Hoofdstuk 3

1.1K 48 86
                                    

Matthy is echt enorm goed. Vaak doet hij een apart trucje, waarmee hij het tegenpartij elke keer opnieuw in de val leidt en scoort. Ook Ezra is aardig goed bezig. Zodra hij zijn 3e doelpunt scoort. Rent hij keihard naar Matt toe en springt in zijn armen. Matthy draait de jongen in het rond en knuffelt hem dan stevig. 'Ik ben trots op je liefie' Zegt Matthy zacht en laat hem los.

Mijn hart smelt echt volledig als ik zie hoe lief Matthy elke keer met Ezra omgaat. 'Liefie?' Vraagt Koen. Matthy trekt wit weg. Hij had niet verwacht dat er mensen mee stonden te luisteren. 'Ze zijn gewoon enorm hecht' Besluit Jaïr dan te zeggen. Koen maakt een 'oohh' geluidje. Ik kijk op mijn mobiel.

'Jongens het is 6 uur.' Zeg ik. 'Ah dan moet ik er vandoor mannen!' Zegt Milo. 'Ja same' Antwoord Koen. 'Nou ik denk dat Lieke dan inderdaad op mij aan het wachten is op dit moment, dus ik ga ook maar' Zegt Raoul. Lieke is zijn vriendin. We knikken en nemen afscheid. 'Zou ik bij jullie mogen blijven eten?' Vraag ik voorzichtig.

'Tuurlijk' Zegt Matthy. Ik merk wel dat hij meer op zijn gemak is nu. Ik glimlach. Ezra pakt Matthy's hand. 'Wat is er Ezzie?' Vraagt Matthy. 'Niks' Zegt Ezra grijnzend. 'Ah nee niet alweer' Zegt Matthy die Ezra lachend optilt. Hij begint te giegelen en slaat zijn benen om hem heen. 'Ten 1e we gaan geen Mac eten maatje, dat kun je vergeten' Zegt Matthy lachend. Ezra kijkt teleurgesteld. 'Wat gaan jullie eigenlijk eten?' Vraag ik dan. 'Ik heb eigenlijk helemaal geen idee' Zegt Jaïr.

Ik en Jaïr zijn wat aan het praten, als we opeens beseffen dat Matthy en Ezra weg zijn. Opeens komt Ezra in shock op ons afrennen. 'Jaïr... Matthy... Help...' Zegt hij hijgend en de tranen staan in zijn ogen. We rennen geschrokken terug en zien Matthy bewusteloos liggen.

'Wat is er gebeurd?!' Vraag ik geschrokken. Ondertussen knielt Jaïr bij hem neer en klemt zijn hand vast om Matthy's wang, waarna hij zijn duim zo diep mogelijk in zijn mond steekt. Gelijk schiet Matthy overeind, badend in het zweet. 'Rustig Matt' Zegt Jaïr die zijn duim nog even in Matthy's mond houd.

Matthy maakt kotsgeluiden en Jaïr wrijft over zijn rug. Dan haalt hij zijn duim uit zijn mond. 'Gaat alles weer Matt?' Vraagt Jaïr. Matthy knikt en trekt zijn benen op. Hij rilt het uit van schrik. 'Word maar even rustig..' Zegt Jaïr. Matt laat zijn hoofd vermoeid op Jaïrs schouder rusten.

'Wat was er gebeurd?' Vraag ik opnieuw voorzichtig. 'Matt heeft weinig sociaal contact en kan daardoor gestrest raken als hij teveel contact heeft in korte tijd.' Legt Jaïr uit, die zachtjes door Matthy's haar heen gaat. Matthy staart glazig voor zich uit. Ezra knikt.

'Matt zette me neer en zei dat ik alvast verder mocht lopen, waarschijnlijk omdat hij zich niet goed begon te voelen en niet wou dat ik me zorgen maakte. Ik luisterde niet en zag hem flauwvallen, toen ben ik snel jullie gaan halen' Zegt Ezra zachtjes.

'Je hebt goed gehandeld liefie, echt waar' Zegt Matthy die zijn hoofd van Jaïrs schouder haalt en de jongen vermoeid in zijn armen trekt. 'Ik hou van je Matt' Hoor ik Ezra zeggen, die Matthy omhelst. Een traan loopt over Matthy's wang en hij kijkt weg. Ik kijk Jaïr aan, niet wetend wat te doen. Hij gebaard dat hij het ook heeft gezien, maar dat we hem gewoon even moeten laten. Ik ken Matthy nog geen dag en geef nu al zielsveel om hem..

Pov Matthy:

'Zullen we verder naar huis lopen?' Zeg ik en sta op, waarna ik Ezra overeind wil trekken, maar daardoor zelf haast val. Ik ben te slap op dit moment. Robbie pakt me snel vast. 'Doe maar niet Matt, die kracht heb je nu even niet' Zegt hij bezorgd. Ik knik vermoeid en Ezra staat ondertussen al naast me en pakt mijn hand.

Jaïr slaat een arm om Robbie heen, die hem vragend aan kijkt. 'Je bent een goeie vriend' Hoor ik Jaïr zeggen. 'Bedankt.. Het is echt raar hoeveel ik in een korte tijd al om hem geef..' Hoor ik Robbie zachtjes zeggen. Ik trek een wenkbrauw op, maar besluit verder te lopen, aangezien ik dat volgensmij niet mocht horen.

Ezra heeft nog steeds mijn hand vast. Zijn duim streelt zachtjes over de rug van mijn hand en het geeft me rust.. We lopen in een rustig tempo richting huis, maar mijn benen voelen enorm zwaar aan en elke stap kost me enorm veel moeite om te zetten. 'Matt?' Hoor ik Ezra's bezorgde stem. Het klinkt zo ver weg, maar toch ook zo dicht bij. Ik kijk hem dof aan.

'Sjezus Matt je ziet echt wit' Zegt Jaïr. Ik kijk zoekend rond en wanneer mijn ogen die van Robbie vinden, zie ik pas hoe bezorgd hij kijkt. 'Gaat het maatje?' Zegt hij. 'Voel me niet zo lekker' geef ik toe. Hij slaat een arm om me heen en even krimp ik ineen.

We lopen verder en met de ondersteuning van Robbie gaat het al iets makkelijker. Gelukkig is het huis al in zicht. 'Nou dan gaan we straks gewoon iets bestellen dan maar?' Vraagt Jaïr. 'Ik heb geen honger' Zeg ik zacht. Mijn stem is schor en zwak. 'Je zult toch wat moeten eten maatje' Zegt Robbie die over mijn zij heen wrijft.

Ik zwijg en we lopen de woonkamer in. Ik en Robbie gaan zitten en Ezra begint gelijk volle verhalen te vertellen aan Robbie, die moet lachen om zijn enthousiasme. Ik kijk ze aan en luister wat mee. Af en toe moet ik ook meelachen om zijn enthousiasme. Ik ben vooral heel blij dat die 2 het zo goed kunnen vinden met elkaar.

- tijdskip -

We hebben gegeten en vooral veel gelachen om Ezra's domme opmerkingen. Ik loop met Robbie mee naar de deur en hij loopt naar buiten. 'Ik vond het gezellig' Zegt Robbie met een glimlach. 'Ik ook' Antwoord ik zacht en glimlach ook.

Opeens komt Ezra naar buiten gerend en omhelst Robbie. 'Je komt toch wel vaker?' Vraagt de blonde jongen die Robbie loslaat. 'Tuurlijk' Zegt Robbie lachend. Ik grinnik. 'Zie je morgen?' Vraagt Robbie. Ik knik. 'Gelukkig! Tot morgen!' Antwoord hij vrolijk. 'Tot morgen!' Zeg ik en Robbie loopt weg. Ik doe de deur dicht en loop de woonkamer in.

Ik kruip de bank op en trek een dekentje over me heen, waarna ik besluit de tv aan te zetten en nog even Netflix te kijken, niet veel later val ik in slaap op de bank.

Pov Jaïr:

Ik heb Ezra naar bed gebracht en loop naar beneden, waar ik een slapende Matthy aantref. Ik loop naar hem toe en ga zachtjes naast hem zitten. Hij ligt op zijn zij. Ik ga met mijn hand zachtjes over zijn rug en ik voel hem rillen. 'Hey ben je wakker?' Vraag ik zachtjes. Hij draait zich naar me toe en wrijft in zijn ogen.

'Hey' Zeg ik zachtjes als zijn helderblauwe ogen de mijnen ontmoeten. Ik geef hem een kusje op zijn voorhoofd. 'Ga je naar bed liefie? Je moet morgen weer naar school' Zeg ik. Hij knikt en komt overeind, waarna hij me omhelst. 'Tot morgen Jaïr' Zegt hij als hij me loslaat. 'Tot morgen Matt' Zeg ik en hij glimlacht naar me, waarna hij naar boven loopt. Laat ik alles maar gaan afsluiten dan.

Trust // Bankzitters [VOLTOOID]Where stories live. Discover now