Hoofdstuk 8

4.1K 131 2
                                    

Aiden

Geen opmerkingen maken was moeilijker dan ik had gedacht. De eerste week was bijna voorbij, maar ik had al heel vaak de neiging gehad om iets te zeggen. En Sophie zorgde er wel voor dat ik iets wilde zeggen.

'Dus Aiden. Wat dacht je ervan om op onze tweede date te gaan?' vroeg Sophie. Ze was met me aan het flirten en het voelde goed. We zaten bij wiskunde.

'Ik wist wel....' begon ik maar ik veranderde snel mijn gedachten. 'Dat lijkt me leuk.'

Er verscheen een glimlach op Sophie's gezicht. 'Dat dacht ik al.'

'Wat zullen we gaan doen?' vroeg ik toen ze niks voorstelde.

'Ik wil je een plekje laten zien waar ik soms naartoe ga' zei ze verlegen.

'Klinkt leuk' zei ik. 'Wanneer zullen we daar naartoe gaan?'

'Nou het vrijdag dus ik dacht na school' zei ze verlegen. Blijkbaar had ze nog nooit een jongen op een date gevraagd wat mij verbaasde.

'Oké' zei ik. Ik probeerde me weer op de les te focussen. Niet dat het lukte. Mijn gedachten gingen de hele tijd terug naar onze date. Ik was benieuwd waar we naartoe zouden gaan.

De bel ging en ik volgde Sophie naar de kluisjes. Ik had al mijn boeken al, dus stonden we bij Sophie's kluisje. Ik keek hoe ze zorgvuldig haar boeken in haar tas deed en haar jas pakte, die ze niet eens nodig had bij dit warme weer.

'Ik snap niet waarom jij nog steeds een jas meeneemt, het is hartstikke warm' zei ik. Ik schudde mijn hoofd uit ongeloof.

'Het is een gewoonte' zei ze. Ze keek me met een glimlach aan waardoor ik vanbinnen smelten. Ik wist al dat ik gevoelens voor haar had, maar ik werd er steeds weer aan herinnerd als ze me zo aan keek.

Ik werd uit mijn gedachtes gehaald door Sophie's stem. 'Kom je? ze keek me vragend aan. 

Ik liep achter haar aan naar haar auto. Ze wilde aan de bestuurderskant instappen, maar ik was haar voor.

'Wat denk je te doen?' vroeg ze. Ze had haar handen in haar zij en keek me afwachtend aan.

'Ik ga rijden' zei ik onverschillig. Ik glimlachte naar haar.

Ze schudde haar hoofd en liep naar de passagierskant. 'Voor deze ene keer.'

We reden weg van school. Sophie zei de ik naar haar huis moest gaan.

Toen we bij haar thuis waren pakte ze mijn hand en sleurde ze me mee. We liepen langs de voorkant van het huis richting het bos. 

'Waar gaan we naartoe?' vroeg ik nieuwsgierig.

'Dat zie je vanzelf wel' zei ze op een mysterieuze toon.

Ik volgde haar in stilte naar het bos. We liepen hand in hand over een padje dat steeds dieper het bos inging. 

'Ik heb deze plek ontdekt toen ik me verveelde' zei ze. 

Ik keek om me heen. De bomen ging zo ver tot ik kon zien.

'Dit is allemaal van jou?' vroeg ik gebarend naar de omgeving.

'Jep. Op een gegeven moment staat er een hek, dat is de grens van het landgoed' zei ze. Ik zag in haar ogen dat ze het zelf ook niet kon geloven.

Na een paar minuten gelopen te hebben kwamen we aan bij een meertje. Sophie stopte met lopen en ging in het gras zitten dat het meer omringde. Ik ging naast haar zitten.

'Ik snap dat je dit een mooie plek vindt' zei ik na een tijdje. 'Ik bedoel het is hier schitterend.'

Sophie glimlachte naar me. Ik smolt door die prachtige glimlach. Ze lachte altijd haar rechte witte tanden bloot. Ze had zachte roze lippen. Haar onderlip was voller dan haar bovenlip. Ik kon uren naar haar mond staren. Ik bestudeerde de rest van haar gezicht aandachtig. Ze had een moedervlekje boven haar lippen. Haar neus was klein en paste perfect bij haar uiterlijk. Haar ogen hadden een levendige glinstering. Haar ogen waren felblauw. Ze waren hard, maar tegelijk zacht. Haar lange goudbruine haren vielen perfect om haar gezicht heen. Ze had een mooie bronzen huidskleur. Ze was in één woord: beeldschoon.

The American Bad BoyWhere stories live. Discover now