Hoofdstuk Acht.

2.3K 195 86
                                    

Hoofdstuk 8

| Lydia Moore |

Verschrikt kijk ik achter om, met een hart dat van adrenaline in mijn keel klopt.

Het meisje, een jongedame, staat met een hand voor haar mond geslagen terwijl haar lange donkerbruine haren in een hoge paardenstaart opgebonden zitten.

"Luna, w-wat doet u?" roept ze uit in paniek. Angstig begint ze om haar heen te kijken, om hulp te schreeuwen –iets wat ik juist niet wil.

"G-ga weg!"

Verward kijkt de jongedame mij aan en komt met trage passen op mij afgelopen.

"B-blijf uit mijn buurt!" roep ik nog een keer, maar het is tevergeefs. Haar blauwe ogen blijven op mij gericht, bang dat ik een onverwachte beweging maak en naar beneden val, terwijl haar voeten ervoor zorgen dat ze steeds dichterbij komt.

"Laat mij met rust!" schreeuw ik en plaats mijn handen over mijn oren.

Waarom?

Waarom ik?

Tranen beginnen over mijn wangen te rollen, zelfs al heb ik mijn ogen gesloten, en mijn lichaam begint oncontroleerbaar te trillen.

"Luna, alstublieft," smeekt de stem van het meisje, die ongetwijfeld dezelfde leeftijd als mij heeft.

"Kom bij de rand vandaan, alstublieft, laat mij u helpen," probeert ze en neemt nog een aantal stappen in mijn richting.

"Nee!"

Verwoed schud ik mijn hoofd en buig door mijn knieën, klaar om elk moment te gaan springen.

"Luna, stop! M-moet ik anders Alpha Marshall halen?"

Meteen bij het horen van haar woorden begin ik oorverdovend te gillen en zak inéén.

De emoties, de gedachtes, alles wordt mij te veel.

"N-nee, nee, nee," blijf ik herhalen en schud mijn hoofd alle mogelijke richting in.

Een warme hand wordt op mijn schouders geplaatst, waarna oorverdovende snikgeluiden weer klinken over het afgelegen gebied.

"I-ik wil niet, alsjeblieft."

"Hey, het komt allemaal wel goed. Hoe slecht iets er ook mag uitzien, het komt wel goed," fluistert haar zachtaardige stem en wrijft troostend over mijn rug heen.

"Dat komt het niet," breng ik er gesmoord tegen in.

"Alles komt altijd goed. Echt waar. Het kan niet slechter worden dan dat het nu is, dus het wordt altijd beter."

Langzaam laat ik de woorden tot mij bezinken, realiserend dat ze eigenlijk gelijk heeft, maar dit kan niet meer goed komen.

"Nee," fluister ik, "-nee. Ik heb niks meer om voor te leven. Ik, ik –nee."

"Maar u bent de Luna. Ik heb u nodig, de roedel heeft u nodig. De Alpha heeft-"

"Stop!" gil ik vrijwel meteen bij het woord Alpha, "-praat niet over hem."

"Maar de Alpha is uw-"

"Ik zei; praat niet over hem!"

Beduusd knikt het meisje en staat op, mij met haar mee trekkend.

"Waarom? Waarom wou u springen, Luna?"

"Ik heb niks meer," mompel ik met een onderliggende trilling in mijn stem.

Claiming What's His | Nederlandse VersieNơi câu chuyện tồn tại. Hãy khám phá bây giờ