Hoofdstuk 3

4.5K 157 29
                                    

Sophie

Er ging een week voorbij. Aiden had me nog een paar keer lastig gevallen, maar dat viel mee. Ik had een paar vrienden gemaakt. We zaten elke pauze samen en ik begon me eindelijk op mijn gemak te voelen.

Het was de een na laatste les, handvaardigheid. Ik moest weer een heel uur doorbrengen met Aiden. 

Met tegenzin liep ik naar het lokaal. Ik ging op mijn plek zitten en wachtte tot de leraar kwam. Toen ze er was zette ze ons aan het werk en ging daarna weer weg, wat mij verbaasde. 

Ik zat rustig te werken toen ik geschreeuw en gelach hoorden. Lily en Thomas, een stelletje waar ik bevriend mee was, zaten allebei onder de verf. En blijkbaar waren ze nog niet klaar met elkaar. Ze rende achter elkaar aan door het hele lokaal. Ze stootten op een gegeven moment een verf pot om die op een van de tafels stond. De verf vloog door de lucht en belandde op het werk van niemand minder dan Aiden. Zijn ogen begonnen vuur te spuwen. Ik zag dat hij elk moment kon uitbarstte.

Opeens keek Aiden me aan. Zijn vernietigende blik op mij gericht. Ik wist eerst niet waarom hij naar me keek, maar toen had ik in de gaten dat ik aan het lachen was. ik sloeg snel een hand voor mijn mond. Ik wende mijn blik af. 

Uit mijn ooghoek zag ik een stuk klei naar me toe vliegen. Ik dook snel opzij. De klei raakte iemand anders. Ik draaide me om en zag dat Christian geraakt was. 

Christian keek eerst naar Aiden en toen naar mij. Ik had geen idee wat hij van plan was te doen, maar ik liep voorzichtig achteruit.

De hele klas keek naar Aiden, mij en Christian. En toen brak hel los.

Christian gooide een stuk klei naar Aiden. Hij werd geraakt op zijn borst. Aiden keek woedend naar Christian. Ik probeerde heel voorzichtig naar een ander deel van het lokaal te sluipen, maar tevergeefs Aiden had me gespot en zijn aandacht was nu op mij gevestigd. Hij pakte een stuk klei en liep naar me toe. Voor ik het wist had hij de klei op mijn hoofd gedumpt. Aiden begon te lachen.

Andere mensen waren nu ook aan het gooien met klei en verf. Het was een grote chaos.

Ik liep naar mij tafel en pakte verf, klaar om aan te vallen. Opeens voelde ik twee grote handen om mijn middel die me wegtrokken. Uit schrik had ik de verf laten vallen, dus had ik niks om me mee te verdedigen. Ik werd meegesleept tussen de kasten waar alle werkjes stonden, zodat we uit het zicht waren. De handen draaide me ruw om en duwde me tegen de muur aan. Ik keek recht in Aiden's ogen.

Ik probeerde me los te wurmen, maar Aiden had mijn schouders vast, zodat ik nergens heen kon. Ik realiseerde me nu pas hoe sterk hij eigenlijk was. 

'Wat wil je Aiden?' vroeg ik kalm.

Er verscheen een grijns op zijn gezicht. Blijkbaar vond hij dit grappig.

'Je weet heel goed wat ik wil' zei hij. 'Maar toch geef je me het niet.'

Nu was ik het zat. Ik wurmde me uit zijn greep. Ik wilde net weglopen toen hij mijn arm vast pakte en me terug trok. Ik botste tegen hem aan zodat onze lichamen tegen elkaar gedrukt waren. Ik merkte nu pas dat Aiden een kop groter was dan mij.

'Je bent sterk voor een klein meisje' zei hij plagend.

Ik was mijn hele leven al gepest door mijn lengte. Iedereen kleineerde me de hele tijd en ik werd er gek van.

'Ik ben geen klein meisje' zei ik boos. Ik trok mijn arm los en liep weg.


Aiden

Ik zag de woede in haar ogen toen ik haar een klein meisje noemde. Ik wist niet waarom, maar het deed haar veel pijn. Ik had een gevoel dat er een rede was dat ze hier naartoe was verhuisd.

Ik liep terug naar Christian en zag dat Sophie nergens te bekennen was.

'Christian, kun je uitzoeken waarom Sophie hier naartoe is verhuisd?' vroeg ik.

Christian keek me wantrouwend aan, maar knikte toen. Hij liep het lokaal uit. Ik bleef alleen achter. Ik besloot om ook maar weg te gaan voordat de leraar terug kwam anders moest ik gaan nablijven en daar had ik geen zin in. Ik liep de gang op. Uit mijn ooghoek zag ik Christian die aan het bellen was. Ik draaide hem de rug toe en liep weg. 

Ik besloot om alvast naar mijn kluisje te gaan. Ik liep het gebouw uit en zag iemand staan. Het was Sophie. Ze stond bij de parkeerplaats in haar tas te graaien, waarschijnlijk op zoek naar haar autosleutels. Ze reed in een zwarte Porsche, wat maar een ding kon beteken. Ze was stinkend rijk.

Ik zag dat ze in haar auto stapte en weg reed.


Sophie

Aiden's woorden hadden me gekwetst. Ik had geen zin meer in school en besloot om naar huis te gaan. Ik wist dat mijn vader pas laat thuis zou zijn, dus had ik het hele huis voor me zelf.

Ik stapte in mijn auto en zag dat Aiden ook naar buiten was gekomen. Hij staarde naar me. Ik kreeg een raar gevoel in mijn buik.

Aiden was knap en dan ook heel erg knap. Hij was lang en erg gespierd. Zijn zwarte haar en blauwe ogen maakte hem mysterieus. Ik realiseerde me weer wat hij tegen me had gezegd en ik reed snel weg.

~~~~

Het huis was leeg toen ik thuis kwam. Ik liep door naar mijn kamer om mijn schooltas weg te leggen.

Ik besloot in de tuin te gaan liggen. Het was warm en ik had geen zin om binnen te zitten. Ik ging in het gras liggen en begon een boek te lezen dat ik had meegenomen. 

Ik kon me niet concentreren op het boek. Mijn gedachten ging de hele tijd terug naar Aiden's woorden. Ik moest denken aan de tijden dat ik gepest werd op school en het bracht geen goeie herinneringen.

'Je bent echt lelijk en klein. Je lijkt wel een trol' zei iemand. 'Je rugzak is zelfs groter dan jou' zei iemand anders. Mijn boeken werden uit mijn handen geslagen en ik bukte om ze op te rapen.

'Als je bukt kan ik je niet eens zien' zei iemand anders. Iemand trapte op mijn vingers en er schoten tranen in mijn ogen van de pijn.

Ik schoot uit mijn gedachten, ik merkte dat ik aan het huilen was. Ik veegde snel mijn tranen weg niet dat iemand ze zou zien.

Mijn gedachten dwaalde altijd af naar pijnlijke gebeurtenissen. Al sinds ik me kan herinneren werd ik gepest en ik wist eigenlijk nooit waarom. Ik was niet lelijk en mijn lengte viel ook mee. Er waren altijd mensen die kleiner dan mij waren en toch was ik het doelwit.

Ik dacht terug aan Aiden's woorden en realiseerde me dat hij ze niet gemeen had bedoeld. Niet dat het uitmaakte. 

Ik stond op en liep naar het zwembad. Ik trok mijn schoenen uit en ging pootje baden. Het was erg verkoelend en ik kon helder nadenken. Op dat moment besloot ik om stom opmerkingen over mijn lengte of uiterlijk te negeren. Ik had een nieuwe kans gekregen en die zou ik niet laten verpesten door het verleden.

The American Bad BoyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu