16- 24 april 2016

250 32 2
                                    

Het tikken van de regen tegen het raam maakte me wakker. Ik rilde en sloeg de deken nog eens extra om me heen. Ik was wel weer toe aan zon en zomer. Zon en zomer en vooral geen regen. Regen maakt je haar pluizig, laat je make-up uitlopen, maakt je kleren nat en soms verzuipen je boeken erin. Dat maakt je allemaal minder perfect dan toen je 's ochtends je huis verliet en dat ergerde me. Net voordat ik begon te piekeren over welk belachelijk regenpak ik aan zou trekken, drong het tot me door dat het zondag was en kon ik opgelucht ademhalen.
Diep in mijn dekens weggedoken begon ik stiekem een beetje te fantaseren over hoe het zou zijn als Francis hier zou zijn. Ik, met mijn smetteloos witte, maagdelijke fantasie had echter geen idee en dus bleef mijn fantasie steken bij een zachte zoen op mijn wang. Een week gevoel borrelde op. Deels door de gedachte aan Francis naast mij in het algemeen, maar ook deels door de gedachte aan zijn onbereikbaarheid. Hij was 'cool' en ik niet bepaald. Daarbij kwam hij allang niet meer voor me op, ik baalde ervan, maar begreep het wel. Ik was niet bepaald het gezelschap waar je in wilde zijn op school. Na school zei hij nog wel eens 'hoi' en zei hij dat ik me niets moest aantrekken van jou en je bende, maar jammer genoeg bleef het daarbij en kwamen er geen zoenen op mijn wang aan ons gesprek te pas.
Ik besloot op te staan. Ik sloeg de dekens van me af en zette mijn voeten op grond. Ik verschoof de rechter. Zo, nu stonden ze precies tussen de lijntjes van het namaak-laminaat op mijn vloer. Niet dat ik niet verder kon leven als ik mijn voeten niet recht uit bed zette, of dat ik geloofde dat me iets ergs zou overkomen als ik het niet zo deed, maar toch vond ik het een fijn beeld om te zien, gewoon vreemd bevredigend: oddly satisfying, zoals ze dat in het Engels zo mooi kunnen zeggen. Ik stond op en bedacht me wat ik vandaag allemaal nog kon gaan doen. Normaal was zondag mijn vrije dag, maar vandaag moest ik nog wat van het huiswerk maken. Ik moest wel, omdat het gisteren niet gelukt was om alles over te schrijven en ik het niet in mijn hoofd haalde weer jou huiswerk niet voor elkaar te hebben. Alleen Frans moest ik nog doen, ik had het al gemaakt maar nog niet overgeschreven. Je beheerste mijn leven, ik baalde ervan, maar had het stiekem al geaccepteerd: ik was ook raar en minderwaardig aan de populaire kinderen, ik verdiende niet beter. Ik geloofde dat echt.

De pen die ik nooit terugzagOn viuen les histories. Descobreix ara