Hoofdstuk 64: Jace

101 5 0
                                    

Bewonderend kijk ik om me heen. 'Dit is geweldig, Kyle!' roep ik uit. 'Hoe hebben we dit voor elkaar gekregen?' Hij grijnst. 'Het was een aanbieding.' Mijn ogen glijden over het kleine appartementje. We zijn inmiddels in Parijs aangekomen. Het appartement is net buiten Parijs, maar het is makkelijk om in Parijs te komen. Het appartement bestaat uit drie kamers. Één gemeenschappelijke woon- en eetruimte en twee kleine slaapkamers. Het is eenvoudig ingericht. Er staan eigenlijk alleen maar dingen in die echt noodzakelijk zijn. Toch vind ik het geweldig. Ik laat mijn hand even over de bank glijden. Hij voelt zacht aan. Kyle staat grijnzend toe te kijken hoe ik mijn ogen uitkijk. Ik kijk hem aan en glimlach. 'Dit is echt heel mooi!' lach ik. Mijn ogen gaan naar zijn armen. Ze zien er beter uit dan eerst. Noël ploft op de bank neer. Hij ziet er moe uit. 'Wie gaan er een slaapkamer delen?' vraagt hij. Natuurlijk, Noël wil weer alles geregeld hebben. Ik weet niet wat het plan is dus blijf ik zwijgen. 'Jace en ik kunnen wel een kamer delen,' verbreekt de heldere stem van Isaac de stilte. Meteen sla ik mijn blik neer. Ik hoef niet te zien hoe Kyle me weer vernietigend aan gaat kijken: ik heb genoeg van zulke blikken gehad. 'Prima,' zegt Noël en gaapt. 'Ik ga even slapen,' mompelt hij. 'Ik ben bekaf.' Hij grijpt zijn tassen en loopt een slaapkamer in. Hij slaat de deur achter zich dicht. Ik durf om mijn blik van de grond te halen en kijk naar Kyle. Vreemd genoeg lijkt hij helemaal niet boos te zijn. Hij glimlacht zelfs nog even naar me. Ik frons verward.

'Zal ik avondeten halen?' bied ik aan. 'Wat wil je halen dan?' vraagt Isaac. 'Pizza?' zeg ik vragend. 'We zijn in Frankrijk en dan ga je pizza eten!' lacht Kyle. Ik grijns. 'Het is toch lekker?' Hij grijnst ook. 'Zeker.' 'Dan ga ik nu,' zeg ik glimlachend. 'Wacht!' roept Kyle. Hij trekt zijn schoenen aan. 'Ik ga met je mee.' Ik kijk hem een beetje verwonderd aan. 'Prima,' mompel ik. Ik open de deur en loop de trappen af. Kyle slentert achter me aan. Zodra ik buiten sta, kijk ik om me heen. 'Waar moeten we heen?' vraag ik. 'Weet je dat serieus niet?' vraagt Kyle. Ik schud mijn hoofd. 'Ik wist meteen al waar je pizza kon halen!' lacht hij. 'Ga maar voorop dan!' antwoord ik. 'Ik volg wel.' Hij begint te lopen en ik volg hem gehoorzaam. Na een tijdje lopen komen we aan bij een pizzeria. Kyle koopt een aantal pizza's en even later lopen we weer terug naar huis. 'Jace,' begint Kyle. 'Ja?' zeg ik vragend. Hij kucht. 'Ik wil je bedanken.' Vragend kijk ik hem aan. 'Voor wat?' lach ik. 'Je hebt me van Carmen gered,' antwoordt hij. Ik stop abrupt. 'Daarvoor mag je me niet bedanken,' zeg ik. 'Het was vanzelfsprekend dat ik je zou helpen. Dat zou iedereen doen.' Hij glimlacht zwakjes. 'Niet iedereen zou dat doen.' Ik frons. 'Dat zou wel moeten.' Hij antwoordt niet. 'Laten we gewoon weer naar huis gaan en dit gesprek vergeten,' zeg ik. Kyles gezicht betrekt. 'Vooruit dan maar.'

Gezamenlijk zitten we op de bank. Ieder van ons heeft een pizzadoos op schoot en eet pizza. De televisie staat aan en we kijken een Frans programma. Ik versta er niet heel veel van, want de mensen op de televisie praten veel te snel. Toch lach ik met Isaac en Kyle mee als er een grap wordt gemaakt die ik niet begrijp. Ik eet mijn laatste stukje pizza op en sta op om de pizzadoos in de prullenbak te gooien. 'Neem deze ook mee!' mompelt Kyle met zijn mond vol pizza. Hij overhandigt mij zijn pizzadoos. 'Moet ik jouw pizzadoos ook meenemen?' vraag ik aan Isaac. Hij knikt dankbaar en geeft mij de doos. Ik loop naar de prullenbak toe, vouw de dozen en stop ze erin. Daarna ga ik weer terug naar de bank. Ik plof naast Kyle neer. Hij kijkt me glimlachend aan. Ik begrijp hem echt niet. Ik glimlach terug en sla mijn blik neer. Kyle weet precies de dingen te doen waar ik niet tegen kan. 'Wat gaan we morgen doen?' vraag ik terwijl ik Isaac aankijkt. 'Ik zou het niet weten,' antwoordt hij. 'Noël regelt meestal de dingen.' Ik grijns. 'Wat willen jullie zien?' vraag ik dan. Isaac haalt zijn schouders op. 'Het maakt mij echt niet uit.' Ik richt mijn blik op Kyle. 'Ik wil naar de Eiffeltoren,' lacht hij. 'Natuurlijk,' antwoord ik. 'Waar wil jij heen dan?' vraagt hij. Ik twijfel even. 'Ik wil graag een boottocht op de Seine maken,' zeg ik na een tijdje. 'Overdag of in de avond?' vraagt Isaac. 'In de avond,' antwoord ik. 'Dat kan geregeld worden,' zegt hij. 'Echt?' zeg ik verbaasd. 'Waarom niet?' antwoordt hij. 'Ik weet niet,' aarzel ik. 'Ik dacht dat jullie het misschien saai zouden vinden.' Kyle slaat een arm om me heen. 'Als jij graag een boottocht op de Seine wilt maken, dan doen we dat toch gewoon.'

Ik sta snel op. Ik weet niet wat Kyle allemaal aan het doen is, maar ik zal het niet accepteren. 'Dan is dat geregeld,' zeg ik. 'We moeten morgen even aan Noël vragen wat hij wil, maar we hebben al een algemeen idee van wat we willen doen.' Kyle en Isaac knikken. 'Ik ga douchen,' deel ik mede. Ik pak een joggingbroek en een T-shirt uit mijn tas, ga de badkamer in en draai de deur achter me in het slot. Ik gooi de kleding ergens op de grond en laat me zakken zodat ik met mijn rug tegen de deur zit. Ik zucht diep. Ik moet het nog een aantal dagen volhouden, denk ik. Ik mag niet toegeven aan dingen die ik niet wil. Ik sta weer op en kleed me uit. Ik zet de douche aan en laat de stralen over mijn rug stromen. Nog even, denk ik. Nog even en dan is deze vakantie voorbij. Nog even.

LeugensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu