn vrienden ook alweer geheten? Chris, Jason – net zoals de man die nu op hem aan het letten was – en... de derde naam wist hij niet meer.

Ook hem had hij moeten intimideren, wederom een loze dreiging, net zoals bij de man die Smit om het leven gebracht had. Wellicht zou hij er spijt van krijgen dat hij hem had laten gaan, maar dat zou dan maar zo zijn. Hij weigerde om zijn criminaliteit voort te zetten.

De uren vlogen voorbij, en de eindeloosheid van de zee loste langzaam op. De haven doemde langzaam voor de boot op. Land in zicht.

De SchoonhovenSpelShowWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu