Hoofdstuk 53: Jace

305 28 41
                                    

Met barstende koppijn stap ik uit bed. Hoe kom ik hier eigenlijk terecht? Ik kijk om me heen. Isaac ligt naast me te slapen. Hij heeft een zwart T-shirt aan. Ik loop naar de keuken en schenk een glas water in. Noël kijkt me boos aan. Hij zit aan de eettafel een broodje te eten. 'Wat is er nu weer?' vraag ik. 'Wat denk je zelf?' zegt hij boos. 'Ik kan me niet veel herinneren!' lach ik. Hij zucht. Ik zet mijn glas water neer en kijk naar mijn handen. Ze zitten onder de krasjes. 'Wat is er met mijn handen aan de hand?' vraag ik. Noël haalt zijn schouders op. Ik spoel mijn handen onder de kraan af. De krasjes prikken een beetje. Kyle komt de kamer binnenlopen en zucht. 'Mijn hoofd barst!' roept hij. 'Ik heb koffie nodig!' Hij loopt de keuken in en zet het koffieapparaat aan. Zodra hij langs me loopt, voel ik hoe mijn wangen roder worden. Snel schud ik mijn hoofd. Ik maak geen kans. Kyle wrijft met zijn hand over zijn hoofd. 'Ik heb raar gedroomd vannacht,' begint hij. Ik kijk hem aan. Hij heeft geen shirt aan. 'Wat dan?' vraag ik. 'Er werd op mijn raam geklopt,' antwoordt hij. 'Ik deed het gordijn open en ik zag nog net iemand wegschieten in de bosjes.' 'Weet je zeker dat je het gedroomd hebt?' zeg ik twijfelend. 'We hebben die handafdruk op het raam gezien.' Kyle aarzelt. 'Volgens mij droomde ik,' besluit hij. 'Ik weet het niet,' mompel ik. Dit hele verhaal klinkt een beetje vaag. Kyle pakt zijn kop koffie en drinkt het met kleine slokjes op. Ik blijf naar hem kijken. Hoe kan je je zo erg aangetrokken voelen tot een persoon? Ik wend mijn blik af. Misschien moet ik me maar even gaan verkleden. Ik loop mijn slaapkamer in. Isaac ligt nog steeds te slapen. Zijn mond hangt een beetje open. Hij ziet er vermoeid uit. 'Dat babysitten is vermoeiend,' zegt Kyle naast me. Hij is in de deuropening komen staan. 'Hoe bedoel je?' sis ik. 'Hij moest op je passen gisteren,' antwoordt hij. Ik schud mijn hoofd. 'Hij ging gewoon gezellig met me stappen.' Kyle brengt zijn mond naast mijn oor. 'Je hebt niet gehoord wat Noël gisteren zei.' Verward blijf ik achter. Isaac draait zich om en knippert met zijn ogen. Zijn blik valt op mij. 'Wat doe je hier?' mompelt hij slaperig. 'Ik ging even wat kleren pakken,' stotter ik. Ik grabbel in mijn rugzak en vis er wat kleding uit. Isaac gaat overeind zitten en rekt zich uit. Mijn ogen volgen zijn armspieren. Hij kijkt me aan. 'Hoe gaat het?' vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. 'Heb je enig idee hoe ik aan deze schrammen op mijn handen kom?' vraag ik. 'Je was glas aan het opruimen,' antwoordt hij. Glas aan het opruimen? Hoe dronken was ik gisteren? 'Moest je gisteren op me passen?' sis ik plotseling. Isaac kijkt me verbaasd aan. 'Hoe kom je daar nou weer bij?' zegt hij. 'Geef gewoon antwoord!' zeg ik wanhopig. 'Ik moest een oogje in het zeil houden,' antwoordt hij eerlijk. 'Kyle had toch gelijk,' fluister ik. Woedend kom ik overeind en gooi mijn kleding op de grond. 'Ik ben toch geen klein kind!' roep ik. 'Ik weet prima wat ik wel doe en wat niet!' Ik ren de kamer uit en laat Isaac verbijsterd achter.

Ik sluit mezelf op in de badkamer. Isaac klopt op de deur. 'Jace, laat me naar binnen!' roept hij. Mooi niet dat ik hem binnen laat. Ik laat me op de grond zakken en verberg mijn gezicht in mijn handen. Zelfs mijn eigen vrienden nemen me niet serieus. Ik krabbel weer overeind en open het badkamerkastje. Ik vind het doosje met paracetamols. 'Jace, doe die deur open!' roept Isaac voor de zoveelste keer. Ik hoor hoe Kyle vraagt wat er aan de hand is. Ik grijns. Nu geven ze wel ineens om me? Vorige keer nam ik drie paracetamols. Hoeveel zou ik er deze keer nemen? Ik geloof dat vijf paracetamols gevaarlijk kunnen zijn. Ik twijfel. Nee, vijf is echt te veel. Ik druk er vier uit de strip en slik ze in met een flinke slok water. Ik hoor Kyle op de deur kloppen. 'Ga je de deur nog open doen, Jace?' vraagt hij. Fuck you, denk ik. Denkt hij serieus dat ik nu zin heb om de deur open te doen? 'Anders gaan we de deur intrappen,' klinkt de stem van Isaac door de deur. Ik wens ze veel succes. Ik ga op de badrand zitten en bekijk mezelf in de spiegel. Ik ben niet super lelijk. Ik ben dan wel erg dun, maar ik heb toch wel iets? Ik ga met mijn hand langs mijn wang. De paracetamols beginnen te werken. Ik begin me een beetje misselijk te voelen. Ik ga boven de wc hangen en kokhals. Noël vraagt aan Kyle wat er aan de hand is. Ze discussiëren over wat ze moeten doen. Noël roept Jules. Wat een publiek. Ik voel me bijna populair. Ik kokhals nogmaals. 'Doe die deur open!' roept Noël. Ja, ik denk het even niet. Ik kokhals en alles wat ik vanochtend heb gegeten, belandt in de wc. Ik veeg mijn mond af en was mijn handen. Ik drink wat water om de vieze smaak uit mijn mond te krijgen. 'Dit is niet meer leuk,' zegt Jules met een serieuze stem. Daar heeft hij helemaal gelijk in. Ik vind het ook niet meer leuk, maar ik wil hier niet meer uitkomen. Ik ga weer op de grond zitten en staar levenloos voor me uit. 'Heb je iets gedaan?' roept Noël. Ik hoor Isaac het verhaal aan de rest uitleggen. 'Oh,' is het antwoord van Noël. 'Ik vraag het je nog een laatste keer,' begint Kyle. 'Wil je de deur alsjeblieft de deur opendoen?' Niet voor hem, voor niemand. 'Heeft iemand misschien anders een muntje?' vraagt Jules. 'Dan kunnen we het slot opendraaien.' Ik reageer nergens meer op. Ik blijf voor uitstaren. Ik hoor ze aan de deur morrelen. Jammer genoeg vliegt de deur open na een tijdje. De deur komt tegen me aan. Eigenlijk zou ik hier op moeten reageren, maar ik kan me niet bewegen. Isaac en Noël komen de badkamer instormen. Isaac kijkt me bezorgd aan. 'Leef je nog?' vraagt Noël. Hij beweegt zijn hand voor mijn gezicht. Natuurlijk leef ik nog. Ik kan alleen nog steeds geen woord uitbrengen. Ik zie hoe ze het doosje met paracetamols zien. 'Hoeveel heb je er genomen?' roept Noël. Jules en Kyle kijken vanuit de deuropening toe. Ik geef geen antwoord. 'Dit is niet goed!' roept Noël. Hij begint te ijsberen. 'We moeten iets bellen!' roept hij uit. 'Probeer rustig te blijven,' zegt Jules. 'Ik bel om te vragen wat we moeten doen.' Ik zie hem weglopen en zijn telefoon tevoorschijn halen. Isaac komt naast me zitten. Hij pakt mijn hand vast. Ik zie hoe Kyle me een beetje boos aankijkt. 'Hoor je me?' vraagt hij. Ik krijg het net voor elkaar om te knikken. 'Je bent nu in een soort shock,' zegt Isaac. 'Probeer je te ontspannen.' Hoe kan ik me ontspannen als Kyle me aanstaart? 'Zouden jullie even weg willen gaan?' vraagt Isaac aan Kyle en Noël. Ze aarzelen beiden, maar lopen toch de badkamer uit. 'Hoe voel je je?' vraagt Isaac. 'Slecht,' fluister ik. 'Ik herken het,' mompelt hij. Hij neemt me in zijn armen. 'Het komt echt goed,' zegt hij. 'Ook als je het echt niet meer ziet zitten, er is altijd iemand die je kan helpen.' Ik voel me veilig in zijn armen. Ik ontspan me en kan mijn eigen lichaam weer onder controle houden. 'Ik haat het,' fluister ik. 'Ik haat het echt.' Isaac glimlacht zwakjes. 'Ik haat het ook.'

~~~~~

Ik heb een hoofdstuk kunnen schrijven! ^^

LeugensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu