Hoofdstuk Negen.

2.7K 187 39
                                    

                  

Belangrijke A/N aan het einde van het hoofdstuk. Graag even lezen!

Hoofdstuk 9

| Lydia Moore |

"Lu- ik bedoel Lydia, wilt u anders wat drinken?"

Twijfelend kijk ik Sophie aan, maar iets in de blik van haar ogen zegt mij dat ik haar kan vertrouwen. Dat zij niet zo is als de andere Roedelleden.

Zachtaardiger, vriendelijker, oprechter.

"Graag," fluister ik en veeg met de palm van mijn hand de overgebleven tranen in mijn ogen weg.

Sophie staat op, klopt de viezigheid van haar jurkje af en steekt haar hand uit om mij omhoog te helpen.

"Dankje."

"Geen probleem," glimlacht Sophie en geeft mij een knipoog, "-het is anders een hele eer voor mij."

Ik rol mijn ogen maar besluit niets te zeggen. Ondanks mijn problemen met de Alpha, blijf ik voor haar de Luna –zeker nu Alpha Marshall mij gemarkt heeft.

Onbewust glijdt mijn hand weer naar de geforceerde Mark, en mijn onstabiele humeur slaat weer om.

Met een luide plof val ik neer op de grond en tranen beginnen oncontroleerbaar over mijn wangen te stromen.

"Nee, nee, nee," jammer ik en sla mijn handen tegen mijn hoofd aan, "-nee!"

"Lydia. Oh god, Lydia!"

Sophie hurkt naast mij neer, gaat uiteindelijk toch maar zitten, en plaatst mijn hoofd in haar schoot. Liefelijk strijkt ze mijn haren en fluistert ze gerustellende woordjes.

"Ik heb zoveel respect voor u," begint ze en veegt de tranen zachtjes van mijn wangen af.

"Ondanks uw breakdown nu, blijft u zo sterk. Blijft u voet bij stand houden. Geeft u niet op, vecht u voor u vrijheid."

Stilletjes luister toe naar Sophie haar verhaal, geen woord kunnen uitbrengen.

"Ik weet zeker dat wanneer u uw mate vindt, het beter zal worden. Hij zal u redden."

Bij Sophie's worden –die alleen maar goed bedoeld waren- sla ik mijn ogen neer en probeer ik de pijnlijke gedachtes uit mijn hoofd te verbannen.

"Ik," zucht ze en in de blik in haar ogen zie ik dat ze moed verzamelt om verder te praten, "-ik walg van mijzelf. Van mijzelf en deze hele Roedel."

Verbaasd en niet begrijpend blijf ik haar aankijken.

"Mijn mate –ik heb hem nog niet ontmoet, weet u. Vroeger –toen ik nog klein en onschuldig was- vertelde mijn moeder over hoe het was," vertelt Sophie met een dromerige blik in haar ogen.

"Ze vertelde over hoe mate's voor elkaar gemaakt zijn. Dat je mate het beste is wat je kan overkomen. Hij, of zij, zal van je houden. Ongeacht wat. Beschermen, koesteren," zucht ze weer en slaat nu ook haar ogen neer.

"Maar i-ik denk dat niet het geval zal zijn," snikt ze en trekt haar handen terug om de tranen in haar ogen weg te vegen.

Bij het zien van een in tranen Sophie, vergeet ik mijn eigen problemen en ga ik recht op zitten waardoor ik nu haar kan troosten.

"Hey, stil maar," troost ik haar en sla mijn armen om haar heen, "-ik weet zeker dat, wanneer je je mate vindt, hij zijn ogen niet van je af kunt houden. Hij zal je nooit Afwijzen, nooit. Sophie, je bent een prachtige jonge vrouw. En ik praat nu niet alleen over je uiterlijk. Je bent zorgzaam, belangstellend, vriendelijk-"

Claiming What's His | Nederlandse VersieWhere stories live. Discover now