11. 'Bescherming'

307 19 6
                                    

Ik zie Saskia op de grond liggen. Dood... Ik wil op haar afrennen, maar word tegengehouden. Door hem. Hij heeft haar vermoord! 'Klootzak!' Schreeuw ik. Hij geeft me een klap maar ik geef niet op. 'Wat heb je met haar gedaan?!' Hij grijnst gemeen. Ik haat hem zo erg! 'Het is jou schuld....' De woorden branden naar binnen. 'What the fu...' Stamel ik. 'Als jij haar niet had achtergelaten was ze er nog.' In mijn hoofd speelt het zich af:
Mijn schuld...
Mijn schuld...
Mijn schuld...
Mijn schuld...
Mijn schuld...
Mijn schuld...

Huilend zit ik meteen rechtop in mijn bed. 'Mijn s..schuld.' Stotter ik. Ik kijk op de klok die 23:45 aangeeft. Nog steeds huilend bel ik Dries. Een paar keer gaat de lijn over, maar hij neemt gelukkig op. 'Dries je moet komen.' Smeek ik hem. 'Esther? Es, wat is er?!' Mijn schouders schokken op en neer. 'Je moet komen.' Kan ik alleen nog maar zeggen. 'Ik kom er zo snel mogelijk aan, hou vol.' Daarmee verbreekt hij de verbinding. Ik voel me alleen.

Dries had inderdaad opgeschoten want een paar minuten daarna gaat de deurbel. Ik loop naar de deur. Alles lijkt vermoeiend en zwaar te gaan. Zodra hij binnen is sluit hij me op in zijn veilige armen. Mijn hele lichaam trilt. 'Es, wat is er gebeurd?' Fluistert hij in mijn oor als ik weer een klein beetje bij zinnen ben. 'Mijn schuld! Mijn schuld! Mijn schuld!' Schreeuw ik nu in paniek. Al schreeuwend tilt Dries me op en loopt naar boven waarna hij me zorgvuldig op het bed legt. 'Mijn schuld!' Blijf ik schreeuwen tot het snikken het weer overneemt. 'Mijn schuld...' Komt er nog uit mijn keel. Dries wrijft over mijn arm en laat me even uitrazen.

Dit keer ben ik iets sneller rustig. 'Wat is jou schuld Esther?' Ik slik. Mijn keel is droog en mijn ogen doen pijn van het huilen. 'Dat Saskia nu word...' Ik kan het woord niet eens uitspreken. Het doet pijn, te veel pijn. Steeds zie ik het weer voor me. Nooit gaat het meer weg. Nooit meer.... 'Ik ben bang.' Zeg ik maar de waarheid. 'Het is voorbij nu.' Probeert hij me een beetje gerust te stellen.

Hij kijkt naar de lege plek in het bed naast mij. 'Mag ik?' Ik knik en hij komt naast me liggen. Omdat ik een eenpersoons bed heb liggen we dicht tegen elkaar. Hij slaat zijn arm over mijn schouder. Ik ga met mijn hoofd tegen hem aan liggen. Ik ben extreem moe van deze laatste 10 minuten. Ik maak met mijn gesnotter een natte plek op zijn shirt. 'Het geeft niet.' Glimlacht hij lief als ik hem angstig aankijk. Langzaam word ik door zijn lieve woorden iets rustiger. Tot mijn ogen dichtvallen. Als ik bijna in slaap ben open ik ze toch weer. 'Ik durf niet.' Beken ik op een fluistertoon. 'Ik blijf hier. Ik ben bij je, ik bescherm je.' Zegt Dries tegen mij. Hij geeft een kusje op mijn haren en ik sluit mijn ogen opnieuw om deze keer wel in slaap te komen.

Achtergelaten - Flikken RotterdamTahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon