Ik ben druk bezig met het ontbijt als Isaac naast me komt staan. 'Jij houdt ook wel van musea, toch? zegt hij vragend. Ik knik. 'Ik vind het altijd wel leuk om te zien.' Hij schraapt zijn keel. 'Er is een museum in Parijs dat ik wel graag wil bekijken. Ik vroeg me af of je mee zou willen?' Ik knik. 'Dat lijkt me leuk!' Isaac knikt goedkeurend. 'Zouden Jace en Kyle mee willen gaan?' vraagt hij dan. Ik haal mijn schouders op. 'Ik ga het wel aan ze vragen.' Met die woorden loopt hij weg. Als hij even later weer terugkomt, kijkt hij nadenkend. 'Ze hebben er niet super veel zin in,' zegt hij. 'We kunnen ook opsplitsen,' stel ik voor. 'Dan kunnen wij naar allerlei musea en dan kunnen zij samen iets anders doen.' 'Opsplitsen?' zegt Kyle verward terwijl hij de keuken in komt lopen. 'Isaac en ik willen naar meerdere musea en omdat jullie daar geen zin in hebben, dacht ik dat het wel handig zou zijn als we zouden opsplitsen,' leg ik uit. Kyle knikt langzaam. 'Maar wat moeten wij dan doen?' vraagt hij. 'Dat is geheel aan jullie,' antwoord ik. 'Je bent het er dus mee eens?' vraag ik. 'Ja, prima,' antwoordt hij. Ik haal opgelucht adem. 'Dan doen we dat.'
Al snel staan Isaac en ik in het eerste museum, in de rij. Het lijkt erop dat meer mensen op het idee gekomen zijn om dit museum te bezoeken. Zuchtend haal ik mijn mobiel uit mijn zak en kijk ik naar de tijd. Ik kom tot de conclusie dat we al twintig minuten in de rij staan. We zijn ongeveer halverwege. 'Je hebt een populair museum uitgekozen,' merk ik op. Isaac zucht. 'Ik wist niet dat het zo druk zou zijn.' 'Ik zeg niet dat jij schuldig bent!' zeg ik haastig. 'Het viel me gewoon op.' Hij knikt. 'Wat zouden Jace en Kyle nu aan het doen zijn?' denk ik hardop. 'Ik hoop dat ze iets hebben uitgekozen wat ze allebei leuk vinden,' antwoordt Isaac. 'Ik hoop het ook voor ze,' zeg ik. Ik kijk weer naar mijn telefoon. De tijd gaat wel erg langzaam. Ik ontgrendel hem en ga naar Whatsapp. Ik heb een berichtje van mijn moeder. 'Gaat alles nog goed daar?' lees ik zachtjes hardop. 'Het is nog maar een aantal dagen voordat je weer thuis bent.' Ik stop met lezen. Een aantal dagen? Ze heeft gelijk. Over een aantal dagen gaan we inderdaad weg. Ik ga verder met lezen. 'We missen je allemaal heel erg hier. Ik kijk ernaar uit om je weer te zien.' Een glimlach verschijnt op mijn gezicht. Snel typ ik een antwoord terug.
We nemen onze tijd om het museum te bekijken. Na al de tijd die we zijn kwijtgeraakt in de rij, vinden we dat we het verdienen. Ik merk dat Isaac veel kennis heeft over kunst. 'Doe je zelf ook aan kunst?' vraag ik hem. Hij slaat zijn blik neer en knikt. 'Wat voor vorm van kunst doe je?' vraag ik. 'Ik teken,' zegt hij zacht. 'Leuk!' zeg ik vrolijk. Hij knikt nogmaals en loopt snel door naar het volgende kunststuk. Ik besluit om maar geen vragen meer over zijn kunst te stellen, want het lijkt wel alsof hij er niet over wil praten. Wanneer we alles hebben gezien, is het twaalf uur. 'Zullen we ergens gaan lunchen?' vraag ik. 'Prima,' antwoordt Isaac. We lopen het museum uit. Ik werp nog een laatste blik op de rij. Hij is nog langer dan eerst. 'Het is beter dat we hier in de ochtend waren,' zeg ik tegen Isaac. Hij knikt als antwoord. We zoeken een supermarkt op en halen daar iets te eten. Bij het volgende museum staat er nauwelijks een rij en zijn we bijzonder snel binnen. Hetzelfde geldt voor de andere musea die we bezoeken. Aan het einde van de dag zegt Isaac: 'Ik denk dat we de avond ook samen moeten doorbrengen.' Lachend kijk ik hem aan. 'Hoe bedoel je?' vraag ik. 'We hebben duidelijk wat dingen gemeen en gezien het feit dat jullie snel weer naar huis gaan, vind ik dat we onze tijd goed moeten besteden. Dit geeft Jace en Kyle ook meer tijd.' Hij glimlacht eventjes. 'Ik snap het,' lach ik. 'Zullen we dan maar een restaurantje opzoeken?'
We vinden een niet al te duur restaurantje- het is eigenlijk meer een bar -en bestellen daar ons eten. 'Dus,' zeg ik glimlachend. 'Waar wil je over praten?' Isaac zwijgt voor een moment. 'Waar wil jij over praten?' zegt hij dan. Nu is het mijn beurt om te zwijgen. 'Ik heb geen enkel idee,' zeg ik na een tijdje. 'Dat belooft een goed gesprek,' zegt hij. Ik lach. 'Heb je zin om weer naar huis te gaan?' vraagt Isaac. Ik knik. 'Best wel,' antwoord ik. 'Ik mis mijn familie toch wel.' Ik stop even met praten. 'Mis jij je familie?' vraag ik dan. Isaac geeft geen antwoord. 'Mis jij je familie?' herhaal ik. 'Niet echt,' mompelt hij uiteindelijk. Ik trek mijn wenkbrauwen op, maar hou mijn mond. Isaac zucht en kijkt afwezig in de verte. Ons eten wordt gebracht en ik neem mijn eerste hap. Al kauwend denk ik na over mijn volgende vraag. Ik weet eigenlijk helemaal niets van Isaac. 'Waar woonde je ook alweer?' vraag ik. 'Ergens in Nantes,' zegt hij snel. Ik knik als antwoord. 'Nadat wij naar huis zijn gegaan, neem ik aan dat jij weer naar huis gaat?' zeg ik vragend. Hij haalt zijn schouders op. 'Zit je nog op school?' vraag ik. Hij schudt zijn hoofd. 'Werk je dan?' zeg ik. 'Ik heb nog geen werk gevonden,' antwoordt hij. Ik stop mijn ondervraging even om weer wat eten in mijn mond te stoppen. 'Mijn beurt,' zegt Isaac. Verward kijk ik hem aan. 'Je hebt weer even genoeg vragen aan mij gesteld. Ik wil ook.' Hij trekt zijn wenkbrauw uitdagend op.
JE LEEST
Leugens
RomanceWat als jouw hele leven een leugen is? Wat als je gevangen zit in de valkuil, die je zelf hebt gegraven? Drie vrienden gaan voor het eerst samen naar Frankrijk. Ieder van hen heeft zijn geheimen. Geheimen komen ooit uit. De vraag is wanneer.