Ik trek mijn shirt over mijn hoofd en verwissel mijn broek voor mijn pyjamabroek. Ik voel hoe Jace naar me kijkt. 'Is er iets?' grijns ik. Hij kijkt snel weg. 'Natuurlijk niet.' Ik begin te lachen. 'Ik geloof je niet!' Hij bloost. Ik ga in bed liggen en sla de dekens over me heen. Ik voel hoe Jace ook gaat liggen. Ik staar naar het plafond. De lamp is nog aan. Ik zucht. 'Ik heb het licht niet uitgedaan,' zeg ik vermoeid. Jace begint te lachen. Ik sta op en doe het licht uit. Meteen ga ik weer liggen. Jace kijkt me aan. 'Dus,' begin ik. 'Ik ben blij dat het zo is gelopen.' Hij knikt. 'Zeker wel,' zegt hij zacht. 'Ik vind het alleen niet zo geweldig dat mijn enkel verstuikt is.' Ik lach. 'Dat snap ik.' Hij glimlacht zwakjes. Ik sla mijn arm om hem heen. Jace nestelt zich tegen me aan. Ik wrijf over zijn rug. Hij glimlacht nogmaals. 'Ik hou van je,' zegt hij zacht. Duizenden vlinders in mijn buik fladderen op. 'Ik hou ook zielsveel van jou,' zeg ik. Ik meen het vanuit het diepste van mijn hart. Zo vallen we beiden in slaap.
'Wat gaan we doen?' vraag ik al kauwend. Jace kijkt een beetje bedrukt. 'Wat gaan jullie doen, zul je bedoelen,' zegt hij. Ik glimlach. 'Jij gaat meedoen!' lach ik. 'Verstuikte enkel of niet.' Jace lacht. 'Hoe wil je dat voor elkaar krijgen?' Ik haal mijn schouders op. 'Ik verzin wel iets. Speciaal voor jou.' Hij bloost. Noël kucht. 'Wij zitten hier ook nog,' merkt hij op. Jules grijnst. 'Kyle gaat er gewoon helemaal voor.' Deze keer ben ik degene die bloost. 'Sorry,' mompel ik. 'We kunnen wel gewoon een dagje thuisblijven?' stelt Noël voor. Ik knik. 'Dat lijkt me het handigst.' Plots hoor ik iemand op de deur kloppen. 'Ik ga wel,' zeg ik. Ik loop naar de deur en open hem. 'Hoi,' zegt Carmen zacht en ze kijkt naar mijn voeten. 'Ik ga.' Ik weet even niet wat ik moet zeggen. 'Oké.' Misschien was dat niet het juiste. Carmen kijkt me een beetje teleurgesteld aan. 'Ik wens je veel succes,' zeg ik vervolgens. Ze glimlacht zwakjes. 'Dankjewel,' antwoordt ze. 'Mag ik ook nog afscheid nemen van de rest?' Ik open de deur meer voor haar. 'Ga je gang.' Ze loopt naar de keuken en omhelst iedereen. 'Dag!' zegt ze en ze zwaait. Vier paar handen zwaaien terug. Ik loop met haar mee terug naar de deur. Daar draait ze zich om. 'Het was gezellig, Kyle.' Ze legt extra nadruk op mijn naam. Wat mag dit betekenen? 'Dit is nog niet gedaan,' fluistert ze vervolgens en snelt naar buiten.
Een beetje verbijsterd blijf ik achter. Ik snap het even niet meer. Wat wilde ze net? Ik schud mijn hoofd. Laat ik dit maar zo snel mogelijk vergeten. Ik loop terug. Ik ga zitten en ga verder met eten. Het blijft even stil. 'Is er iets?' vraagt Noël dan. 'Nee?' antwoord ik snel. Ik sla mijn blik neer. Noël lijkt even na te denken. 'Je mag alles met ons delen,' zegt hij. Ik kijk hem aan. 'Er is niks.' Hij trekt een wenkbrauw op. 'Zeker weten?' vraagt hij. Ik knik. Hij zucht. Jace kijkt me vreemd aan. 'Kyle, je doet raar.' Ik slik. 'Ik doe niet raar,' piep ik. 'Mis je Carmen nu al?' vraagt Jace. Ik mis haar totaal niet. 'Ja,' zeg ik zacht. Dat is tenminste een goed excuus. Jace slaat een arm om me heen. 'Geen zorgen,' zegt hij. 'Ik ben er nog steeds voor je.' Ik glimlach. Ik voel me niet goed. Carmen heeft ervoor gezorgd dat ik niet weet wat ik kan verwachten. Ik haal diep adem. 'Ik ga even een stukje wandelen,' zeg ik. Ik sta op en loop de deur uit. 'Goed idee!' roept Noël me achterna.
Zodra ik de deur uit ben, voel ik me meteen een stuk beter. Frisse lucht helpt zeker wel. Ik begin te lopen. Ik loop op een flink tempo weg van ons huisje. Ik merk dat mijn benen me meteen naar het meertje leiden. Het lijkt een soort van ontsnappingsplek te worden. Ik ga zitten en leg mijn hoofd op mijn knieën. Ik zucht. Wat ben ik aan het doen? Wat is Carmen aan het doen? Ik denk na. Als alles goed lijkt te gaan, gebeurt er wel weer iets. Deze vakantie lijkt steeds ingewikkelder te worden. Vroeger was alles nog zo simpel. Ik kijk uit over het meertje. Aan de overkant van het meertje staan een paar bomen. Door de wind gaan de bladeren heen en weer. Ergens in de verte zie ik een eekhoorn in een boom zitten. Het eekhoorntje hupst van boom naar boom. Hij is vast voedsel aan het verzamelen voor de winter. Ik glimlach. Ik ga even met mijn hand door mijn haar. Door de wind wil dat nog wel eens in de war zitten. Ik kijk naar rechts. Aan de rechterkant is het bos waar we verdwaald in zijn geraakt. Ik grinnik. Het is toch een grappig idee dat elke plek wel een speciaal verhaal heeft. Dan hoor ik iemand lopen. Ik kijk achterom. Vreemd genoeg zie ik niemand. 'Hallo?' roep ik. Ik krijg geen antwoord. De enige geluiden komen van de vogels en het bos. Ik vertrouw het nog steeds niet. Ik kijk goed om me heen. Wie is hier op het idee gekomen om mij te bespieden? Misschien is de persoon wel Frans. 'Bonjour?' roep ik. Helaas. Ook hierop krijg ik geen antwoord. Ik zou zweren dat er iemand was. Ik kijk wantrouwend om me heen. Misschien is het beter als ik maar terugga. Ik begin helemaal paranoïde te worden.
'Hallo Kyle,' glimlacht Jules als ik terugkom. Jules zit lekker buiten op een van de buitenstoelen. Ik plof naast hem. 'Heb jij toevallig iemand voorbij zien lopen?' vraag ik. Hij kijkt me verbaasd aan. 'Nee,' antwoordt hij. 'Zoek je iemand?' Ik schud mijn hoofd. 'Ik kreeg alleen het gevoel alsof er iemand was.' Jules lacht. 'Ik ben bang dat je dat verzint.' Ik lach met hem mee. Toch ben ik er nog steeds niet zeker van. Verzin ik het? Ben ik langzaam gek aan het worden? Of misschien ben ik paranormaal begaafd? Het idee alleen al maakt me aan het lachen. Ik heb het me verbeeld. Er was niemand. Jules heeft niemand gezien en ik heb niemand gezien. Maar het knagende gevoel blijft.
~~~~~
Ik heb nu al zin in het volgende hoofdstuk, hehe. xD
JE LEEST
Leugens
RomanceWat als jouw hele leven een leugen is? Wat als je gevangen zit in de valkuil, die je zelf hebt gegraven? Drie vrienden gaan voor het eerst samen naar Frankrijk. Ieder van hen heeft zijn geheimen. Geheimen komen ooit uit. De vraag is wanneer.