Hoofdstuk 32

114 7 2
                                    

Waarom neemt hij nou niet op? 'Mama, gaan we nog naar het park?' Mila komt naar me toe lopen. 'Ja, ga je jasje al maar pakken.' Terwijl ze naar de kapstok loopt bel ik Herman nog eens. Maar nog steeds neemt hij niet op. Ik zucht en loop dan ook naar de kapstok. Wanneer ik mijn jas aan heb neem ik het brood en loop met Mila in mijn armen naar het park.

'Komt papa ook nog?' Ze kijkt me aan wanneer we aankomen in het park. 'Ik weet het niet lieverd, ga al maar wat in de speeltuin spelen.' Ik zet haar op de grond neer en ze loopt meteen naar de schuifaf.

'Mama!' Ik kijk op en zie Mila terugkomen. 'Wat is er?' Vraag ik. 'Gaan we naar de eendjes?' Vraagt ze lief. 'Ja is goed.' Ik sta op van het bankje en kijk nog eens op mijn horloge. We zitten hier nu al een klein uurtje en nog steeds geen Herman te zien en hem bereiken lukt me ook al niet. 'Kom mama!' Mila roept me zowat en staat al een meter voor me uit. 'Ja ik kom.' Ik loop naar haar toe en neem haar hand.

'Eendjes!!' Ze wijst naar een groep eenden en laat mijn hand los, niet veel later loopt ze naar de eenden toe. 'Niet te dicht bij het water he!' Roep ik haar nog na. 'Kwak kwak.' Niet dat ze het hoort want ze maakt allerlei eenden geluiden. Een glimlach staat op mijn gezicht. 'Brood!' Ze komt naar me toe. Ik geef haar een stukje brood. Terwijl zij de eendjes eten geeft ga ik op een bankje zitten, het zal geweldig geweest zijn als Herman er ook was. 'Nog brood!' Mila komt al voor de zoveelste keer naar me toe lopen voor brood. 'Alstublieft.' Zeg en geef haar weer een stukje brood. Ze loopt naar een eend toe maar die loopt weg, dan probeert ze een andere die het brood wel aanneemt. 'Nog brood!' Ze komt terug naar me toelopen. 'Het is op!' Zeg ik. 'Nee.' Ze loopt dichter naar me toe. Ik laat haar in de zak kijken. 'We komen volgende week wel terug.' Ik gooi de zak in de vuilbak. 'Met papa?' Vraagt ze. 'Ja met papa.' Al weet ik dat niet zo zeker. 'Ik vond het wel jammer dat hij er niet was.' Ze kijkt wat teleurgesteld. 'Hij moest werken, dat moet ook gebeurt worden.' Ik kijk haar lief aan. Ze wilt nog wat zeggen maar een geeuw onderbreekt haar. 'Kom we gaan naar huis.' Zeg ik dan. Ze steekt haar hand uit en ik neem het vast. Samen lopen we naar huis. 'Papa!!' Mila laat ineens mijn hand los. Ik kijk op en zie Herman met een vrouw lopen.

Broken. Where stories live. Discover now