Hoofdstuk 40: Kyle

347 33 84
                                    

Ik kijk verbaasd op als ik Noël ineens zie lopen met zijn handdoek. Ik zie hoe hij stil blijft staan ergens bij het bos en vervolgens het bos inloopt. Wat is hij aan het doen? Ik besluit dat ik even ga kijken. Ik moet toch nog brood halen en het is onderweg. Stilletjes loop ik naar de bosrand. Ik buk en kijk over de bosjes. Ik zie een meertje. Zou hij gaan zwemmen? Ik hou mijn adem in als Noël zich uit begint te kleden. Zijn shirt gaat als eerst uit. Ik trek mijn wenkbrauwen op als ik een soort zwart hemd onder zijn shirt zie. Als hij zijn hemd uitdoet, valt mijn mond open. Are you fucking kidding me? Noël begint aan zijn broek te sjorren en die ligt algauw op de grond, samen met zijn onderbroek. Ik kan mijn ogen niet geloven. Mijn hart klopt als een bezetene. Noël is een meisje? Heeft hij tegen ons gelogen? Is dit waarom hij nooit zwemt? Dan realiseer ik me dat ik hem sta te bespieden. Ik moet hier weg. Ik begin te rennen richting de tent. Wat is Noël een flikker! Hoe durft hij? Jace en Jules kijken me verbaasd aan als ik aan kom rennen. Isaac is er nog niet. 'Luister!' roep ik uitgeput. Jules kijkt me bezorgd aan. 'Gaat het?' vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. 'Noël is een fucking meisje!' roep ik. Jules trekt een wenkbrauw op een begint zenuwachtig te lachen. 'Dit is een grapje, toch?' lacht hij. Ik schud mijn hoofd en bijt op mijn lip. 'Dit is geen grapje.' Jules' mond valt open. 'Ben je serieus?' roept hij terwijl hij me door elkaar schudt. Ik knik en knipper verwoed om niet te gaan huilen. Jules begint te stamelen en ploft op een stoel neer. Jace heeft nog helemaal niks gezegd. Hij staart voor zich uit. Ik ga ook zitten. Wat heeft vriendschap voor een betekenis als alles één grote leugen is?

Wanneer Noël aankomt bij de tent, is iedereen nog steeds stil. 'Wat is er?' vraagt ze. Hij of zij, ik weet het echt niet meer! Ik trek haar mee de tent in. Jace en Jules volgen me. Ze ritsen de tent dicht. 'Doe je shirt uit!' commandeer ik. Noël kijkt me met grote ogen aan. 'Waarom?' vraagt ze. 'Doe het!' zegt Jules dreigend. Noël trekt langzaam haar shirt uit. Haar zwarte, strakke hemd komt weer tevoorschijn. Ondanks dat het hemd bepaalde dingen plat hoort te drukken, kun je nog steeds zien dat er iets zit. Ik hoor Jace naar adem snakken. 'Wil je nog iets aan ons vertellen?' zeg ik bozig. Noël slaat haar ogen neer. 'Wil je ons nog iets vertellen?' roep ik nu. Noël kijkt op. Haar ogen zijn gevuld met tranen. 'Doe me dit niet aan,' fluistert ze. 'Doe ons dit niet aan!' roep ik. 'Jij doet dit jezelf aan!' Er beginnen nu echt tranen te stromen over het gezicht van Noël. Ze begint te stamelen. Ik kijk haar vernietigend aan. Jace begint te spreken. 'Dit had ik nooit van je verwacht,' zegt hij zacht. 'Je hebt ons gewoon bedrogen.' Noël blijft stil. Jace loopt de tent uit. 'Ik laat jullie wel even alleen,' zeg ik tegen Jules en Noël. Zodra ik de tent uit ben, hoor ik Jules boos praten. Ik kan het zelf ook niet geloven. Hoe kan ze ons zo bedriegen? Ik vergeet mijn ruzie met Jace en ga naast hem zitten. 'Wat een klootzak,' mompel ik. Jace knikt. 'Ik snap het niet,' zegt hij zacht. 'We kennen elkaar al zes jaar. Dan vertel je dit soort dingen toch wel?' Ik knik. 'Dat is het erge eraan.'

We blijven een hele tijd in stilte zitten. Jules komt ook de tent uitlopen. Zijn gezicht is rood. 'Het is over,' zegt hij zacht. In de tent kan ik Noël horen huilen. Het lijkt net alsof dit één grote jankpartij is, maar het is ook wel echt erg. Jules gaat naast ons zitten. 'Wat doen we nu?' fluistert Jace. 'Ik weet het niet,' zeg ik zacht. 'Ik weet niet of ik Noël nog vertrouw.' Jace knikt. 'Ik heb hetzelfde probleem.' Jules haalt diep adem. 'Ik weet het niet.' Het is weer stil. We blijven een lange tijd zo zitten. Niemand van ons heeft zin om iets te doen. We blijven gewoon zitten en doen niks. Dan komt Isaac aanlopen. Zelfs hij kan me vandaag niet vrolijk maken. Hij kijkt ons bezorgd aan. 'Is er iets?' vraagt hij zacht. Ik knik. Hij gaat tegenover ons zitten. 'Noël heeft ons voorgelogen. Hij is een zij,' fluister ik. Isaac is even overdonderd. 'Noël is een meisje?' vraagt hij. 'Ja,' zeg ik zacht. 'Je mag wel weggaan als je wilt,' zeg ik na een tijdje. 'Er is toch niet veel hier te doen voor jou.' Isaac schudt zijn hoofd. 'Ik blijf hier en kijk of ik jullie kan steunen.' Ik glimlach zwakjes. 'Dat is lief.' Hij glimlacht terug. Voor de eerste keer glimlacht hij naar mij! Toch voel ik me nog steeds verschrikkelijk.

De rest van de dag is lastig. Niemand praat met elkaar. Noël zit de hele dag in de tent. Ik vraag me af wat ze daar aan het doen. Zij, bah. Ik kan het me niet voorstellen. Dan komt ze plots uit de tent lopen. Ze gaat naast Isaac zitten. Hij knikt haar bemoedigend toe. 'Ik ben geen meisje,' zegt ze zacht. 'Ik voel me geen meisje.' Ik haal diep adem. 'Je had het toch wel kunnen zeggen?' vraag ik. 'Je kunt ons toch gewoon vertrouwen.' Ze glimlacht zwakjes. Haar ogen zijn roodomrand. 'Ik was bang dat jullie me zouden verstoten, omdat jullie me als jongen kennen.' Ik weet niet echt wat ik hiervan moet denken. 'Je bent een meisje,' zeg ik. Ze schudt haar hoofd. 'Ik ben een jongen.' Ik zucht. 'Je snapt wel wat ik bedoel.' Snel knikt ze. 'Ik weet niet wat ik hiervan moet denken,' geef ik eerlijk toe. Ze knikt. 'Dat snap ik,' zegt ze. 'Het spijt me echt verschrikkelijk.' Jace kijkt haar aan. 'Moeten we je nu als jongen of als meisje beschouwen?' vraagt hij. Noël kijkt hem recht in zijn ogen aan. 'Als jongen.'

~~~~~

Drama, drama, geweldig.

LeugensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu