Hoofdstuk Dertien.

1.8K 116 49
                                    

Hoofdstuk 13

| Lydia Moore |

"Dit is allemaal jouw schuld," briest hij terwijl hij zichzelf al half ontdaan heeft van zijn broek. Tranen stromen nu over mijn wangen en met alle macht die ik bezit, probeer ik hem van mij af te duwen. Dit lukt helaas niet, wat hem alleen maar woester in zijn acties laat maken.

"Door jou gaat mijn dochter dood," gaat hij verder, nu alleen nog maar de kleur rood voor zijn ogen kunnen zien. "Door jóu."

Hevig schud ik mijn hoofd heen-en-weer. "Niet waar!"

"Spreek je mij nu alweer tegen?" gromt hij en is ondertussen met zijn handen naar mijn broek gezakt, waar hij met moeite de knoopjes probeert los te krijgen.

"Dit is je verdiende loon, Lydia," sneert Alpha Marshall wanneer ik mijn mond open om te smeken of hij wilt stoppen.

"Dit is iets wat ik al veel eerder had moeten doen, want dat is uiteindelijk je enige doel hier. Mij plezieren. Voor meer ben je niet goed. Hoor je mij? Hoor je mij, Lydia Moore? Je bent een waardeloze hoer."

Bij het horen van die woorden sluit ik meteen mijn ogen. Dit wist ik al van te voren. Het was vrij duidelijk geweest dat dit zijn enige doel met mij zou zijn. Alsnog had ik gehoopt op een redder in nood. Een prins op het witte paard.

Helaas voor mij, was die er niet. Zou die ook niet meer komen en hoogst waarschijnlijk maakt het hem niet eens uit wat er gebeurd.

"Ondankbaar secreet dat je bent," gaat Alpha Marshall verder met het roepen van beledigingen naar mij terwijl hij ondertussen zowel zichzelf als mij van de kleding ontdoet.

"Ik had mijn Beta een hele ceremonie laten plannen, om je als Luna in te wijden. Maar nee hoor, Lydia besluit er van door te gaan," brult hij.

Ondertussen zijn tanden al veel groter geworden, waardoor hij half Wolf, half Mens is op het moment.

"Stop, alsjeblieft, ik smeek het je," probeer ik voor een laatste keer. Ik wurm mijn lichaam in allerlei houdingen, hopend dat Alpha Marshall het opgeeft om mij ook van mijn ondergoed te ontdoen. De zoute druppels blijven maar stromen, alsof er nooit een eind zal komen aan mijn reeks van tranen.

"Alsjeblieft," zeg ik, waarbij mijn stem wegsterft. "Stop, alsjeblieft."

Het moment waarop ik mijn ogen sluit, denkend dat het misschien dan minder erg is, weerklinkt de meest gevaarlijkste grom die ik ooit in mijn leven heb gehoord.

In nog geen seconde tijd, is het halfnaakte lichaam van Alpha Marshall van mij af getrokken en open ik langzaam mijn ogen, alleen maar om recht in die van niemand minder dan Beta Adams te kijken.

Geschrokken, hap ik naar adem en probeer snel mijn lichaam te bedekken. Adams zijn ogen zijn zwart gekleurd, maar waar dat nu vandaan komt, is voor mij –en mijn Wolf- één groot raadsel.

Of waarom hij überhaupt hier is, en mij helpt. Onbeantwoorde vragen beginnen door mijn hoofd te stromen, maar geen enkele weet ik te kunnen beantwoorden.

Beta Adams gromt woest naar zijn Alpha, waarbij zijn hele lichaam trilt. Snel krabbelt Alpha Marshall overeind en kijkt moordend, maar tegelijkertijd ook verbaasd, naar zijn beste vriend.

"Wat moet dit voorstellen, Greyson?" buldert hij en beent op hem af, waarna hij hem vervolgens bij de kraag van zijn shirt vastgrijpt.

"Van mij," gromt hij gevaarlijk zacht terug en rukt zich los uit de greep van zijn Alpha. "Zij is van mij," maakt hij zijn zin nu in goed Nederlands.

Met opengesperde ogen kijkt Alpha Marshall hem aan. Een ader bij zijn oog begint nu te kloppen en afkeurend schudt hij zijn hoofd.

"Nee, Lydia is van míj. Zij behoort mij toe," sist hij en ontbloot intimiderend zijn tanden. Beta Adams trekt zich er echter niets van aan, en ontbloot ook zijn tanden.

"Ik adviseer je weg te gaan, Greyson, zodat ik kan afmaken waarmee ik begonnen was."

Dat is het moment waarop de Beta zijn laatste beetje zelfbeheersing verliest en zichzelf naar voren lanceert, waarin hij Alpha Marshall met zich mee op de grond trekt.

Een kleine snik ontsnapt uit mijn mond als ik angstig het gevecht dat tussen hen plaats vindt, bekijk. Realiserend dat dit mijn kans is om te ontsnappen, aan zowel de Beta en zijn Alpha, verzamel ik mijn kleding bij elkaar.

Geen van beide blijkt door te hebben dat ik mijzelf zo goed als wel weer heb aangekleed, en naar de deur van de kamer sluip.

Een gepijnigde kreun weerklinkt van Alpha Marshall's kant, waardoor ik snel een laatste blik op de twee vechtende mannen werp. De vuist van Beta Adams zit onder het bloed, vermoedelijk vanwege de verwondingen die hij in het gezicht van Alpha Marshall heeft veroorzaakt.

Maar ook bij hem zijn er bloedende wonden te zien, waardoor mijn Wolf de sterke verlanging krijgt om hier te blijven en voor onze Mate te zorgen. Alleen, als ik haar herinner aan zijn eerdere gedrag, valt ze stil en gaat ze akkoord met het plan om de kinderen te halen. Daarna wil ik naar Sophie vluchten, hopend dat zij mij kan helpen.

"Rome, Gwen?" roep ik door de gang heen waardoor de twee kinderen in paniek op schieten en naar mij toe komen rennen. Dit verbaasd mij kleinigzins, gezien ik had verwacht dat Gwen eerder mij haar middelste vinger van haar hand had laten zien.

Geschrokken kijken zij en Rome mij aan.

"Wat is er gebeurd?" weet ze uit te brengen en schudt verward haar hoofd. Ik wuif het snel weg. "Leg ik later nog wel uit, we moeten nu gaan."

Zonder mij tegen te spreken, lopen ze braaf achter mij aan. We verlaten snel het Roedelziekenhuis, waarbij ik nu wel talloze vragen om mijn oren geslingerd krijg.

"Waar gaan we heen? Wat is er gebeurd? Wat gaan we doen? Wat is er aan de hand?"

Geïrriteerd snauw ik dat Gwen stil moet zijn en moet doorlopen. Meteen daarna voel het gevoel van spijt over mij heen vliegen.

"Sorry Gwen," begin ik. "Ik kan gewoon even niet zoveel hebben op het moment," probeer ik haar kalm uit te leggen. "Daarbij hebben we maar weinig tijd."

Nu nog nieuwsgieriger naar wat er aan de hand is, loopt Gwen naast mij. Rome heeft mijn hand vast gepakt en probeert mijn grote, gehaaste stappen bij te houden.

"Het is papa, hé?"

Totaal verast door deze uitspraak, stop ik eventjes met lopen. "H-hoe kom je daarbij?" stamel ik en kijk haar met grote ogen aan.

"Hij mag dan wel mijn vader zijn," zegt Gwen wijs, "-ik weet wat voor monster het kan zijn. Wat voor soort monster ik soms ben."

Vrijwel meteen zodra Gwen dat zegt, schud ik mijn hoofd. "Nee, Gwen. Jij bent absoluut geen monster. Noem jezelf dan alsjeblieft ook nooit zo!"

Een beetje verdrietig knikt Gwen en mompelt 'is goed'. Dan besluit ik haar nu maar bij de hand te pakken en de twee kinderen het laatste stukje naar Sophie's huis, mee te sleuren.

*****

Woehoe, weer een update XD

Ik merk gewoon dat ik ondertussen wel een beetje klaar ben met dit verhaal en het drama er in.

Naja, dat was het weer. Toedeloe.

Ohja, dit was echt meer een vuller hoofdstukkie. Volgende hoofdstuk wordt leuk, vind ik dan :)

x LerissaB

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Nov 26, 2016 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Claiming What's His | Nederlandse VersieWhere stories live. Discover now