Hoofdstuk 9

20 2 0
                                    

Als ik het station uit loop, trek ik de zak met dropjes open. Ik besluit om op slakkentempo naar huis te lopen zodat ik onderweg de hele snoepzak kan op eten en kan nadenken en mijn hoofd kan leeg te maken.

Ik besluit om de lange weg naar huis te nemen. De lange weg die ik weleens met Lara liep. Er zijn veel mooie herinneringen aan Lara als ik op deze route loop en daar wil ik nu graag aan worden herinnerd, ook al doet het pijn.

Het duurt niet lang of ik kom langs het eerste herinneringspunt. Het kruispunt waar we in de eerste klas altijd afspraken na school als we met elkaar meegingen naar huis. We bespraken daar altijd alle roddels van die dag en de gekste dingen die je maar kon bedenken. Lara was daar altijd goed in om gespreksonderwerpen te bedenken. Ze was een stil meisje als je haar voor het eerst ontmoette, maar als je haar eenmaal kende dan kletste ze de oren van je hoofd. Ook zei ze vaak heel verstandige dingen. Zo wist ze dingen over het leven waar ik nog nooit bij stil had gestaan.

Ze had niet alleen een brede algemene kennis maar was ook nog een ster in alle schoolvakken. Er was letterlijk geen enkel vak waarvoor ze geen 10 gemiddeld stond en elke keer als ze weer een tien terug kreeg verbaasde ze zich er weer over omdat ze dacht dat ze niet goed genoeg had geleerd. In tegenstelling tot mij, ik studeer me de pleures maar eindig altijd met een cijfer rond de vijf, soms een uitschieter naar de zeven maar veel hoger ook niet. Lara hielp me dan ook vaak in de vorm van bijles. Vooral bij wiskunde, want wat een hel is dat. Zonder haar zou ik nu niet in de vierde klas zitten. Ze had ook zoveel geduld, ze werd nooit boos of geïrriteerd als ze voor de zoveelste keer moest uitleggen hoe de stelling van Pythagoras moest worden gebruikt bij rechthoekige driehoeken.

Ik blijf even staan op de plek aan de zijkant van het kruispunt, maar besluit na vijf minuten om door te lopen. De volgende mooie herinnering waar ik langs kom is het park. Hier gingen we in de zomer altijd picknicken. Dan kochten we bij een goedkope supermarkt wat brood, kruidenboter en cola en dan gingen we op het grasveld zitten. Vaak gingen we met een grote groep chillen in het park en soms gingen we ook met zijn tweeën in het gras genieten van de zon. Het allerleukste was het moment dat we erachter kwamen dat we te veel brood hadden gekocht, dan gingen we elkaar bekogelen met dat brood en hadden we de grootste lol.

Op eens herinner ik me een dag in het bijzonder. Het was een zomerachtige dag begin mei, Lara had voor gesteld om te gaan zonnen in het park. Ze was er totaal niet op gekleed want ze had altijd een T-shirt met lange mouwen aan en een lange broek, maar dat maakte haar niet uit. Ze vond het fijn om dit te dragen en in deze kleren te zonnen. Haar kledingkeuze was eigenlijk het enige waar we niks van mochten zeggen. Als we er iets over zeiden, liet ze een oude foto zien van een mevrouw die in een dikke trui stond tussen de palmbomen op het strand. Dan wisten we dat we niks moesten zeggen. Soms kwam het voor dat ze haar mouw had opgestroopt als er toch niemand op haar lette, als er dan iemand weer naar haar keek en op haar lette, deed ze de mouwen van haar shirt weer omlaag. Ik denk dat dat was omdat ze niet trots was op haar huid, misschien had ze eczeem, ik durfde het nooit te vragen.

Ik schrik op uit mijn eigen gedachten door een toeterende automobilist. Ik kijk om me heen en probeer te genieten van de omgeving. Aan de andere kant van het park, ligt Lara's huis. Beter gezegd, het huis van Lara's ouders en zusje.

Toen Lara nog leefde, kwam ik er bijna elke week. Vooral als haar ouders niet thuis waren. Of we zaten op de zolder als haar ouders beneden zaten. De gedachte aan toen Lara maakte me verdrietig. Ik denk er even aan om niet langs het huis te lopen maar verman mezelf dan en loop toch door. Ik kijk naar het huis. Het lijkt alsof er niets veranderd is en er niks is gebeurd behalve het feit dat Lara's raam op de zolder gesloten is. Normaal gesproken was Lara's raam altijd open en hing ze haar dekbed uit het raam in de ochtend. Ik kijk door het raam op de begane grond en zie Lara's zusje op de bank zitten. Achter in het huis zie ik Lara's moeder aan de tafel zitten. Ik blijf staan op een plek waar ik niet gezien kan worden door haar moeder en zusje terwijl ik naar binnen probeer te gluren.

Ik ga zitten op een bankje in het park vanwaar ik het beste zicht heb op Lara's huis. Ik ga aan de linkerkant op de bank zitten omdat Lara altijd aan de rechterkant zat. Een keer in de herfstvakantie hebben op dit bankje fitness oefeningen gedaan nadat we een rondje hadden gerend. Lara was doodop omdat we een uur lang aan een stuk door hebben gerend. "Je mag ook even wandelen" zei ik een paar keer als ik zag dat ze het bijna niet meer vol hield. Maar daar reageerde ze niet op. Ze ging gewoon door want klagen deed ze nooit. Echt nooit.

Er zijn in het leven van een tiener heel wat momenten waarop je kunt klagen behalve voor Lara. Er zaten weleens dingen tegen, of dingen die niet gaan zoals gepland, maar Lara kon daar altijd als een professional mee omgaan. Ze maakte nooit ruzie met leraren of met haar zusje. Ze bleef altijd zo kalm en geduldig. Ze was bijzonder.

Ik schrik weer op uit mijn eigen gedachten door een fel gekrijs van een vogel die in de boom tegenover me vliegt. Ik kijk naar het bankje waar ik opzit, dan valt mijn oog op een detail dat in de bank gegraveerd is. Er staat iets in wat er nog niet zo lang in staat want er hangen nog een aantal houtsnippers aan het hout die weg zijn gekrast. Ik schuif wat dichter naar de plek waar in de bank is gegraveerd. Het is een letter en een datum.

LT: 10 – 03 – 2015

Lara Thomson, 10 maart 2015. Lara's sterfdag. 

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Feb 08, 2017 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

This Is For The HatersWhere stories live. Discover now