Hoofdstuk 6

96 3 2
                                    

#Damian

Ik klop op de deur van Robin en Ruben. Een paar seconden doet Ruben open. 'Hey, ik moet Robin spreken. Ze reageert niet op de mindlink.' Zeg ik en loop hun huis in. Ik kijk om mij heen of ik Robin zie. 'Wel, dat kan kloppen. Want ze is niet hier.' Zegt Ruben als hij de deur achter mij dicht doet.

'Waar is ze?' 'Wat is er aan de hand?' Vraagt Ruben met en frons. 'Er rijden hier mannen rond in het bos. Ze hebben een foto van Robin. Door een bewakingscamera of iets. En vragen aan mensen die ze tegen komen of iemand haar heeft gezien.' 'Wat! Waarom?' 'Dat vraag ik mijzelf ook af en daarom ben ik hier. Waar is ze?' 'Ze is naar de stad. Stadshuis. Ze was op zoek naar iemand. Een kunstenaar waar ze een schilderij van wilt kopen.' Vragend kijk ik naar Ruben. 'Wat?' Hij haalt zijn schouders op. 'Ze wilde als verassing een schilderij van hem kopen. Maar de artiest was moeilijk te vinden. Dus zou ze daar meer informatie zoeken.' Ik kijk om mij heen en kijk dan naar Ruben. 'En jij gelooft haar?' Ruben kijkt beledigd. 'Waarom zou ik dat niet doen?' 'Ruben. Jullie hebben geen enkele schilderij in jullie huis. Geen enkele kunst. Heeft ze ooit naar een museum gewilt? Of intresse in kunst gehad? Robin vind een wc rol nog interessanter.' Ruben kijkt mij even aan en kijkt dan om zich heen. Het besef komt binnen.

'Maar... Waarom. Waarom zou ze tegen mij liegen?' 'Geen idee. Maar waar ze nu ook mee bezig is. Ze heeft bepaalde mensen naar haar toe getrokken. Die mannen waren geen padvinders. Als je snapt wat ik bedoel.' 'Shit! Haar telefoon heeft ze ook thuis gelaten.' Zegt Ruben en wrijft over zijn gezicht. Dan kijkt hij naar mij. 'Wat ze ook aan het doen is. Ze zocht iemand. Ze is naar het stadshuis toe om iemand te vinden. Dat staat vast. Daar is ze. Ik ga naar haar toe.' Zegt Ruben en hij pakt zijn autosleutels.

Ik hou hem tegen. 'Je moet hier blijven. Je hebt Clay weetje nog.' 'Maar ik moet Robin..' 'Ze is mijn zusje. Ik vind haar.' Ruben knikt en duwd de auto sleutels in mijn hand. 'Bel mij zodra je meer weet.' Ik knik en loop de deur uit. 'Luca, we gaan naar de stad.' Mindlink ik hem en loop naar de auto toe

#Robin

Ik kijk Lucian een paar seconden aan in zijn zilverige ogen. Vlucht Robin! Ren! Zo ver mogelijk van hem vandaan! Ren! Roept mijn wolf in mijn hoofd. 'Je kan het proberen. Dat doet mij zelfs een klein plezier. Maar je komt niet ver.' Zegt hij en knikt naar de deur. Ik kijk naar de uitgang en zie een dichte deur met daar voor 2 grote gespierde mannen staan. Ze kijken mij uitdagend aan. Dan kijk ik vragend naar Lucian. Hoorde hij nou mijn gedachtes? Hoorde hij mijn wolf? 

'Maar als je wilt kunnen we ook verder praten op mijn kantoor. Het is een prachtig uitzicht over de stad. En dan kunnen de andere mensen weer gebruik maken van deze ruimte.' Zegt Lucian en kijkt met een schuin hoofd naar mij. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Dus ik zeg maar niks. 'Als je motivatie zoekt om te praten is dat geen enkel probleem. Dat wit harige vriendinnentje van jou kunnen we vast ook zo vinden.' 'Nee.' Zeg ik direct waar ik zelf verbaasd over ben.

'Ow kijk, je hebt stem weer gevonden. Wie is ze? Je beste vriendin? Op de camarabeelden zag ze er leuk uit. Sommige werknemers van mij vonden dat ze vast in een leuke film kan spelen. Of nouja, spelen. Haar reactie zal echt zijn.' 'Je laat haar met rust!' Ik kan nog net een grom onder drukken. Ik grom nooit in bijzijn van mensen. Mijn wolf word gek van hem. Ik moet hier weg.

Lucian grinnikt. 'Zie wat een klein beetje motivatie kan doen. Maar Robin, vertel mij niet wat ik moet doen. Niemand verteld mij wat ik moet doen. Daar heb ik zo'n hekel aan.' Ik haal diep adem en verzamel al mijn moed. 'Nou, dan moet je niet in gesprek gaan met mij. Want ik ga je constand vertellen wat je moet doen. Zoals nu. Laat mij gaan. We spreken en zoeken elkaar niet meer op. Je veranderd je aditude en stop met roken. Het is niet goed voor je.' Zeg ik en ga staan.

The boy of darkWhere stories live. Discover now