Hoofdstuk 7

22 2 0
                                    

           

Stay strong, beautiful. No matter what you're going through right now, it's temporirarly. You'll be okay.

<<<<<<<<<<>>>>>>>>>>>>

"Ik wil niet dat je gaat" zegt mijn moeder als ik al bijna in de hal sta om mijn jas te pakken.

"Pardon?" zeg ik

"Ik wil niet dat je gaat" zegt ze nogmaals zonder enige emotie in haar stem.

Ik heb geen zin om in discussie te gaan. Ik heb geen zin om ruzie te maken. Ik heb de kracht niet om woorden met mijn moeder te hebben over dit. Niet nu. Ik pak mijn jas van de kapstok en trek 'm in een beweging over mijn schouders.

Maar nog voordat ik een stap verder richting de deur kan zetten, voel ik een hand op mijn schouder. Een hand die me tegen houdt zoals nog nooit iemand me heeft tegen gehouden. Een hand die me wil beschermen, dat gelukkig wel.

"Blijf nou hier" ik hoor de smekende toon in de stem van mijn moeder.

"Waarom?" vraag ik

Geen antwoord.

"Houdoe, ik ga. Ben met het eten terug ofzo" roep ik en ik loop naar de deur en leg een hand op de deurknop.

Ik voel weer een hand op mijn schouder, nu ook een op mijn andere schouder.

"Nee, mam", fluister ik, "Je kunt me niet tegenhouden. Ik wil naar de plaats waar Lara voor het laatst leefde. Ik krijg opnieuw de rillingen als ik de woorden uitspreek en mijn stem slaat over alsof ik elk moment in tranen uit kan barsten.

"Zal ik mee gaan?" vraagt ze tevergeefs want ik sta al buiten en doe de deur achter me dicht. Ik pak mijn telefoon en oortjes uit mijn jaszak en zet wat muziek op om mijn gedachte wat af te leiden.

"If we take this bird in with it's broken leg, we could nurse it she said"

Ik ben nog geen minuut aan het lopen en de tranen stromen nu al over mijn wangen. Alles, maar dan ook alles doet me denken aan Lara. Het liedje Little bird van Ed Sheeran was haar favoriet. Deze weg, die fietste ik altijd met haar als we samen naar school fietsten. De tranen stromen over mijn wangen, maar ik blijf door lopen tot ik bij het station ben.

Niet alleen denk ik aan de herinneringen die ik met Lara had, de problemen die ze me vertelde waarmee ze dealde, ik denk ook aan mijn eigen gedachten, problemen. Ik beschuldig mezelf dat het egoïstisch is van mezelf om daar nu aan te denken. Maar toch kan ik mijn gedachten niet stoppen. Mijn gedachten gaan terug naar de eerste schoolweek op de middelbare school. Het was vrijdag, de pesters van de basisschool hadden me onderweg naar huis van de fiets getrokken. Ik kwam huilend thuis. Ik dacht dat ik nooit meer van die vervelende rot jongens af zou komen. Of die ene keer toen mama en papa ruzie hadden en ik weg liep omdat ik dacht dat het nooit meer goed zou komen, dat ze zouden gaan scheiden en ver van elkaar zouden gaan wonen.

De vraag "Waarom Lara? Waarom?" heb ik al honderd keer gesteld in mijn hoofd. Zodra ik het station zie, begin ik hardop te vragen "Waarom Lara?" en ondanks dat ik ze geen antwoord geeft, haar antwoordruimte.

Vlak voordat ik het gebouw van het station binnentreed, valt mijn oog op een schuurtje links van het stationsgebouw. Het is me eigenlijk nooit eerder opgevallen. Ik loop ernaartoe. Een naar gevoel beklemt me. Ik kan het gevoel niet omschrijven.

Dapper loop ik naar het schuurtje toe. Wel loop ik steeds iets langzamer naarmate ik dichterbij kom. Als ik voor de deur sta, wordt het beklemmende gevoel het heftigst. Ik voel aan de deurklink. Niet op slot. Hm.

Ik maak langzaam de deur open. Kunstmatig licht schijnt in mijn ogen. In het schuurtje staat een vierkanten tafel met één stoel en er hangt een brandende gloeilamp recht boven de tafel. Op de tafel ligt beschreven briefpapier, een envelop en een pen.

Ik ga zitten op de stoel en staar naar het papier.

This Is For The HatersWhere stories live. Discover now