Matthy

153 2 0
                                    

Koud van de regen, maar ook van het water, zit hij op zijn knieën op de grond.
Milo hangt slap in zijn armen.
Zijn hartslag is zwak.
Zijn ademhaling erg onregelmatig.

"Nog even volhouden Miel..." Fluistert Matthy zachtjes.
"De hulpdiensten komen eraan."
"Alsjeblieft blijf hier...."
".... Voor mij."

~

Hij zag hem staan. Hij stond aan de rand van de brug. Hij stond aan de waterkant. Zijn voeten waren gericht op het water, zijn handen hielden zich nog vast aan de reling.

Hij was nog niet te laat. Misschien kon hij hem nog helpen.

"Milo?!" Had hij geschreeuwd. Milo had omgekeken, maar zijn schreeuw leek hem niks te doen.

Hij rende en rende, maar leek niet dichterbij te komen.
Hij bleef rennen, maar het was alsof hij aan de grond vast zat.
Hij bleef rennen, maar kwam niet snel genoeg vooruit.
Hij bleef rennen, maar hij was te laat.

Hij zag hoe Milo losliet. Het ging ontzettend langzaam, alsof Milo vinger voor vinger losliet.

Het gebeurde vlak voor zijn ogen, want hoe ver Milo nog leek tijdens het rennen, hoe dichtbij hij eigenlijk was. Dat besefte hij pas toen hij tot stilstand kwam en vlakbij de plek stond waar Milo een aantal seconden ervoor nog had gestaan.

De adrenaline gierde door zijn lijf. Hij begon te rennen richting het water. Tegelijk probeert hij in alle macht zijn telefoon uit zijn dichte jaszak te halen. Normaal ritst hij nooit zijn jaszak dicht, maar blijkbaar deed hij dat vandaag wel.

De enige dag dat hij zijn zak open had moeten laten.
De enige dag dat hij die telefoon zo snel mogelijk nodig heeft om de hulpdiensten te bellen.
Deze ene dag, waarop elke minuut, nee elke seconde zelfs, telt.
Deze ene dag ritst hij zijn zak dicht.

En we weten allemaal dat ritsen altijd vast komen te zitten als je ze snel open moet doen. Ook bij hem. Hij wordt er boos van, maar heeft niet de tijd om dat te uiten. Hij moet zijn beste vriend redden. Hij moet op tijd zijn. Het mag niet te laat zijn.

Voor zijn gevoel duurde het ook dit keer eeuwen voor hij ook echt bij het water aankwam. Maar daar stond hij. Na voor zijn gevoel minuten gerend te hebben, een paar keer bijna over zijn voeten te zijn gestruikeld en één keer volledig op de grond lag, omdat hij viel, was hij eindelijk aangekomen bij het water. De golven deinsden voor zijn ogen. Af en toe spetterde er water omhoog, wat daarna belandde op zijn voeten. Hij stond voor een laag trapje in de oever. Stapje voor stapje ging hij omlaag. Eerst één trede, dan twee, drie enzovoort. Tot hij met zijn voeten volledig in het water stond.

Zijn schoenen vulden zich met water. Zijn broek was inmiddels al helemaal doorweekt aan de onderkant. Maar het maakte allemaal niet uit. Hij was toch al nat van de regen. Die regen zorgde er overigens voor dat zijn zicht slechter werd. De grijze massa aan wolken in combinatie met de druppels die in grote getallen naar beneden vallen, zorgen ervoor dat zijn uitzicht over het water beperkt wordt.

Hij kneep zijn ogen samen en probeerde door de druppels heen te kijken. Zijn handen vormden een soort klep voor zijn ogen. Hiermee hoopte hij de regen uit zijn ogen te houden. Voor zijn gevoel stond hij al uren in het water. In werkelijkheid waren het pas een paar minuten. Minuten die erg belangrijk waren. Maar nog steeds zag hij helemaal niks in het water. Zou hij de andere kant op gedreven zijn? Of zou hij verdronken zijn?

Net op het moment dat hij het op wilde geven, kwam er in de verte iets voorbij drijven. Hij twijfelde geen seconde en sprong meteen het water in. Zwemmend richting het lichaam, hoort hij ver in de verte sirenes. Het zijn de hulpdiensten, die hij had gebeld toen hij net bij de oever stond.

Gelukkig lag Milo dichtbij de oever in het water. Matthy kon er makkelijk bij komen. Toch was het wel gevaarlijk wat hij aan het doen was. De regen, maar vooral de wind, zorgden ervoor dat er hoge golven waren. Kon je niet zwemmen? Dan was je verloren als je in dit water was gevallen. Gelukkig had hij wel een zwemdiploma en dus kwam hij heelhuids bij Milo.

Het lichaam voelde zwaar. Met alle kracht trok Matthy hem met zich mee. Hij hoorde zichzelf piepend ademhalen. De kou had op zijn longen geslagen.

Met de laatste kracht in zijn lichaam, trok hij Milo en zichzelf de kant op. Gelukkig waren de traptreden best wel breed, waardoor ze beiden op de eerste konden zitten. Wel wist hij dat hij Milo een paar treden omhoog moest krijgen, want op dit moment zaten ze nog steeds in het water.

Hij hoorde zichzelf een kreet uitbrengen, terwijl hij Milo een trede omhoog trok. En nog een kreet, terwijl Milo de derde trede op werd getrokken.

Nog één trede en dan zaten ze veilig 'droog'. "Aaaaaah" weer diezelfde harde kreet. Het klonk alsof hij uit een oerwoud kwam.

~

Koud van de regen, maar ook van het water zit hij op zijn knieën op de grond.
Nog steeds hangt Milo slap in zijn armen.
Nog steeds is zijn hartslag zwak.
Nog steeds is zijn ademhaling erg onregelmatig.

Misschien zelfs onregelmatiger dan een paar seconden geleden.

Waas // BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu